Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsarcasmeEtym: Gr. sarkazein = het vlees ergens afrukken. Bijtende spot, verwant met ironie, maar verhevigd en bitterder van toon. Terwijl het effect van ironie gelegen is in een ambigue formulering (discrepantie tussen impliciete, bedoelde betekenis en expliciete verwoording), kan sarcasme ook direct zijn. Het verschijnsel kan in allerlei genres optreden: polemiek, satire, scheldsonnet, of bepaalde vormen van kritiek zoals parodie en pastiche-2. Heel wat voorbeelden van bijtend sarcasme treft men aan in de kritische geschriften van L. van Deyssel en bij Multatuli. Multatuli, door Huet de ‘virtuoos van het sarcasme’ genoemd, zegt over dit verschijnsel in Idee 324: ‘De hevigste uitdrukking van smart is sarkasme’. Een voorbeeld van indirect, relativerend sarcasme vindt men in Elsschots gedicht ‘Moeder’, waarin de verlepte titelheldin als volgt wordt toegesproken: Er is niets aan te doen, zoals gij ziet. Ter vergelijking, van dezelfde dichter een voorbeeld van direct sarcasme, uit ‘Het huwelijk’: Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard Andere bekende sarcasten zijn Van Deyssel, Ter Braak, W.F. Hermans en G. Komrij. Lit: G. Stuiveling, Humor, ironie en sarkasme bij Multatuli (Geschriften van het Multatuli-Genootschap, nr. 2) (1954) P.A. Rockwell, Sarcasm and other mixed messages: the ambiguous ways people use language (2006) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 8 (2007), kol. 436-447.
|