Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdemblemaEtym: Gr. emblèma = het ingezette < em-ballein = in iets werpen, in-voegen; Lat. ingelegd mozaïekwerk, beeldwerk in reliëf op vazen. Bijzondere vorm van beeldpoëzie (in het Nederlands ook sinnebeeld of zinnebeeld genoemd) die haar eigenheid ontleent aan de driedelige eenheid van opschrift (motto-2), afbeelding (pictura) en onderschrift (subscriptio-1). De pictura is de visuele voorstelling van een idee door middel van een concetto: het op scherpzinnige en verrassende wijze verbinden van uit elkaar liggende beelden of begrippen. Omstreeks het midden van de 16de eeuw krijgt het genre hierdoor zijn vast uitzicht. De drieledigheid beantwoordt aan een dubbele functie: afbeelden en uitleggen. Het voorgestelde wordt naar zijn diepere zin (meestal een stuk levenswijsheid) onthuld. Hoewel deze beide functies het duidelijkst over de pictura en de subscriptio (gaande van een epigram tot een lang prozacommentaar) verdeeld liggen, kan elk van de drie embleemdelen zowel aan het afbeelden als het uitleggen deelnemen. Het genre ontstond haast toevallig in 1531, toen een collectie epigrammen van de Italiaanse humanist Andrea Alciato op initiatief van diens Duitse uitgever van illustraties werd voorzien en als Emblematum liber op de markt werd gebracht. Het kende in de 16de en 17de eeuw, inzonderheid in de Nederlanden en Duitsland, een grote bloei wellicht omdat het aansloot bij een aantal andere genres die op dat moment in de mode waren (maniërisme), zoals het epigram (zie opschrift), de rebus, het blazoen, de rijmprent, het portretgedicht (beeldgedicht-2) en de impresa of devies, en bij de belangstelling voor de hiërogliefen, de allegorische (allegorie) literatuur en mnemotechnieken uit de middeleeuwen, en bij geïllustreerde boeken in het algemeen. Het genre oefende zelf een diepgaande invloed uit op literatuur, bouw- en schilderkunst. In de loop van de 18de eeuw verdween het langzaam. Een indeling in drieën van de emblematabundels is mogelijk: heroïsch (individueel zoals vorstenspiegels, of corporatief), ethisch-moraliserend (religieus of erotisch) en didactisch (encyclopedisch of iconologisch). Tot de typische Nederlandse varianten van het genre behoren het liefdesembleem (emblemata amatoria) en het zgn. realistisch embleem, die het Hollandse leven van alledag als uitgangspunt nemen. Daniël Heinsius (Quaeris quid sit amor, 1601), G.A. Bredero (in de bundel Thronus Cupidinis van 1618, waarin ook bijdragen van Roemer en Anna Visscher, Otto Vaenius, Vondel en Hooft), Jacob Cats (Sinne- en minnebeelden, 1618) en P.C. Hooft (Emblemata amatoria, 1611) zijn emblematici die zich met het typisch Nederlandse liefdesemblema hebben beziggehouden, daarbij bijgestaan door de beste illustratoren uit die tijd (Crispijn de Passe, Adriaan van de Venne). Beoefenaren van religieuze (liefdes)emblemata zijn Hermanus Hugo, A. Poirters en Jan Luyken. Een bijzondere categorie vormt de hartsemblematiek (religieus en profaan), waarin het menselijk hart is afgebeeld en centraal staat. Realistische emblemata - eveneens een typisch Hollands subgenre - zijn van Roemer Visscher (Sinne-poppen, 1614), Johan de Brune de Oude (Emblemata, 1624) en Jan van der Veen. Met name in de barok spreekt men ook wel van het literair- of woordemblema bij literatuur, meestal poëzie, die een aan de emblematiek ontleende bijzondere vorm van beeldgebruik hanteert; bij Jacobus Revius en Heiman Dullaert kan men daarvan voorbeelden aantreffen. Belangrijke drukkers van embleembundels zijn Chr. Plantin en D.P. Pers, welke laatste zowel C. Ripa’s emblematisch ‘handboek’ Iconologia vertaalde (1644), als zijn eigen bundel Bellerophon (1614) uitgaf, naast die van o.a. Coornhert, Heinsius en Vondel. In de inleiding van Vondels Gulden Winckel (1613) omschreef Pers de emblematiek als volgt: de stomme schilderie en levende dicht-kunst (als twee gesusters, malkanderen omhelsende) kunstlijcken versaemt, en het profijtelijcke by het vermakelijcke ghevought Alle belangrijke emblemata-bundels (773 in totaal) zijn op microfiches uitgegeven door Inter Documentation Company te Leiden.
Een emblema met motto, pictura en aanhef van de subscriptio in Jacob Cats' Proteus (1627). [bron: Bibliopolis].
Lit: P.J.H. Vermeeren, ‘De emblemata van Cats’ in Aandacht voor Cats bij zijn 300-ste sterfdag (1962), p.155-176 M. Praz, Studies in seventeenth-century imagery, 2 dln (19642-1974) E. de Jongh, Tot lering en vermaak. Betekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw (1976) A. Henkel & A. Schöne, Emblemata. Handbuch zur Sinnbildkunst des XVI. und XVII. Jahrhunderts (19762) K. Porteman, Inleiding tot de Nederlandse emblemataliteratuur (1977) Wort und Bild. Buchkunst und Druckgraphik in den Niederlanden im 16. und 17. Jahrhundert (1981) K. Porteman, ‘De liefdesemblematiek’ in P.C. Hooft, Emblemata amatoria (1983), p. 6-68 P.J. Meertens & Hilary Sayles, Nederlandse emblemata. Bloemlezing uit de Noord- en Zuidnederlandse emblemata-literatuur van de 16de en 17de eeuw (1983) K. Porteman, ‘Geschreven met de linkerhand? Letteren tegenover schilderkunst in de Gouden Eeuw’ in M. Spies (red.), Historische letterkunde. Facetten van vakbeoefening (1984), p. 93-113 H. Vekeman & J. Müller Hofstede (red.), Wort und Bild in der niederländischen Kunst und Literatur des 16. und 17. Jahrhunderts (1984) R. van Straten, Een inleiding in de iconografie (1985) J. Landwehr, Emblem and fable books, printed in the Low Countries 1524-1813: a bibliography (1988) B. Scholz e.a. (red.), The European emblem: selected papers from the Glasgow conference 1987 (1990) Anatomie de l'emblème, themanummer van Littérature (1990) H. Luijten & M. Blankman, Minne- en zinnebeelden; een bloemlezing uit de Nederlandse emblematiek (1996, 20032) Glasgow Emblem Studies (reeks 1996- ) A.S.Q. Visser, P.G. Hoftijzer & B. Westerweel, Emblem books in Leiden: a catalogue of the collections of Leiden University Library (1999) A. Adams e.a., A bibliography of French emblem books of the 16th and 17th Centuries, 2 dln (1999-2002) B.F. Scholz, Emblem und Emblempoetik: historische und systematische Studien (2002) S. McKeown & M.R. Wade (red.), The emblem in Scandinavia and the Baltics (2006) P. Daly (red.), Companion to emblem studies (2006) S. McKeown (red.), The international emblem: from incunabula to the internet (2010) http://emblems.let.uu.nl/catsretorica/html/index.html.
|
|