Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrebusEtym: Lat. door middel van dingen [uitgedrukt] < Lat. res = dingen. Type van woord(en)spel dat doorgaans de vorm van een raadsel aanneemt, waarbij de speler een woord of woordenreeks moet raden waarvan de verschillende onderdelen zijn weergegeven d.m.v. tekeningetjes, letters of cijfers. Hoewel het tekstprocedé of genre per definitie afhankelijk is van de grafische weergave, gaat het in wezen om een louter klankspel: de weergegeven of gesuggereerde tekens zijn steeds (bij benadering) homoniem (zie homonymie) met een segment van de verborgen boodschap. In tegenstelling tot het zuivere figuur- of beeldraadsel maakt de zgn. droedel (soms typografische rebus of letterrebus genoemd) enkel gebruik van lettertekens; ook de positie, kleur, vorm enz. van de lettertekens moet hierbij vaak in rekening gebracht worden. De voor de hand liggende etymologie van de term weerspiegelt de semiotische structuur van de rebus. Een alternatieve verklaring ziet de term als de afkorting van ‘de rebus quae geruntur’ (Lat. over de zaken die gebeuren); zo noemde men nl. de hekelende pamfletten die door priesters in het 16de-eeuwse Picardië tijdens de carnavalperiode werden verspreid en die dergelijke tekeningen bevatten. De rebus is verwant met de hiërogliefen uit de emblematiek, maar onderscheidt zich daarvan doordat hij toegankelijk is voor alle deelhebbers aan dezelfde taalgemeenschap, terwijl de hiërogliefen alleen aan ingewijden bekend zijn. De rebus was vooral populair bij de rederijkers die hem vaak opnamen als bijschrift op hun blazoen. Sinds het Antwerpse landjuweel van 1561 bestond er een speciale prijs voor rebusblazoenen. Bekende vervaardigers van rederijkersrebussen zijn Peeter en Zacharias Heyns en Willem van Haecht. In de 18de eeuw heeft Willem Bilderdijk nog brieven in rebusvorm geschreven: Speels vernuft: rebusbrieven en bedriegers (ed. Bosch, 1981). Ook in de kinderliteratuur komt de rebus voor, o.a. in De kleine print-bybel, waar in door verscheide af-beeldingen een meenigte van Bybelsche spreuken verklaart worden (1772). Tegenwoordig worden rebussen vrijwel uitsluitend gebruikt voor prijsvragen, bijv. ‘Wie lost deze Brief in rijmspraak op?’ (in: Spektator 1, 1971-1972, p. 202-203).
Printbijbel met Bijbelteksten in rebusvorm. [bron: H. Bekkering (red.), De hele Bibelebontse berg (1990), p. 185].
Lit: C.P. Burger, ‘De rebus van onze oude rederijkers’ in Het Boek 14 (1925), p. 145-192 K. Porteman, Inleiding tot de Nederlandse emblemataliteratuur (1977), p. 29 D. Scott, ‘The poetics of the rebus: word, image and the dynamics of reading in the poster of the 1920s and 1930s’ in Word & Image (1977), p. 270-278 P. Guiraud, Les jeux de mots (1979), vooral hfst. 4 A. Keersmaekers, ‘Rederijkers-rebusblazoenen in de zestiende-zeventiende eeuw’ in H. Vekeman & J. Müller Hofstede, Wort und Bild in der niederländischen Kunst und Literatur des 16. und 17. Jahrhunderts (1984), p. 217-219 J. Céard & J.C. Margolin, Rébus de la Renaissance. Des images qui parlent, 2 vols (1986) Battus, Opperlans! (2003).
|
|