Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2
(1937)–Johan Brouwer– Auteursrecht onbekend
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeven en twintigste les
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
versterking, bijv. tales cosas pasan y, si no (nl. me crées), aquí tengo las pruebas. Sino, (a) na ontkenning en bij een tegenstelling betekent maar, bijv.: no es culto sino casi un iliterato, hij is geen man van ontwikkeling maar bijna een onbelezen iemand; (b) na een ontkenning dikwijls te vertalen met dan, bijv.: este libro no es otra cosa sino una mala imitación francesa; (c) heeft de met sino ingeleide zin een eigen werkwoord dan wordt in de litteraire taal sino versterkt met het voegwoord que, bijv.: no sólo ayuda a sus amigos sino que (= maar) se desvive (= slooft zich af) para todos. Que dat, omdat. In de gewone spreek- en schrijftaal treedt het steeds meer in de plaats van porque of para que, bijv.: espere un rato que ahora llueve, wacht u even want het regent nu. Cuidado, que no te oigan, pas op, opdat men u niet hore (laat men u niet horen). Que.... que of.... of, bijv.: que quieras que no quieras debes ir a buscarle, of je wilt of niet, je moet hem gaan halen (‘zoeken’). Que als versterking van sí of no, bijv. dice que sí, que no, hij zegt van wel, van niet. In elliptische uitdrukkingen, bijv.: ¿Quién rompió el piato? Dice la criada que el cocinero (nl. lo rompió). ¡Que no lo hago! ik doe het niet (nl. digo of estoy resuelto que ik zeg of ben besloten dat....) ¿Que no lo haces? je doet het dus niet, je bent dus van plan het niet te doen? Por.... que hoe.... ook, bijv.: por inteligente que sea, hoe intelligent hij ook moge zijn; por más que hago, wat ik ook doe. Dikwijls - ook in de spreektaal - leidt een verdubbeld que een indirecte rede in, bijv. les dijo que que no estaba enterado, hij zei hun dat hij niet op de hoogte wasGa naar voetnoot1). Als het werkwoord van de bijzin onmiddellijk op dat van de hoofdzin volgt wordt que dikwijls weggelaten, vooral na ww. van vragen, hopen, wensen, vrezen, bijv.: le pidió se cubriese hij verzoekt hem zijn hoed op te zetten; esperamos mande pronto noticias wij hopen dat u spoedig bericht stuurt. Como zoals, daar, zo spoedig als, mits. Bijv.:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men lette op deze elliptische constructie:
Como no met subj. tenzij, bijv.:
Como que daar, omdat, bijv.:
Como si = cual si alsof, met subj. imp. (oneigenlijke vergelijking). In de gewone schrijf- en spreektaal wordt como dikwijls als bijwoord gebruikt. Dit zijn welbeschouwd elliptische constructies. Bijv.:
Cuando toen, wanneer, in het laatste geval met subj. als het een niet werkelijke, nog niet verrichte handeling of feit betreft. In elliptische zinnen krijgt het de betekenis van een voorzetsel, bijv.:
Mientras terwijl, totdat. Op deze laatste betekenis, welke in de woordenboeken gewoonlijk wordt veronachtzaamdGa naar voetnoot1) wilde ik in het bijzonder de aandacht vestigen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mientras met een comp. kan worden vertaald met naarmate, hoe, bijv.:
Mientras komt evenals cuando als voorzetsel voor, bijv.:
De voorzetsels. Het gebruik van de voorzetsels (las preposiciones) heeft over het geheel weinig toelichting nodig. Wij volstaan met enige opmerkingen betreffende de volgende voorzetsels en verwijzen verder naar de woordenlijst, oefening A en de woordenboeken. A heeft de zeer typisch Spaanse functie van het object aan te wijzen. Juan pega a Pedro. Men kan het gehele gebruik van a in deze algemene opmerking samenvatten: men gebruikt a om duidelijk het object te doen uitkomen, en ook wel om dit persoonlijk te maken, te individualiseren. Van uit dit beginsel beschouwe men het subtiele gebruik van a. Als men dus naast elkaar leest defendamos Madrid, een oproep tijdens den burgeroorlog, en, se defiende a Madrid, is de reden van het gebruik van a duidelijk. In het eerste geval is er geen twijfel mogelijk omtrent het object, in het tweede geval wordt het nader aangegeven. Naar analogie van se defiende a Madrid zegt men echter ook defendamos a Madrid. De opsommingen welke de verschillende Spaanse spraakkunsten betreffende het gebruik van a in dezen geven zijn tot deze drie gevallen te herleiden. A duidt ook aan manier van, overeenstemming, middel, plaats, doel, oorzaak, bijv.:
Voor a met de onbep. wijs zie les XXIV, voor bijw. uitdrukkingen met a zie les XX.
De duidt herkomst, oorsprong, manier, aard, samenstelling, nadere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
betrekking van twee zelfst. nmwr. (genitiefverhouding) aan, bijvoorbeeld:
Entre wordt in zinswendingen als de volgende op een merkwaardige wijze adverbiaal gebruikt:
Por heeft allerlei betekenissen. De grondbetekenis is door, ter wille van, wegens, voor. Met infinitivo om te, ten einde, door. Bijv.:
Para betekent ten behoeve van, met bestemming voor, ten dienste van, in verhouding tot, voor. Bij tijdsbepalingen, tegen. Bijv.:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Para con jegens, ten opzichte van, bijv.:
Para met infinitivo om te, ten einde, bijv.:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voegwoorden en voorzetsels
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Woordenlijst
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oefening AEsperaban a que llegasen noticias. Para los trabajadores no hay otros malos negocios como el de no trabajar. Yo le dije en dos palabras a lo que iba (= wat ik ging doen). Entre los dos la pusieron (= legden) en (= op) el suelo. A los pocos momentos volvió la criada. Dice un refrán español ‘no se cogen truchas a (= met) bragas enjutas’ es decir que para conseguir lo que se desea es necesario poner diligencia (= zich inspannen) y pasar trabajos. Anoche estuvo (ni. en nuestra casa) a vernos. El médico fue a verla. ¡A la carcel con ellos! Algunos niños habían salido (= waren de straat opgegaan) a pedir a las casas. Estos jóvenes sueñan con ser hombres eficaces y constructivos. Arréglate, hija mía, que (= want) ya han dado el ultimo toque. ¿A tí no te parece bien? le preguntó, echándole una mano al hombro. Hasta que no (= zolang niet) venzamos la reacción no tendremos la tierra, dijo el campesino. He visto unos perros muy grandes. (¡Y cómo son de grandes? (= en hoe groot zijn ze dan wel). Levantó la vista entre indignado y sorprendido. Durante media hora hacía gimnasia sueca. La casa de madera tiene delante (= van voren) un pequeño jardín y detrás una huerta. Yo tuve un amigo que era lo contrario que tú (nl. eres). El chico se reía sin entenderla. La sala había quedado de nuevo a oscuras. De buena (= hora?) se han escapado (= zij zijn er goed afgekomen). Zumbaban los alambres del telégrafo al ser movidos por el viento. El señor Fernández se encuentra en el caso del que le ofrecen un empleo modesto | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
para vivir y lo desprecia porque cree que va a heredar una gran fortuna. Ellos ponen (hier: verschaffen) los medios para mejorar la vida de las clases obreras. En todas partes sucede lo mismo. La Ignacia dijo que si esos amigos iban a visitar a su marido, ella los despacharía a escobazos. A pesar de las recomendaciones del médico no reposaba. Había dicho el médico que el niño se encontraba enfermo de gravedad. El médico no le permitía salir (= uitgaan) más que un momento por las tardes, en las horas de sol. En una callejuela subieron al tercer piso de una casa. Fuera de sus inquietudes de chico, su vida se ha deslizado con relativa placidez. Como la verja estaba abierta pasaron a dentro y se sentaron en un banco. Detrás del ganado venían (= kwamen) tres garrochistas a cabello. El mendigo tragaba todo lo que le ponían (= zetten) delante. Siguieron andando por el campo camino de Cáceres. Llegaron a un camino a cuya derecha se veía (= men zag) un jardín. Por la carretera pasaban los lecheros montados en caballos peludos. ¿Decía usted, preguntó el joven, que (pleonastisch) para qué servía el progreso? De día y de noche, con oportunidad o sin ella, predicaba a gritos la cruzada contra los prestamistas. Dentro de una semana había perdido quinientos mil florines. Yo he afirmado que podíamos (= konden) contar con usted. Laura tenía de treinta a treinta y cinco años. La muchacha gangueaba algo por haber estado mucho tiempo en Francia. ¿Conque sube usted a ese monte o no? le dijo el catalán. Conque vamos a corner y en seguida jarriba! Aunque Fernando conocía a Toledo por haber estado varias veces allí se perdía en el laberinto de callejuelas. Llevaban la viga entre cuatro chiquillos. En frente de donde estaba había un gran caserón con balcones grandes y espaciados en lo alto, y ventanas con rejas en lo bajo. El general le dijo ‘pero si aquí todos somos anarquistas’ (= wij zijn immers allen...) El ministro se encogió de hombros. Dos dias después él les invitó a corner con él. Se despidieron en la puerta. La hazaña, no por repetida diariamente, dejaba de ser menos riesgosa. Cuando sonó el timbre se levantó de un salto. Desde que está aquí va mejorando. ¡Cuidado! que mancha. Madre mía, que me muero. ¡Cómo siento no poder luchar con ellos! Pues, quedamos en eso, en cuanto sea de día, que me llamen. Tan pronto como volvió a casa se tumbó en la cama. Los campesinos resistieron en sus casas tres dias consecutives, sin comer ni beber. El no volverá ni su hijo tampoco. Estamos satisfechos tanto de la música como de la representación. Aunque es viejo, trabaja mucho. No sólo me extraña esa noticia, sino que casi no la creo. Dígale de mi parte que vuelva pronto, aunque prefiera quedarse más tiempo. Estoy conforme con tal que hagas lo que dices. En vista de que no trabaja le despido. Le escribiré todos los domingos, siempre | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
que me conteste los miércoles. Tenemos poco tiempo, además nos aguardan en casa ya desde las dos. Como (= así que) llegamos al hotel nos acostamos. El está muy enterado de la música catalana lo mismo que su hermano. Para acabar la discusión se levantó y se marchó sin despedirse. Así será la vida, mientras haya hombres ambiciosos sin escrúpulos. Se halló con que el cine estaba cerrado. Desde la trinchera en que estábamos tiraron los milicianos sin cesar. La criada me echó encima una jícara de chocolate y luego dijo ‘¡ah! señorito me muero de vergúenza’. Sentémonos debajo de este érbol. El libro esté encima del piano. Con relación a su ultima carta le escribo que no estoy conforme. La niña hablaba en voz baja por lo muy asustada que estaba. Fíjese en lo que le digo. Le ofrezco en recompensa dos duros. Un coronel que estaba a la puerta miraba de arriba a abajo a los prisioneros, y según le parecía, gritaba, ¡a la derecha! ¡a la izquierda!’ Los de la izquierda eran para ser fusilados. Después de vaciarles los bolsillos se les alineaba frente al muro y se les mataba. No convinieron (= kwamen overeen) en el precio. El gasta un dineral en libros raros. Volveré hacia las ocho. Hasta los niños de quince años se alistaron. Para su edad es mucho. ¿A dónde vas? No te vayas, que está para llover. Le tienen por hombre inteligente. Está muy malo el enfermo, envíe usted por el médico. Volveremos sobre las dos. Le prestaron cien duros sobre el collar. Es un horror lo que pasa ahora, crueldades sobre crueldades. La criada irá por pan y aceite. El despacho tiene cuatro metros de largo, y (of por) tres de ancho. ¿Cómo se llama la zarzuela que dan en el teatro? La (= het meisje) de los claveles rojos. Siempre está hablando de la niña de (= met) los ojos azules que conoció en Londres. ¡Pobre de mí! Lo haré de buena gana. Me dijeron que no había inconveniente en dejarme pasar la frontera. No lo digo en broma, es la pura verdad. ¿Qué hace ese chico? Estudia para médico. Su padre pasa por rico, pero no lo es. Aquí se vende (al) por mayor y (al) por menor. Ante todo debo decirte que te aguardaron desde las once hasta la una y media dos señores, uno que tendrá sobre (= meer dan) sesenta años, y otro sobre treinta. Desde Segovia hasta Valladolid tuve, por el mal estado del camino tres o cuatro pinchazos. Se marcharon antes del día. Lo negó delante de testigos presenciales. Estuvo fuera de sí. Lo dicen diarios derechistas, más no lo confirman los diarios izquierdistas. No sólo no lo confirman sino que lo niegan. No lee novelas modernistas si nov contadas veces. ¡Si lo sabes bien! Es que te lo dije el otro dia. Eso por (‘ser’) sabido se calla (= dat spreekt van zelf). Nuestra impresión es que la cosa va para largo (= lang zal duren). A decir verdad no me gusta este cuadro al óleo ni aquel grabado a buril. ¿De ser así me acompaña usted? ¿Cómo no? (= natuurlijk). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oefening BZij vertrokken tegen zeven uur, wij begeleidden hen tot aan het station en keerden in de schemering terug. Tot straks. Tot ziens. Ik kom pas de volgende week terug, want volgens de brieven die ik heb ontvangen zal ik daar veel te doen hebben. Leg uw hoed op die stoel, gaat u hier zitten bij het raam, tegenover mij, en laten wij eens (niet vertalen) praten over dit geval. Wat mij betreft, ik ben het met u eens wat de algemene strekking aangaat, maar ik maak enige beperkingen betreffende bepaling vijf en zes. Omstreeks vier uur ging hij weg om sigaretten en postzegels en tegen zes uur kwam hij terug. Hij zei dat hij ongeveer een uur onder een boom had geschuild vanwege de regen, hij was doornat en bibberde van de kou. Veel Spaanse vrouwen en meisjes gaan in het zwart gekleed, een groot deel van haar is in de rouw. De oude vrouw had een klein meisje aan de hand en onder haar arm droeg zij een zwaar pak. Wij verkopen hier slechts tegen contante betaling, zei de winkelier tot haar. Zij heeft haar haar blond geverfd. Ik zal mijn pak laten uitstomen en blauw laten verven. Zijn dochter werkt als (= de) typiste op het ministerie van buitenlandse zaken. Het kantoor ligt hier vlak bij. De aandelen staan op vijftien procent. Hier verkoopt men alleen tegen contante betaling, en niet op crediet. Op verzoek van den zieke speelden wij van twee tot vier schaak, daarna speelde mijn vrouw piano en ik speelde fluit. Hij is nóg niet naar den tandarts geweest, hij zegt dat hij angst heeft voor pijn. Je moet dat niet ernstig nemen, voor alles moet je hem zeggen dat je met hem mee zal gaan. Van toen af heb ik een kamer verkozen die op het Zuiden lag, overeenkomstig de raad van mijn dokter. Tegen vier uur ongeveer zal hij ons opbellen. Wat mij betreft, ik ben besloten onder deze omstandigheden hem niet te helpen. Bovendien, hij is ons al geld schuldig. Na verloop van enige jaren schreef hij ons opnieuw en berichtte hij ons dat hij voor het eind van het jaar terug zou zijn. Wij keken rondom ons en na enige ogenblikken bemerkten wij onder de tafel een jongetje dat zat te schreien. Men zegt dat de stad zich zal overgeven uit gebrek aan levensmiddelen en munitie. Dat hangt er van af. Het is verboden op straffe van een boete van vijftig pesetas en hoger hier te vissen. Het kwam ons voor dat wij met zijn vieren wel tot een oplossing zouden komen, maar wij vergisten ons. Wij zijn van plan voor een maand naar Londen te gaan om het Engels vlot te leren spreken. Voordat u op reis gaat moet u zich op de hoogte stellen van wat er aan (= de) merkwaardigs is opdat u met oordeel des onderscheids uw reis inricht. Gezien de talrijke musea in die stad zullen er ook wel goede gidsen zijn. Lees die en raadpleeg die telkens wanneer het nodig is. Bij het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lezen van de brief begon hij te lachen, en zei ‘als ik het niet beter wist zou ik die onzin geloven’. Hoeveel kilometers is het van Burgos naar (= a) Valladolid? De maand Januari is koud in Madrid, dan sneeuwt het en vriest het. Die brave Jan denkt dat ik dat dikke boek in éne heb gelezen. Er is toch geen bezwaar tegen hem te zeggen dat ik ongaarne met hem mee ga? Ik heb geen lust in de nacht in een stad aan te komen die ik niet ken. Over het geheel is dat onaangenaam. Is het waar dat zij dat gedaan hebben om hem te bedotten? Ik denk van wel. Hij is niet heel schrander voor (= para) zijn leeftijd. Laten wij nog niet weggaan, het zal straks wel gaan regenen. Om u de waarheid te zeggen, ik geloof dat u zich vergist. Dat is mogelijk. Ik heb een (niet vertalen) slecht geheugen, en bovendien, die getallen zijn niet om te onthouden. De meester was buiten zichzelf van woede, hij pakte den jongen bij zijn arm en trok hem de bank uit. Met geweld? Ja zeker. Al ben je nog zo driftig, zulke dingen moet je niet doen. Wanneer een mens driftig is doet hij dwaze dingen. Met dat al, ik keur het gedrag van dien man af, want hij moet weten (= saber) hoe hij zich moet gedragen. Van zijn huis tot zijn kantoor is een hele afstand. Luister eens, Piet. Je moet dus ten gunste van hem enige vriendelijke woorden zeggen. Let goed op wat hij zegt, het zal u niet moeilijk vallen hem op een leugen te betrappen. Wat heeft u onder (= entre) handen? Een studie over de tegenwoordige toestand in Spanje. Laten wij een wandeling gaan maken, eerst (= antes) door de stad en dan (= luego) dwars door de velden. Hoe heeft u gereisd naar Madrid, in de sneltrein? Ja natuurlijk, om spoediger aan te komen. En wat heeft u onderweg gedaan? Ik heb een boek gelezen over Goya, ik heb het bladzijde voor bladzijde gelezen, zo belangwekkend was het. Wanneer is het geschreven? Ik geloof van (= que) in de jaren 1935 en 1936, maar ik ben er niet zeker van. Hij kwam pas om zeven uur terug. Tot ziens dus. Hij weigerde door te gaan met lezen. Zij zullen proberen de auto uit het water te halen. Wij dachten erover hem een brief te schrijven om hem de zaak tot in bijzonderheden te vertellen. Hij haalde zijn schouders op en zei ‘reken niet op mij’. De volgende dag vertrokken wij vanwege het lawaai van de radio. Wij hadden tenslotte gezegd dat men blijkbaar geen (= niet) rekening hield met onze klachten en dat wij dus gingen verhuizen. Op gevaar van zijn eigen leven (in 't Sp. dood) drong hij tot in de eerste linies door om zich een oordeel te vormen over de toestanden. Men zegt dat hij een goede naam heeft onder de moderne schrijvers. Dit jonge meisje heeft enige romans in het Nederlands vertaald. Hij rookte uit (= en) een Engelse pijp. |
|