De Hollandsche schilderkunst in de 17e eeuw: Rembrandt en zijn tijd(1936)–Wilhelm Martin– Auteursrecht onbekendOnze 17e eeuwsche schilderkunst in haren bloeitijd en nabloei Inhoudsopgave Voorbericht Rembrandt en zijn tijd Inleidend hoofdstuk. De bloeitijd (Rembrandt en zijn tijd) 1635-1670. (Afdeeling C). Eerste hoofdstuk (X). - Rembrandt Harmensz. van Rijn. Tweede hoofdstuk (XI). - Portret- en historieschilders uit Rembrandt's school. Derde hoofdstuk (XII) - Portretschilders, onafhankelijk van Rembrandt. Vierde hoofdstuk (XIII) - De Delftsche figuurschilders en aan hen verwante meesters. Vijfde hoofdstuk (XIV) - De Leidsche fijnschilders. Genreschilders in Dordrecht, Deventer, Rotterdam enz. Zesde hoofdstuk (XV) - Jan Steen en zijn kunst. Zevende hoofdstuk (XVI) - Meesters van het landschap en schilders van vee en paarden. Achtste hoofdstuk (XVII). - Schilders van schepen, zee, meren en stroomen. Negende hoofdstuk (XVIII). - Schilders van gebouwen, stadsgezichten en kerkinterieurs. Tiende hoofdstuk (XIX). - Schilders van stillevens, bloemen, vruchten, insecten, dood en levend pluimvee en diergaarden. Elfde hoofdstuk (XX) - Onze schilders in het buitenland. Uitheemsche schilders hier te lande. De nabloei; de tijd na Rembrandt's dood (1670-1700) (afdeeling D). Twaalfde hoofdstuk (XXI) - Geleidelijke veranderingen in techniek en kleur. De meesters uit het einde der eeuw. Nabloei en verval. Lijst van afbeeldingen, alfabetisch volgens de kunstenaars. Register.