Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdaforismeEtym: Gr. aphorizein = afgrenzen < apo = af; horos = grens, definitie. Term uit de genreleer voor een korte, heldere, puntige zin (vgl. zinspreuk-1) in proza. Kenmerkend zijn de originaliteit van gedachte en uitwerking, en het verrassend effect. Geliefde stijlmiddelen zijn antithese, paradox, understatement, dubbelzinnigheid, humor, ironie en sarcasme. Gewoonlijk behelst het aforisme een inval of plotselinge verheldering, gebaseerd op een persoonlijke ervaring die tegelijk een algemeen menselijke kant heeft en tot nadenken stemt. Men dient een onderscheid te maken tussen het aforisme als genrebewuste creatie en tekstcitaten die later de status van aforisme krijgen toebedeeld. Voorbeelden zijn: ‘Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon’ (Prediker 1:9) en ‘Roest rust niet’ (L.P. Boon, Boon-apartjes, ed. G. de Ley, 1971, p. 49). Het aformisme kan vergeleken worden met een aantal andere gnomische vormen of einfache Formen. Het is nauw verwant met de maxime. In tegenstelling tot de sententia bedient het aforisme zich van ongebonden, kernachtig proza om een gedachte pregnant uit te drukken. Het onderscheid met spreuk en spreekwoord ligt hierin dat het aforisme een persoonlijker, minder algemeen-volkse ervaring uitspreekt. Het wordt nl. meestal geplukt uit het werk van wijsgeren en literatoren. Het aforisme ontstond eigenlijk in de 16de eeuw (Bacon, Montaigne, e.a.) en kende vooral succes in de 17de en 18de eeuw met auteurs als Gracián, Quevedo, Pascal, La Bruyère, enz. Enkele recentere bundels in het Nederlands: E. van der Steen, Alfabetises (1956); Aan de haak (ed. W. Sneeuw & G. de Ley, 1972); Koraalklippen (ed. W. Sneeuw, 1972); J.A. Emmens, Gedichten en aforismen (VW, dl. 1, 1980); H. van Naarden, Aforismen (1985). Lit: A. Jolles, Einfache Formen (1930; Ned. vert., 2009) G. de Ley, Aforistisch bestek (1976) G. Neumann (red.), Der Aphorismus (1976) J.J. Oversteegen, Beperkingen (1982), p. 123-168 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 773-790 G.S. Morson, The long and short of it. From aphorism to novel (2012) B. Grant, The aphorism and other short forms (2016).
|