Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal I(1928)–Jac. van Ginneken– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave De ziel overwint. Eerste hoofdstuk. Taal en maatschappij. Eerste boek. - De locale taalkringen. Tweede hoofdstuk. Het Friesch en West-Friesch. Derde hoofdstuk. Het West-Nedersaksisch. Vierde hoofdstuk. Het Hollandsch-Frankisch. Vijfde hoofdstuk. Het Brabantsch-Frankisch. Zesde hoofdstuk. Het Limburgsch-Frankisch. Zevende hoofdstuk. Het Afrikaansch. 1o Het West-Afrikaansch. 2o Het Noordoost-Afrikaansch. 3o Het Hottentotsch-Afrikaansch. 4o Het Grikwa- en Boesman-Afrikaansch. 5o Het Slameier-Afrikaansch. 6o Het Masbiker-Afrikaansch. 7o Het Kaffer-Afrikaansch. 8o Het Boeken-Afrikaansch. Achtste hoofdstuk. Het Negerhollandsch. Negende hoofdstuk. Het West-Indisch. 1o. Het Djoe Tongo. 2o. Het Ningre-Tongo of Negerengelsch 3o. Surinaamsch Nederlandsch. Zie P. Enuma: Het Onderwijs, Juni-Juli 1910. 4o. Curaçaosch en Arubaansch-Nederlandsch. 5o. Het Papiamentoe of Negerspaansch. Tiende Hoofdstuk. Het Amerikaansch. [1o. Het oude Amerikaansch-Nederlandsch.] 2o. Het nieuwe Amerikaansch. Elfde hoofdstuk. Het Ceylonsch. Twaalfde hoofdstuk. Het Oost-Indisch. I. Het Nederlandsch der Indiërs. II. Het Nederlandsch der Europeanen in Indië. III. Het Nederlandsch en de talen der inboorlingen.