Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 2
(1937)–Johan Brouwer– Auteursrecht onbekend
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Twintigste les
|
Juan habla bien | Jan spreekt goed |
Juan habla correctamente | Jan spreekt onberispelijk |
Juan habla alto | Jan spreekt luid |
Juan habla de buena gana | Jan spreekt graag |
Juan habla así | Jan spreekt aldus |
Juan habla a penas (apenas) | Jan spreekt nauwelijks |
Juan habla a ciegas | Jan spreekt in 't wilde weg |
Juan habla de día | Jan spreekt overdag |
Juan no habla nunca | Jan spreekt nooit |
Juan habla aquí | Jan spreekt hier |
Juan habla mejor que su hermano | Jan spreekt beter dan zijn broer |
Juan habla lo menos | Jan spreekt het minst |
Juan habla bastante claro | Jan spreekt voldoende duidelijk, duidelijk genoeg |
Juan habla tanto como.... | Jan spreekt zoveel als..... |
La conferencia de Juan es muyextensa | De lezing van Jan is zeer uitvoerig |
Naar hun vorm kan men de Spaanse bijwoorden verdelen in:
Ten eerste, oorspronkelijke bijwoorden, bijv. antes vroeger, eerder; aquí hier; así aldus; anoche gisterenavond; ayer gisteren; cerca dichtbij; bien goed, wel; lejos veraf; luego vervolgens; después vervolgens; siempre altijd; más meer; menos minder. Sommige van deze oorspronkelijke bijwoorden zijn heden nog kennelijke samenstellingenGa naar voetnoot1) zoals anteayer eergisteren; detrás achter, achteraan; tampoco evenmin; e.a.
Ten tweede, bijvoeglijke naamwoorden met bijwoordelijke functie zoals alto hoog, luid; bajo laag, zachtjes; caro duur; claro duidelijk;
fuerte flink, luid; mucho zeer, erg; poco weinig, gering; sólo alleen; temprano vroegtijdig; recio flink; e.a.
Ten derde, afgeleide bijwoorden, d.w.z. de bijwoorden die gevormd zijn met -mente, gevoegd achter de (indien bestaande) vrouwlijke vorm van het bijv. nmwr, bijv. atentamente beleefd, aandachtig; correctamente onberispelijk, keurig; verder fácilmente gemakkelijk; e.a. De vrouwlijke vorm van atentamente e.a. wordt verklaard door het feit dat in het Oud-Spaans deze vorm nog als een samenstelling werd gevoeld. (Mente is ziel, inborst, zin, geaardheid, en van het vrouwl. geslacht, dus lett. met aandachtig gemoed en dgl.)
Ten vierde, adverbiale of praepositionele uitdrukkingen zoals acaso wellicht; a menudo dikwijls; en vano vergeefs; a sabiendas willens en wetens; de prisa vlug; en seguida onmiddellijk; a deshora ongelegen(ertijd); de oídas van horen zeggen; de veras oprecht; apenas (a duras penas) nauwelijks, te nauwernood; e.a.
Het gebruik van de bijwoorden op - mente is schaars. Het Spaans verkiest een omschrijving met een zelfst. nmwr. en een voorzetsel. Het oorspronkelijk samengesteld karakter van de bijwoorden op - mente komt nog duidelijk uit bij een opsomming van enige aldus gevormde bijwoorden. Slechts het laatst genoemde heeft dan deze uitgang, bijvoorbeeld:
Juan se expresó correcta, exacta y elegantemente | Jan drukte zich keurig, precies en sierlijk uit |
Merkwaardig is dat men wel zegt mayormente vooral, zelden echter ‘menormente’; wel primeramente in de eerste plaats, en niet ‘segundamente’; wel antiguamente eertijds, recientemente kortgeledenGa naar voetnootl), nuevamente opnieuw, en niet bijv. ‘viejamente’.
In het Spaans overheerst de bepaling van gesteldheid over het bijwoord, m.a.w. men brengt de nadere aanduiding van de handeling over op het onderwerp. Dit kan men in de gehele geschiedenis van de Spaanse taal volgen, en het is zo in de taal ingedrongen dat ook de zuivere functie van het bijwoord dikwijls door het bijv. nmwr. wordt vervuld. Bijvoorbeeld:
El caballero saludó muy fino | de heer groette heel hoffelijk |
(vgl. La hermana mayor habló la primera | de oudste zuster sprak het eerst |
Juan habló alto, bajo, fuerte, recio, bastante | Jan sprak luid, zacht, hard, luid (nadrukkelijk), voldoende |
De volgende bijwoorden van plaats en richting worden achter het betrokken zelfst. nmwr. geplaatst, een merkwaardig Spaans taaleigen. Bijv.:
Cuesta abajo, arriba | heuvel op, - af |
Iba mar adentro | hij voer de zee op |
Het bijwoord kan ook naamwoordelijk deel van het gezegde zijn, bijv.:
Juan está abajo, arriba, afuera | Jan is beneden, boven, buiten |
Juan es así | Jan is zo |
Het kan zelfs bijvoeglijk worden gebruikt, en ook gesubstantiveerd worden, bijv.:
Un hombre asíGa naar voetnoot1) no me gusta | een man van dat slag staat mij niet aan |
Por un sí y por un no riñen los de abajo | om een ja of een neen krijgen de mensen uit het volk twist |
Plaats van het bijwoord
Het bijwoord dat een bijv. nmwr. of een bijwoord nader bepaalt, staat vóór genoemde woorden, bijvoorbeeld:
Mi amigo es bastante rico | mijn vriend is nogal rijk |
Se expresó muy exactamente | hij drukte zich zeer nauwkeurig uit |
Het bijwoord dat een werkwoord nader bepaalt staat daar achter, bijvoorbeeld:
El se expresa bien | hij drukt zich goed uit |
Juan escribe mejor que yo | Jan schrijft beter dan ik |
Het bijwoord op - mente moet in samengestelde tijden op het deelwoord volgen. Bijv.:
El se ha expresado concisamente | hij heeft zich beknopt uitgedrukt |
Voor de andere bijwoorden, bijwoorden van plaats, tijd, enz. is naar gelang van nadruk voldoende speling. Zij kunnen vóór en achter het ww. staan. Bijv.:
Aquí estoy | hier ben ik |
Ayer me dijo Juan | gisteren zei Jan tegen mij |
Volveré mañana | ik zal morgen terugkomen |
Men zal hebben opgemerkt dat het bijwoord voor veel, erg, in grote mate, afwisselend muy en mucho is. Muy bepaalt bijv. nmwr., de bijw. op - mente, en bijwoordelijke en praepositionele uitdrukkingen. Het moet daaraan voorafgaan. Bijv.:
Una casa muy grande | een heel groot huis |
El escribió muy atentamente | hij schreef heel beleefd |
Llega muy tarde | hij komt erg laat |
Habla muy de prisa | hij spreekt heel vlug |
In de andere gevallen staat mucho, ook bij de trappen van vergelijking, mucho más, mucho mejor, el tarda mucho (het staat achter het ww.), ook mucho antes, mucho después.
In het Spaans wordt vaak door een werkwoord ons bijwoord opgenomen. Hiervoor zijn gewoonlijk wel Nederlandse equivalenten te vinden, de meeste daarvan zijn echter bij ons in onbruik geraakt. Bijvoorbeeld:
Volveré a escribirte | ik zal je weer schrijven |
No tardará en llegar | hij zal spoedig komen |
Llegó a ser ministro | hij bracht het tenslotte tot minister |
Acaba de publicarse | is zo juist verschenen |
Se echó a } llorar | hij begon plotseling te schreie |
Rompió a } llorar | hij begon plotseling te schreie |
Acabó por decidirse a | hij besloot tenslotte om |
Acertó a pasar por la calle | hij kwam toevallig door de straat |
Comencemos por reglar este asunto | laten wij deze zaak eerst in het reine brengen |
Empezó por decir que no y concluyó por decir que sí | hij zei eerst van neen en zei tenslotte van ja |
Poco faltó para que (no) tropezara | hij was bijna gestruikeld |
No me gusta tratar a esa gente Continúa escribiendoGa naar voetnoot1) | ik ga liever niet met die mensen om hij gaat door met schrijven, hij schrijft door, voort, verder |
Bijwoorden van tijd (adverbios de tiempo)
ahora | nu |
antaño | eertijds |
antes | vroeger |
antes de | alvorens |
antes que | voor dat |
aun | nog |
(na het ww. aún) | |
aun no (of no.... aún) | nog niet |
cuando | toen |
cuanto antes | zo vroeg, spoedig mogelijk |
después | daarna, vervolgens |
en seguida | onmiddellijk |
entonces | toen, dan |
hogaño (verouderd en verheven) | heden ten dage, dit jaar |
hoy | heden |
luego | vervolgens |
mientras | terwijl, gedurende dat |
pronto | vlug, vroeg |
siempre | altijd |
temprano | vroegtijdig, in de vroegte, tijdig |
todavía | nog |
ya | reeds |
ya no | niet meer |
Bijwoorden van plaats (adverbios de lugar)
abajo | onder |
arriba | boven |
aquí | hier |
ahí, allí | daar |
acá | hierheen, hier in de buurt |
allá | daar, daar ergens |
delante | voor |
dentro | binnen |
adentro | naar binnen |
por dentro | binnen in |
fuera | buiten |
por fuera | buiten, van buiten |
afuera | naar buiten |
cerca | dicht bij |
lejos | ver (af) |
debajo | onder |
encima | boven |
adónde | waarheen |
donde (bij vraag het accentteken) | waar |
de donde | van waar |
por donde | waaruit (weshalve) |
enfrente | aan de overkant |
Bijwoorden van wijze van handeling (adverbios de modo)
adrede (verheven stijl) | opzettelijk |
así | aldus |
bien | goed |
conforme | overeenkomstig |
cual | evenals |
despacio | langzaam |
excepto | } behalve |
salvo | } behalve |
mal | slecht |
quedo | zachtjes |
Bijwoorden van maat (adverbios de cantidad)
además | bovendien |
algo | enigszins |
bastante | voldoende, tamelijk |
casi | bijna |
harto (weinig gebruikelijk in de omgangstaal) | voldoende, nogal, zeer |
demasiado | te, te veel |
más | meer |
menos | minder |
mucho | |
muy | veel, zeer |
nada (bijv. nada grande) | in 't geheel niet, volstrekt niet |
poco | enigszins |
Adverbiale of praepositionele uitdrukkingen
a bulto | luk raak |
a ciegas | blindelings |
a hurtadillas | stilletjes, ongemerkt |
a la francesa | op Franse manier |
a menudo | dikwijls |
a obscuras | in het duister |
a sabiendas | willens en wetens |
a solas | alleen |
a tientas | op de tast |
de buen grado | |
de buena gana | gaarne |
de mal grado | tegen zijn zin |
de mala gana | ongaarne |
a penas (gevolgd door si in hoofdzinnen) | nauwelijks |
a lo lejos | in de verte |
de pronto | } plotseling |
de golpe | } plotseling |
de repente | } plotseling |
de improviso | onverwacht |
de rodillas | geknield |
de, a prisa | vlug |
de sobra | al te zeer |
de cuando en cuando | } af en toe |
de vez en cuando | } af en toe |
en por fin | tenslotte |
en seguida | aanstonds |
por fuerza | noodgedwongen |
por último | tenslotte |
por mayor | in het groot |
por menor | in het klein |
por delante | voorop |
Woordenlijst
hoy mismo | vandaag nog |
ahora mismo | nu terstond |
muy de mañana | vroeg in de morgen |
meterse por | inslaan (een weg) |
cuando joven | toen hij (zij) jong was |
aficionarse a | liefhebberij krijgen in |
por más, por mucho que | hoe zeer ook |
a fuerza de fuerzas | met grote moeite |
el timbre | het belletje |
mantener | onderhouden, op debeen houden, gaande houden |
la campana | de kerkklok |
el escalofrío | de koude rilling |
el ladrido | het geblaf |
tapiar | dicht maken van ramen, deuren enz. |
el ladrillo | de baksteen |
la tabla | de plank |
cumplir los cinco años | vijf jaar oud worden |
a poco de | kort naGa naar voetnoot1) |
la quiebra | het bankroet |
el pertiguero | de koster (stafdrager in kathedraal) |
la vara | de stok |
la contera | de punt |
el latón | het messing |
la cerilla | de (was)lucifer |
el cabo de vela | het kaarsstompje |
por aquí | hier (in deze buurt) |
emparentado | verwant |
intencionadamente | met opzet |
a vista de pájaro | in vogelvlucht |
de paisano | in burger (tegenover in militaire uniform) |
el paisano | streek-, stadgenoot, burger (tegenover militair) |
dos días seguidos | twee dagen aaneen |
los quehaceres | de bezigheden |
a lo largo de | langs |
a todo lo largo de | overal langs |
dondequiera | waar ook |
como quiera | hoe (u) ook (wil) |
cuando quiera | wanneer u wil |
momentos después | kort daarop |
ni mucho menos | allerminst |
claro que sí | natuurlijk |
claro que no | natuurlijk niet |
el surco | de vore |
quedo | zachtjes |
comer fuerte | flink eten |
él cantó mejor | hij zong beter, hij zong het best |
(com) portarse | zich gedragen |
meter ruído | lawaai maken |
la ducha | het stortbad |
refrescar | verkwikken |
tal vez | misschien |
contener | in bedwang houden |
el golfillo | de straatjongen |
sucesivamente | achtereenvolgens |
atenerse a | zich houden aan |
cada vez | telkens |
me extraña mucho | het verbaast me zeer |
lo mucho que | hoezeer |
sin embargo | toch |
ni con mucho | bij lange niet |
sospechar | vermoeden |
alrededor | rondom |
un poco más allá de | een eindje voorbij |
solemne | plechtstatig |
retórico | rhetorisch |
por lo bien que trabaja | omdat hij zo goed werkt |
pararse | } blijven staan |
quedarse parado | } blijven staan |
pensar | denken, van plan zijn |
no comprende lo extrañado que estoy | hij begrijpt niet hoe verbaasd ik ben |
de entonces acá | van toen af |
el panadero | de bakker |
mucho tiempo | lange tijd |
en balde | vergeefs |
en fin | tenslotte |
estar para razones | voor rede vatbaar zijn |
estar para marcharse | op het punt zijn van heen te gaan |
convencerse | tot de overtuiging komen |
detalladamente | uitvoerig |
mucho antes de (met infinitivo) | lang voor |
publicarse | verschijnen |
la cantina | het buffet (op het station) |
de día | overdag |
de noche | des nachts |
afanarse | zich afsloven |
suspirar | zuchten |
lo mejor posible | zo goed mogelijk |
a la larga | op de lange duur |
la estafeta | het hulppostkantoor |
cuanto más estudia tanto menos aprende | hoe meer hij studeert hoe minder hij leert |
aplicado | ijverig |
la satisfacción | de voldoening |
a lo más | op zijn hoogst |
torcer (ue) | wringen, afslaan (rechts, links) |
la intonación | de intonatie |
a la derecha | rechts |
a la izquierda | links |
todo derecho | steeds rechtuit |
de todos modos | in elk geval |
a tiempo | op tijd |
con entera libertad | ongedwongen |
de boca a boca | onder vier ogen |
a ojos vistas | zienderogen |
desmejorar | achteruitgaan |
suscribirse a | zich abonneren op |
cierto día | op op een dag |
desgraciadamente | ongelukkigerwijs |
por cierto | stellig |
en mangas de camisa | in hemdsmouwen |
un pitillo | een sigaretje |
estar a la disposición de | ter beschikking zijn van |
enfadarse | zich boos maken |
a deshora | } ongelegen |
en mal tiempo | } ongelegen |
así como así | zo maar |
Oefening A
No tiene dinero bastante para pagar hoy mismo. Al día siguiente, muy de mañana se metieron los dos por la calle del Sur. En estos casos es cuando uno se pregunta si la sociedad tiene derecho para matar. Cuando estudiante me aficioné a la música moderna. La niña se echó a llorar y por más que continuaba su madre cantando no se tranquilizó. No llegó el médico a convencer a las dos mujeres. Fernando tardó mucho tiempo en comenzar a leer la novela de su
amigo. A fuerza de fuerzas mantuvo la conversación. No me puedo (= kan) decidir así como así. De cuando en cuando se oía (= hoorde men) el timbre de los tranvías y las campanas de la iglesia próxima. La iglesia estaba a obscuras. No había acabado de decirlo (= nauwelijks had hij het gezegd) cuando sintió (= gevoelde) un escalofrío que le recorría la espalda. SóloGa naar voetnoot1) se oían (= hoorde men) a lo lejos ladridos desesperados de los perros. Las ventanas estaban tapiadas a medias con ladrillos y a medias con tablas. La tierra seca apenas si daba (= gaf) para corner. Aun no había cumplido los cuatro años el niño, cuando el padre empezó a enseñarle las primeras letras. ¿Pero piensa usted pasar la noche allá arriba? A poco de volver recibió la noticia de la quiebra. Se encontró con que no podía (= kon) abrir los ojos de inflamados que nuevamente los tenía. El mundo de afuera no existe, tiene la realidad que yo le quiero dar (= wil geven). Volvió de aquí para allá, a fin de matar el tiempo. Por delante iba (= liep) el pertiguero con una vara con su contera y sus adornos de latón, y detrás chicos y chicas con cerillas y otros con cabos de vela. Hombre ¿tú por aquí? Lo dejaba a solas en la pieza. Su madre está estrechamente emparentada con el conde de Almazán. Estudió al hombre con curiosidad, de arriba abajo y de abajo arriba Pensó que el cochero le había dejado allá intencionadamente. Desde allí se veía (= zag men) el pueblo a vista de pájaro. De rodillas desata el paquete y encuentra el traje de paisano de su hijo. El pobre hombre comía pan seco quince días seguidos y se comprenderá lo mucho que (= hoezeer) sufría en la soledad. Estaba la criada ocupada en sus quehaceres cuando de repente vió (= zag) entrar a la señora. Buenos días, señor Fernández, pasaba por aquí y se me ha ocurrido preguntarle si ya tiene noticias de su hijo. El habló el primero y por poco me faltó tiempo para expresar mi opinión. No tiene ya idea del mundo que le rodea ni la edad que tiene. El joven hablaba con vivacidad y casi correctamente, salvo que con demasiada frecuencia ponía (= plaatste) una r en el lugar de una l. En el camino me crucé primero con un muchacho y una joven que caminaban uno al lado de otro (= naast elkaar). A todo lo largo del camino, dondequiera que se encuentre usted, no hay más que gentesGa naar voetnoot2) a quienes otros aburren, que se aburren y aburren a otros. Momentos después estalló la bomba. Pocos días antes habían tenido una entrevista con el jefe del partido. El reciennombrado no es ni mucho menos un político a las órdenes de un
partido. De sobra sabemos (= weten wij) que a duras penas encuentra qué comer. ¿Me acompañas? ¡Claro que sí! Si tuviera un poco de tierra, cuatro (= een paar) surcos de tierra, sacaría en seguida a su familia de la miseria. Obtuvo un premio por lo bien que (= omdat hij zo goed) había reglado el asunto. ¿Te divertiste (= heb je je vermaakt) ayer? Mucho, muy mucho.
Oefening B
Wij hebben een brief gekregen van je (= tu) broer, hij schrijft heel goed, duidelijk, beknopt. Spreek zachtjes, want (= que) ik heb schele hoofdpijn. Eet flink, wij moeten nog vijf uur lopen. Uw (= su) jongste zoon heeft zich het slechtst gedragen, hij bleef lawaai maken ook toen de leraar al in de klas was. U moet heel vroeg opstaan en vervolgens een koud stortbad nemen, u gevoelt zich dan verkwikt. Hij studeert voortdurend maar hij is niet erg slim, hij begrijpt niet best wat hij leert en vergeet het aanstonds. Zij sprak te vlug, als zij langzamer had gesproken zouden wij haar misschien begrepen hebben. Hij zocht de deur op de tast, hij was bijna gestruikeld maar tenslotte vond hij de deur. Zij nam het eerst het woord en begon met uit te leggen waarom zij niet eerder was gekomen. Overal stonden nieuwsgierigen, buiten en binnen, hier en daar liepen politieagenten om de menigte in bedwang te houden, en in de verte hoorde men (= se oía) het geschreeuw van de straatjongens. De auto staat al klaar, pak vlug de boeken in, wij gaan aanstonds weg. Is de trein nog niet aangekomen? Neen, hij is nog niet aangekomen maar hij zal spoedig aankomen. Hij is enigszins ongesteld maar zal spoedig zijn werk hervatten. Je spreekt te heftig, als je op die (= esa) manier voort gaat zul je te laat begrijpen dat je achtereenvolgens al je vrienden verliest. Dikwijls schreef hij ons dat hij niet meer wist (= sabía) waar hij zich aan moest houden, maar telkens antwoordden wij hem dat hij tenslotte zou overwinnen. Het verbaasde haar zeer dat haar verloofde nog niet geschreven had. Plotseling begreep zij hoezeer hij onder (= door) het verlies had geleden. Zij zullen veel later hun (= sus) studies afmaken dan hun (= su) oudste broer, die toch veel minder intelligent is maar veel vlijtiger. Het duurde lang (= mucho) eer ik antwoord kreeg, maar ik had helemaal niet vermoed dat mijn brief zoek geraakt was. De kruiers zijn aldoor bezig met de zware koffers. Hè (= hola) Jan, jij hier? Waar woon je? Waar ga je (= vas) naar toe? Waar kom je (= vienes) vandaan? Ik herinner me nog goed waar hij vroeger woonde, in het oude huis daarginds op de hoek, een beetje voorbij den bakker. ‘Mijn zoon’, zo sprak de vader plechtstatig en rhetorisch, ‘je krijgt een beloning omdat je zo
goed hebt gewerkt’. Wij zijn te vroeg gekomen maar het zou erger zijn als wij te laat waren weggegaan. Wij wonen tamelijk ver weg, wij hebben onderweg dikwijls vertraging, soms gebeurt het dat onze (vertaal: de) auto plotseling blijft staan. Wij zoeken dan lange tijd tevergeefs naar de oorzaak zonder ze te vinden, tenslotte, onverwacht, begint hij weer te lopen (= marchar) en dan moeten wij wel, willens of niet, dikwijls in het donker de reis voortzetten. Aanvankelijk waren wij van plan hem te schrijven om (= para) hem uit te leggen hoe verbaasd wij waren over zijn (= su) besluit, maar wij begrepen spoedig dat hij niet meer voor rede vatbaar was. Hij was juist vertrokken toen wij terugkwamen. Leest u graag moderne gedichten? Ik houd meer van de romantische dichtkunst. De moeder wilde juist vertrekken toen het kind begon te schreien. Hij zal tenslotte wel tot de overtuiging komen, dat hoe ijveriger hij werkt hoe meer voldoening hij in zijn studie zal vinden. Hoe oud zou zij zijn? Twintig jaar op zijn hoogst. Slaat u rechts af, het tweede huis links is het hulppostkantoor. Eerst rechtuit? Zij ging verdrietig weg, zij had lang gewacht maar het bleek dat er geen (= niet) bezoek meer werd toegelaten. Waar is Jan? Is hij binnen? Ik geloof van niet (= creo que no), hij zal buiten zijn. Antwoord ons zo spoedig mogelijk. Wij willen in elk geval op tijd komen, anders missen wij de trein. Zoals gewoonlijk sprak hij ongedwongen. Ik wil onder vier ogen met u spreken. Hij gaat zienderogen achteruit. Schrijf hem uitvoerig wat u voornemens is. Het vertrek was smaakvol gemeubileerd. Het buffet van het station is dag en nacht open. Zend hem het geld vooruit. Lang voor dat het nieuwe tijdschrift verscheen hadden wij er ons op geabonneerd. Op een dag kwam (= vino) een elegant gekleed (= vestido) heer en vroeg om den chef die ongelukkigerwijs buiten in zijn hemdsmouwen een sigaretje zat te roken. Ik ben te allen tijde tot uw (= su) beschikking. Hoeveel verdient hij per maand? Over het geheel tweehonderd gulden, soms wat meer, soms wat minder. Vergeefs heb ik mij afgesloofd, zuchtte het jongmens, na een half uur gewerkt te hebben. Vertaal deze (= este) oefening zo goed mogelijk en maak je niet aanstonds boos als de vele bijwoorden je niet onmiddellijk te binnen schieten. Hij kwam (= vino) ongelegen. Van dag tot dag wordt het verkeer drukker, nu gaan hier wel een dertig auto's voorbij. Rondom groeiden bloemen, binnen in was een fontein, en van boven was een gordijn van fijne bladeren. Alleen door veel te lezen (gerundio, leyendo) leert men op de duur de nuancen van een taal. En de intonatie? De intonatie leert men slechts door goed te luisteren (gerundio). Natuurlijk. Niet? Zeker, ongetwijfeld.
- voetnoot1)
- Ik laat de oorspronkelijke formatie van woorden als hoy, aquí, así buiten bespreking. Van uit dat gezichtspunt bezien zijn ook deze woorden samenstellingen.
- voetnootl)
- Verbonden met een verleden deelwoord wordt dit bijwoord afgekort, bijv. recienvenido, reciennacido. Onder invloed hiervan komt recien ook wel eens zelfstandig voor.
- voetnoot1)
- In de omgangstaal is zelfs gebruikelijk un hombre bien, een fatsoenlijk man, en dgl.
- voetnoot1)
- Zie ook seguir met het gerundio. Men merke op dat het gerundio onveranderlijk is. Zie les XXI en XXX.
- voetnoot1)
- A poco de, luego de, después de worden gewoonlijk gevolgd door een onbep. wijs, bijv. a poco de llegar kort nadat hij was aangekomen.
- voetnoot1)
- Sólo, accentteken ter onderscheiding van het bijv. nmwr.
- voetnoot2)
- Het wordt steeds meer gebruikelijk het collectief la gente de mensen, in het meervoud te plaatsen.