Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgnomische vormenEtym: Gr. gnōmè = mening, zin, spreuk < gignooskein = leren kennen, begrijpen. Verzamelnaam voor diverse korte vormen van wijsheidsliteratuur die een algemene gedachte of raadgeving op een pregnante manier uitdukken, in proza of in vers. Men kan, op grond van lichte nuanceverschillen in de uitgedrukte gedachte of de formulering ervan, een onderscheid maken tussen adagium of proverbium, aforisme, gezegde, gnome, maxime, rijmspreuk, sententia, spreekwoord, spreuk en zeispreuk. Een wat aparte vorm uit de Spaanse letterkunde is de greguería. Ook het citaat, het epigram, het fragment-1, het raadsel en de Afro-Surinaamse odo kan men eventueel tot op zekere hoogte als gnomische vormen of genres beschouwen. Een groot aantal van deze vormen wordt door Jolles behandeld onder de aanduiding einfache Formen. Lit: A. Jolles, Einfache Formen (1930; Ned. vert., 2009) F.H. Mautner, ‘Maxim(e)s, sentences, Fragmente, Aphorismen’ in Proceedings ICLA (1966), p. 812-819 G. de Ley, Het aforisme (1978) W. Mieder & A. Dundes (red.), The wisdom of many. Essays on the proverb (1981) Proverbium. Yearbook of international proverb scholarship (1984-) W.O. Kaufmann, The anthropology of wisdom literature (1996) W. Mieder & G.B. Bryan (red.), Proverbs in world literature. A bibliography (1996) C. Besa Camprubi, ‘Formes brèves: maxime, aphorisme, proverbe’ in Rivista di letterature moderne e comparate (1999), p. 1-15 W. Mieder, Aphorismen, Sprichwörter, Zitate. Von Goethe und Schiller bis Victor Klemperer (2000).
|