Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2
(1937)–Johan Brouwer–
Auteursrecht onbekendJohan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2. W.J. Thieme, Zutphen 1937
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 961 D 33
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2 van Johan Brouwer uit 1937.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 120, 123, 126, 127.
p. 71: aɯericana → americana
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, 128, 130) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
SPRAAKKUNST
VAN HET
HEDENDAAGSE SPAANS
MET OEFENINGEN
DOOR
Dr J. BROUWER
II
ZUTPHEN - W.J. THIEME & CIE - MCMXXXVII
[pagina 129]
INHOUDSOPGAVE
| Negentiende les. Vragende voornaamwoorden. Tweede groep van onregelmatige werkwoorden (-acer, -ecer, -ocer enz.) | 1 |
| Twintigste les. De bijwoorden | 10 |
| Een en twintigste les. De betrekkelijke voornaamwoorden. Derde groep van onregelmatige werkwoorden (pedir) | 21 |
| Twee en twintigste les. Het gebruik van de tijden | 30 |
| Drie en twintigste les. De bezittelijke voornaamwoorden. Vierde groep van onregelmatige werkwoorden (sentir) | 37 |
| Vier en twintigste les. Het gebruik van de wijzen | 45 |
| Vijf en twintigste les. De aanwijzende voornaamwoorden. De onregelmatige werkwoorden andar, caber, caer, dar, decir | 53 |
| Zes en twintigste les. De onbepaalde voornaamwoorden. De onregelmatige werkwoorden dormir, hacer, ir, oir | 63 |
| Zeven en twintigste les. De voegwoorden en de voorzetsels | 77 |
| Acht en twintigste les. De bevestiging en de ontkenning. De onregelmatige werkwoorden placer, poder, poner, querer, saber | 91 |
| Negen en twintigste les. De woordvorming. De onregelmatige werkwoorden salir, traer, valer, venir, ver | 101 |
| Dertigste les. Het deelwoord. Het gerundio. De absolute constructie. De woordschikking | 112 |