Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 2(1879)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Ten geschenke ontvangen boekwerken. Van 5 Mei 1877 tot 30 April 1878. Ruiling van genootschappelijke werken. Memorie van den capitain ter zee Ver-Huell, met 's lands esquader in het jaar 1784/5 in Indië geweest zijnde. Medegedeeld door Jhr. H.C.A. Ver-Huell. Het oprichten eener Vroedschap te Utrecht. Door Mr. S. Muller Fz. Zeezaken. Medegedeeld door den Heer P.A. Leupe. Rapport van Carel van Cracouw, als Commissaris naar Spanje gezonden in het belang van den Staat, en het daarop genomen besluit van de Staten Generaal. 1618. Commissie voor den capitein Merten van Rijsbergen, als Commissaris op de schepen van oorlog, onder bevel van den Commandeur Quast, en zijn verzoekschrift bij de Staten Generaal ingediend, ter bekoming van zijn achterstallig tractement, voorgeschoten ongelden enz. 1618. Verzoekschrift van de reeders van het schip de Bontekoe Gevoerd door den schipper Willem IJsbrantsz. Bontekoe van Hoorn, door de Turken genomen en bij de Spanjaarden hernomen en door hen opgebracht; om brieven van voorschrijving, voor Jan Jansz. Bleeker, gaande naar Spanje, aan de Autoriteiten aldaar, in het belang van hun schip en goederen (1618). Verzoekschrift van de vrouw van den schipper Dirck de Ruyter, om brieven van voorschrijving ten behoeve van haar man, gevangen zijnde in de Allerheiligen Baai, aan de Autoriteit aldaar, 1618. Verzoekschrift van Pieter Woutersz. van Zierikzee, als Raad gediend hebbende in de vloot van den Commandeur Quast, om betaling van gemaakte onkosten enz., 1618. Verzoekschrift van de weduwe van den luitenant admiraal Egbert Meeuwsen Cortenaer Om pensioen (1684). Brief van Rijkloff van Goens, Raad van Indië, Super-Intendent en Admiraal over Ceilon enz., aan den Gouverneur Generaal Maetsuycker, in het belang van den Engelschen Vice-Commandeur Jonas Handid. 1673. Verbaal van het gepasseerde binnen de stad Delft, bij de electie van Z. Hoogh. den Heere Willem Carel Hendrik Friso, Prince van Oranje, tot Stadhouder, etc. 1747. Medegedeeld door den Heer Mr. J. Soutendam. Papieren van D. Bavy wegens het voorgevallene te Bengalen, 1763. (Uit de papieren van een Bewindhebber der Oost-Ind. Compagnie.) Sommier discours ouer den staet vande vier geconquesteerde capitanias Parnambuco, Itamarica, Paraiba ende Rio Grande, inde noorderdeelen van Brasil. (Uit het Archief van Hilten). Generale beschrijvinge vande Capitanie Paraiba. (Uit het Archief van Hilten). Representatie eeniger pointen van clachten der Nederlantsche Oostindische Compagnie, waer ouer ende ouer andere meer sij reparatie ende redres versoeckt ten laste van d'Oostinde Compe van Engelant, achtervolgens het Tractaet tusschen haer beyden gemaeckt, anno 1619, ende het accort, ao 1623. (Uit het Archief van Hilten). Remonstrantie der bewinthebberen vande geoctroyeerde Oostind. Comp. deser Nederlanden, gedaen aen haere Ho. Mo. op den 19. May 1639, eerst mondelinge enĚ„ naemaels schriftel. ouergelevert, raeckende de differenten tusschen de voornoemde Compe ende de Oostind. Compe van Engelandt ende op wat voet ende regel deselve geaccordeert ende wech genoomen sullen connen worden. (Uit het Archief van Hilten.) Poincten daer op alle de cameren vande Westindische Compagnie beschreven sijn, omme in conformité vanden octroije tegen den eersten meert st. n., wesende donderdach, goet tijts haere gecommitteerden te senden binnen der stadt Amsterdam, omme als dan in besoigne te treden, op poene van ses guld. daeghs bijde defaillanten te verbeuren, als breeder &c. (Uit het Archief van Hilten.) Rapport van gecommitteerden voor den beschrijvingsbrief. Rapport van den ambassadeur Aubery du Maurier, na zijn terugkeer uit Holland in 1624 ingediend aan den Koning van Frankrijk. Medegedeeid door Mr. W.H. de Beaufort. Het feestmaal der Utrechtsche Priester-Broederschap.