Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdsatanismeCultivering van opzettelijke goddeloosheid (in het Engels ‘diabolism’ genaamd). Als motief of thema manifesteert het zich sinds de romantiek als het vaak met bewondering of verering presenteren van het moreel en/of fysiek slechte, het kwaad (sadisme, gothic novel). Soms treedt dat op in de gedaante van de duivel, zoals Mephistopheles uit Goethes Faust. In sommige werken van Poe en bij Baudelaire (Les fleurs du mal) ziet men de accentuering van het kwade als algemeen verschijnsel, vooral in zijn contrast met de burgerlijke moraal: ‘de haat tegen het middelmatige’ (J.K. Huysmans). Het satanische als onderdeel van het (vrouwelijk) schone vindt men bij de beeldend kunstenaar G. Moreau, die veel invloed had op letterkundigen. Het diabolische is een geliefd thema bij menig vertegenwoordiger van symbolisme en decadentie. In de Nederlandse letterkunde kan men wijzen op Slauerhoff als iemand in wiens werk het kwaad (in de vorm van vergankelijkheid, zinloosheid van het bestaan en vernietiging) een belangrijke rol speelt. Voor naoorlogse literatuur kan men G. Reve noemen; zijn creatie van Satan als tweelingbroer van Christus plaatst hem in de ‘zwarte’ romantiek en de decadentie. Lit: M. Praz, Lust, dood en duivel in de literatuur van de Romantiek (1990) R. Kranenborg, Satanisme (2006) Chr. Mathews, Modern satanism: anatomy of a radical subculture (2009) R.B. van Luijk, Satan rehabilitated?: a study into satanism during the nineteenth century (diss., 2013).
|