Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2(1937)–Johan Brouwer– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Negentiende les Vragende voornaamwoorden Tweede groep van onregelmatige werkwoorden (- acer e.a.) Twintigste les Het bijwoord Een en twintigste les De betrekkelijke voornaamwoorden derde groep van onregelmatige werkwoorden (Pedir) Twee en twintigste les Het gebruik van de tijden Drie en twintigste les De bezittelijke voornaamwoorden. vierde groep van onregelmatige werkwoorden (sentir) Vier en twintigste les Het gebruik van de wijzen Vijf en twintigste les De aanwijzende voornaamwoorden. de onregelmatige werkwoorden andar, caber, caer, dar, decir Zes en twintigste les De onbepaalde voornaamwoorden. vervolg onregelmatige werkwoorden (dormir, hacer, ir, oir) Zeven en twintigste les De voegwoorden en de voorzetsels Acht en twintigste les De bevestiging en de ontkenning. Vervolg onregelmatige werkwoorden (placer, poder, poner, querer, saber) Negen en twintigste les Woordvorming. vervolg onregelmatige werkwoorden (salir, traer, valer, venir, ver) Dertigste les Het deelwoord en het gerundio. De zinsbouw Herhalingsoefeningen