Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexiconwoord(en)spelEen weinig precies gedefinieerde verzamelnaam voor allerlei vormen van taalgebruik waarbij op een of andere manier gespeeld wordt met de vormen en/of betekenissen van woorden en woordencombinaties. De term kan eventueel met afkeurende bedoeling gebruikt worden, om te verwijzen naar holle retoriek of gratuit taalvernuft. Meer in het bijzonder kan woordenspel of woordspel ook gebruikt worden als synoniem voor woordspeling. Een uitgebreide bloemlezing van poëzie waarin met woorden gespeeld wordt werd samengesteld door P. Barneveld, J. Heerze en J. de Zanger onder de titel Pas op, de dichter lacht: 800 jaar spel, spot en humor in Nederlandse verzen (1987).
Lit: H. Schultink, 'De linguistische grondslagen van het woordspel' in C.B. van Haeringen, W.A.P. Smit & B. van den Berg (red.), Minderaa-nummer van De nieuwe taalgids 57 (1964) 4, p. 242-252 F.R. Noske, 'Muzikaal woordenspel bij Hooft' in Tijdschrift Nederlandse taal- en letterkunde 82 (1966) 4, p. 233-254 T. ter Meer, Snel en dicht: een studie over de epigrammen van Constantijn Huygens (diss., 1991) H. Flipse, Dichter dop draak: poëzie als woordspel (1992) D. Delabastita (ed.), Traductio: essay on punning and translation (1997) D. Crystal, Language play (1998) U. Erckenbrecht, Divertimenti: Wortspiele, Sprachspiele, Gedankenspiele (1999) J. Kwapisz, D. Petrain & M. Szymanski (ed.), The muse at play: riddles and wordplay in Greek and Latin poetry (2013) A. Zirker & E. Winter-Froemel, Wordplay and metalinguistics/metadiscursive reflection (2015).
|
|