Alle de brieven. Deel 15: 1704-1707
(1999)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrief No. 257
| |||
Gepubliceerd in:
| |||
Korte inhoud:Theorie over de vorming van bastweefsel uit hout. Doorsneden en afbeeldingen van vaten en cellen van bast- en houtweefsel van kersen-, berken-, kaneel-, en lindenhout; doorsneden en afbeeldingen van vaten en cellen uit kurk. | |||
Figuren:Ga naar margenoot+Op twee afzonderlijke bladen zijn respectievelijk de fig. 1-6 en 7-15 bijeengebracht. | |||
Opmerkingen:Een eigentijdse, Engelse vertaling van de brief bevindt zich in handschrift te Londen, Royal Society, MS 2044, Early Letters L.3.78; 10 foliobladzijden. Onderaan het eerste van deze bladzijden staat geschreven: Vide Herb. Dodon: pag. 757. De brief werd voorgelezen op de vergadering van de Royal Society van 25 april 1705 O.S. (Royal Society, Journal Book Original, Dl. 11, blz. 70). Opgemerkt werd dat it endeavor's to prove that they [the Barks, LCP] are nourished by Vessels from the Wood. Zie voor de Oude Stijl (O.S.) de Opmerkingen bij Brief 249 van 22 juli 1704, in dit deel. | |||
Letter No. 257
| |||
Published in:
| |||
Summary:A theory about the formation of bark tissue from wood. Cross-sections and pictures of vessels and cells of bark- and wood-tissue of the wood of cherry-, birch-, cinnamon-, and lime-trees; cross-sections and pictures of vessels and cells from cork. | |||
Figures:Ga naar margenoot+On two separate sheets the figures 1-6 and 7-15 respectively have been brought together. | |||
Remarks:A contemporary English translation of the letter is to be found in manuscript in London, Royal Society, MS 2044, Early Letters L.3.78; 10 folios. At the bottom of the first of these pages is written: Vide Herb. Dodon: pag. 757. The letter was read in the meeting of the Royal Society of 25 April 1705 O.S. (Royal Society, Journal Book Original, vol. 11, p. 70). It was noted that it endeavor's to prove that they [the Barks, LCP] are nourished by Vessels from the Wood. For the Old Style (O.S.) see the Remarks on Letter 249 of 22 July 1704, in this volume. | |||
Delft in Holland den 27e Maart 1705
Aan de Hoog Edele Heeren, die vande Co: Sot: in London
Mijn laaste Onderdanigste aan Hare Hoog Edele Heeren, is geweest den 3e MaartGa naar voetnoot1, waar in ik kome te seggen, van het besmetten vande Huijt, door stark water, dat met silver beladen wasGa naar voetnoot2, die ik wil hoopen dat wel sal sijn te regt gekomen. Hier nevens gaan mijne aan teekeninge, waar van ik in mijn voor gaande brief, mentieGa naar voetnoot3 hebbe gemaakt. Ga naar margenoot+Al hoe wel ik mij ten genoegen (al veel veelGa naar voetnoot4 jaren geleden), hadde in gebeeltGa naar voetnoot5, dat ik hier in voldaan wasGa naar voetnoot6, namentlijk, dat de Bast vande Boomen, uijt het Hout voort quam, ende niet het Hout uijt de Bast, wierde voort gebragt, gelijk veele vast steldenGa naar voetnoot7, soo bevinde ik, dat nog selfs onder Hoog Leeraren, Hare Leerlingen in boesemenGa naar voetnoot8, dat het Hout uijt de Bast gemaakt wierde, gelijk nog laast seker Heer 't mijnen Huijse sijnde, wilde staande houdenGa naar voetnoot9. Dit geseijde, heeft mij bewogen, nader ondersoekinge, ontrent de basten van Boomen te doen, om was het doenlijk, de Werelt naakterGa naar voetnoot10 te overtuijgen, als ik voor desen hebbe gedaan, dat de Basten vande Boomen, door gaansGa naar voetnoot11 uijt het Hout waren voortkomende. Ga naar margenoot+Ik hadde dan een stukje, van ontrent een schrijfpenne dikteGa naar voetnoot12, kaneel-Hout, daar de Bast van soo danig Hout dat de Caneel is, mede was bekleetGa naar voetnoot13. | |||
Delft in Holland, the 27th of March 1705.
To the Very Noble Sirs,
My last most humble letter to you, Very Noble Sirs, was that of the 3rd of MarchGa naar voetnoot1, in which I spoke about the infection of the skin by aqua fortis, in which silver was dissolved; I hope it will have duly reached you. Herewith I enclose my notes, which I mentioned in my preceding letter. Ga naar margenoot+Although to my satisfaction I had formed the opinion (very, very many years ago) that I was certain that the bark of the trees was produced from the wood, and the wood was not produced from the bark, as many people alleged, I find that even among professors there are some who impress on their pupils that the wood is produced from the bark, as recently a certain gentleman who visited me wanted to maintainGa naar voetnoot2. This induced me to examine the barks of trees further, in order to convince the world, more clearly than I have done previously, that the barks of the trees were always produced from the wood. Ga naar margenoot+I had a piece of cinnamon-wood, about the thickness of a goose-quill, which piece of cinnamon-wood was covered with the bark. | |||
Dit stukje kaneel-Hout, oordeelde ik dat alder bequaamstGa naar voetnoot14 soude wesen, om te bewijsen, dat de Bast uijt het Hout gemaakt wierde, om dat de Horisontale vaaten int Hout, rootagtig sijn, over een komende met de kaneelGa naar voetnoot15. Dog hoe ik dit Hout quam te handelen, soo konde ikGa naar voetnoot16 het selvige niet over dwars, soo danig ontstukken snijden, dat de Bast, ende het Hout vereenigt bleef, maar de Bast scheijde door gaansGa naar voetnoot17 van het Hout, van het welke ik int eerst geen bevattinge konde krijgen, dog mij erinnerendeGa naar voetnoot18, dat het Eijland van Ceijlon, is leggende, seer na tussen de 5. ende 10. graden, noorder breete, en over sulksGa naar voetnoot19 een gans jaar door, wasdom inde Vrugten, Hout, en bast is, waar door dan door gaansGa naar voetnoot20 nieuwe sappen, tusschen het Hout, ende Bast gevoertGa naar voetnoot21, soo om nieuw Hout, en BastGa naar voetnoot22, te maken, ende dusGa naar voetnoot23 de Bast van het Caneel Hout, ten allen tijden kan gescheijden werdenGa naar voetnoot24. Hier nu mijn genoegen niet vindendeGa naar voetnoot25, sijn mijn gedagten geloopen op de Basten, soo van kerssen, pruijmen, Berken-Hout enz: welke vaaten in die Basten, niet inde lengte, maar inde ronte om het Hout loopen, en om sulks aan te wijsen, hebbe ik een dun takje van een kersse Boom gesneden. Ga naar margenoot+Fig: I ABCDE. verbeeld een dun takje van een kersse-Boom, in welk Hout, deGa naar margenoot+ Vaaten ofte Canaaltjens inde Bast, waar door het selvige is gemaakt, niet inde lengte, maar inde ronte om het Hout sijn loopende, en over sulksGa naar voetnoot26 kan de Bast van soo danig Hout, niet in sijn lengte, maar inde ronte af geschilt werden, Contrarie eenig ander Hout, als hier inde geseijde figuur, alwaar met CFGD. een stukje van de af geschilde Bast werd aan gewesenGa naar voetnoot27. | |||
I considered that this piece of cinnamon-wood would be extremely suitable to prove that the bark is produced from the wood, because the horizontal vessels in the wood are reddish, just like the cinnamonGa naar voetnoot3. But however I handled this wood, I could not cut it crosswise into pieces in such a way that the bark and the wood remained united. The bark separated each time from the wood, a fact which at first I could not understand, but I recalled that the island of Ceylon is situated almost between latitude 5o and 10o north and there was therefore growth in the fruit, wood, and bark throughout the year, as a result of which new saps are continually conveyed between the wood and the bark, to form new wood as well as bark, and thus the bark can at all times be separated from the cinnamon-woodGa naar voetnoot4. Because I was not satisfied with this, I thought of the barks of cherry-wood, plum-wood, and birch-wood, etc., in which the vessels do not run lengthwise, but in a circle round the wood, and in order to show this, I cut a thin twig from a cherry-tree. Ga naar margenoot+Fig. 1 ABCDE represents a thin twig from a cherry-tree, in the wood of which theGa naar margenoot+ vessels or canals in the bark from which it has been produced do not run lengthwise, but in a circle round the wood, and consequently the bark of such wood cannot be peeled off lengthwise, but in a circle round the wood, in contrast with any other wood, as here in the said figure, where by CFGD is represented a piece of the peeled-off barkGa naar voetnoot5. | |||
Ga naar margenoot+Soo dat de Canale ofte vaaten, waar uijt het bestaat, van C na F. ofte van D na G sijn loopende. Ik hebbe voor desen geseijt, dat in alle Hout, daar men winter heeft, tot soo verreGa naar voetnoot28 datter een stil stand van wasdom inde Boomen is, totGa naar voetnoot29 alle tijde, soo lang de wasdom duijrt, de Bast ook in dikte toe neemt, ende dat de Bast, die daar te vooren gemaakt is, verder en verder van het Hout werd weg gestooten, tot soo verre, dat men inde Bast van Oude Boomen, wel een vinger breet kan inde Bast snijden, sonder dat men eenige groenigheijt, ofte sappigheijt gewaar werd, en als men soo danigen Bast, met aandagt beschouwt, sullen wij ontdekken, wat gedeelte vande Bast van tijd, tot tijdGa naar voetnoot30, van voetsel is verlaten, en bij gevolg dan soo danige Bast aldaar verstorven isGa naar voetnoot31. Met dese mijne laaste waar neminge, hebbe ik gesien, dat in een eenjarige schuet, van een kersse Boom, de Bast ten minsten bestont uijt ses dunne vliesen, welkers uijt nemende dunne Canaaltjens, ofte striemtjensGa naar voetnoot32 inde ronte om het Hout waren loopende, en welkers vliesen, seer vast aan den anderenGa naar voetnoot33 waren vereenigtGa naar voetnoot34. Ik hadde een vande Vliesjens, soo dun van andere Vliesen gescheijden als het mij mogelijk was, ende dat van een takje van een kersse Boom, die meer als een jaar Out was, voor een Vergroot-glas staan, dat ik hebbe laten afteijkenen, soo als het den TeijkenaarGa naar margenoot+ quam te sien, als hier met fig: 2. HIKL werd aan gewesen, waar aan men komt te sien, dat de vaaten, ofte Canaaltjens, niet inde lengte om het Hout sijn loopende, maar rond omme het Hout sijn loopende, en ter wijl sulks isGa naar voetnoot35, soo en konnen dese vaatjens niet in haar geheel blijven, maar moeten van tijd, tot tijdGa naar voetnoot30 ontstukken breekenGa naar voetnoot36. | |||
Ga naar margenoot+Therefore the canals or vessels of which it consists run from C to F or from D to G. I have said before that in all wood in regions where there is winter to the extent that there is an arrest of growth in the trees, at all times, as long as the growth lasts, the thickness of the bark also increases, and that the bark produced previously is pushed ever further away from the wood, so much so that one can cut a finger's breadth into the bark of old trees without perceiving any greenness or sappiness, and if we observe such a bark attentively, we shall discover what part of the bark in the course of time has been deprived of food and consequently such a bark has died off thereGa naar voetnoot6. In this my last observation I saw that in a one-year-old shoot of a cherry-tree the bark consisted of at least six thin membranes whose extremely thin canals or streaks run in a circle round the wood; and these membranes were closely united with each otherGa naar voetnoot7. I had separated one of the membranes as thinly from other membranes as I could and had put that of a twig of a cherry-tree which was more than a year old before a magnifying glass and asked the draughtsman to draw it such as he saw it, as designatedGa naar margenoot+ here in Fig. 2 by HIKL. And here one sees that the vessels or canals do not run lengthwise about the wood, but in a circle round the wood. And because this is so, these vessels cannot remain intact, but are bound to break to pieces in course of timeGa naar voetnoot8. | |||
Ga naar margenoot+Wanneer ik nu het Hout van een kersse Boom, dat een jaar ofte meer Out was, over dwars quam te door snijden, om aan te wijsen, dat de horisontale Vaaten, die uijt het Hout tot inde Bast gaan, en waar uijt de Bast moet bestaanGa naar voetnoot37, soo quam mij doorgaans om de sagtigheijt die de Bast naast het Hout is hebbende, soo te buijgenGa naar voetnoot38, dat ik de Horisontale Vaaten, niet tot mijn genoegenGa naar voetnoot39, den Teijkenaar konde voor de Oogen stellen. Ga naar margenoot+Hier op quamen mijn gedagten tot het Berken-Hout, om dat het grootste gedeelte van dat Hout, met een roode Bast is versien, die het Hout niet en verlaatGa naar voetnoot40, maar jaarlijks in dikte is toe nemende, ende datGa naar voetnoot41 buijten om die schors ofte Bast, verscheijde maal in een jaar, een wit agtig Basje wort gemaakt, die dan ook het Hout verlaat, en als of schiltGa naar voetnoot42, namentlijkGa naar voetnoot43, als het Berken Hout, maar van een gemeneGa naar voetnoot44 dikte is, want in het dikke Hout, werd dese afschilferende Bast niet gemaakt, en als dan neemt soo danigen Bast, in ongemene dikte toeGa naar voetnoot45, dog het merendeel van soo danigen Bast werd weg gestooten, ende is alsGa naar voetnoot46 sonder voetsel, en over sulksGa naar voetnoot26 kan dan ook het buijtenste afschilferende Basje niet gemaakt werdenGa naar voetnoot47. Dit laast geseijde Hout, om dat het seer droog was, hebbe ik int water geleijt, op dat ik dus doende, het selve tot mijn genoegen, soude konnen snijden, met een scharp mes, omGa naar voetnoot48 soo weijnig als het mogelijk was, de op gaande, ende horisontale vaaten, ofte Canale, soude toe drukken. Ga naar margenoot+Fig: 3. LMNOPQRGa naar voetnoot49. vertoont een kleijn gedeelte van het laast geseijde Hout, dat over dwars is af gesnedenGa naar voetnoota, waar in men de op gaande vaaten ofte Canale, sooGa naar voetnoot50 groote als kleijne komt te sien, en tusschen welke vaaten, de Horisontale vaaten ofte Canalen, die hare sappen, uijt de op gaande vaaten van het Hout sijn ontfangende, loopenGa naar voetnoot51. | |||
Ga naar margenoot+Now when I cut the wood of a cherry-tree, which was one year old or more, crosswise to show that the horizontal vessels from which the bark receives its growth pass from the wood into the bark, I found every now and then, owing to the softness which the bark had close to the wood, that it bent in such a way that I could not put the horizontal vessels to my satisfaction before the draughtsmanGa naar voetnoot9. Ga naar margenoot+I then thought of birch-wood, because the greater part of that wood is provided with a red bark, which is not detached from the wood, but annually increases in thickness, and because several times a year on the outside of that bark a whitish bark is formed, which then is detached from the wood and as it were peels off, especially when the birch-wood is only of average thickness, for in thick wood the bark which peels off is not produced. And then such a bark increases extraordinarily in thickness, but the greater part of that bark is shed and is as it were without food, and thus the outermost bark that peels off cannot be produced eitherGa naar voetnoot10. Because the latter wood was very dry, I laid it in the water in order that thus I might be able to cut it to my satisfaction, with a sharp knife, so that I should compress the vertical and horizontal vessels or canals as little as possible. Ga naar margenoot+Fig. 3. LMNOPQRGa naar voetnoot11 shows a small part of the latter wood which has been cut off crosswise, in which one sees the vertical vessels or canals, both the large and the small ones, and between which vessels the horizontal vessels or canals run, which receive their saps from the vertical vessels of the woodGa naar voetnoot12. | |||
Na verscheijde snede, die ik met een scharp mes dede, hebbe ik de schors ofte Bast, van het geseijde Hout, ongemeen hard gevondenGa naar voetnoot52, en dit wierd meest veroorsaakt, beeld ik mij inGa naar voetnoot53, door een te samen gestremdeGa naar voetnoota wit agtige stoffe, die men voor hars soude aan sien, door welke hardigheijt ik het Hout, ende de Bast, tegelijk soo niet en konde door snijden, dat de Horisontale Vaaten, die uijt het Hout quamen, ende tot inde Bast waren, in een regte linie quamen te leggen, om dat de Bast, veel harder sijnde dan het Hout, voor het Mes was wijkendeGa naar voetnoot54. Ik hebbe dan soo veel mij doenlijk was, een kleijn stukje Hout ende Bast, in een sneGa naar voetnoot55 af gesneden, ende dat kleijn gedeelte voor een Vergroot glas gestelt, op dat den Teijkenaar te gelijk het Hout, ende Bast, soude komen te sien. Ga naar margenoot+Inde geseijde fig: 3. werd met QVTSR een stukje vande verhaalde Bast aan gewesen, waar in de Horisontale vaaten, inde geseijde figuur soo als die int Hout sijn leggende, ende tot inde Bast gaan, en waar uijt de Bast voortkomt, met MNOP. aan gewesen, waar van men N. en O.Ga naar voetnoot56 niet inde schors door gaan, om de hardigheijt vande stoffe die inde Bast is, ende die aldaar met X werd aan gewesenGa naar voetnoot57. Maar de Horisontale vaaten, die met MRS ende PQVT.Ga naar voetnoot58 werden aan gewesen, die gaan van het Hout tot inde Bast, soo verre, tot datter geen verstervinge inde Bast isGa naar voetnoot59. GelijkGa naar voetnoot60 nu de Basten, ofte Schorssen, van het Berken Hout, ofte wel der selver vaaten ofte Canalen, mede inde ronte van het Hout loopen, soo konde ik int eerst niet bevatten, hoe de omloopinge vande Canalen die uijt de Horisontale Vaaten quamen, konde voortkomenGa naar voetnoot61, soo hebbe ik dan eijntelijkGa naar voetnoot62 waar genomen, dat soo ras als de Horisontale vaaten uijt het Hout inde Bast quamen, uijt deselve van weder zijde vande selve waren voortkomende, uijt nemende kleijne Canaaltjens ofte vaatjens, die inde ronte van het Hout waren loopende, ende dus de Bast van het Hout, voor het meerendeel waren uijt makendeGa naar voetnoot63. | |||
After several cuts which I made with a sharp knife I found the bark of the said wood to be extremely hard, and I assume that this is usually caused by a coagulated whitish substance which one would take to be resin. Owing to this hardness I could not cut through the wood and the bark simultaneously in such a way that the horizontal vessels which emerged from the wood and passed into the bark came to lie in a straight line, because the bark, being much harder than the wood, gave way to the knifeGa naar voetnoot13. I therefore cut off, as well as I could, a small piece of wood and bark in one cut, and put that small piece before a magnifying glass, in order that the draughtsman might see the wood and the bark at the same time. Ga naar margenoot+In the said Fig. 3, QVTSR designates a piece of the said bark, in which the horizontal vessels, such as they lie in the said figure in the wood and pass into the bark, and from which the bark is produced, are designated by MNOP, of which N and O do not continue in the bark because of the hardness of the substance in the bark, which is designated there by XGa naar voetnoot14. But the horizontal vessels which are designated by MRS and PQVTGa naar voetnoot15 pass from the wood into the bark to the point where the bark has no longer died off. Now while the barks of the birch-wood, or their vessels or canals, also run in a circle round the wood, I could not at first understand how the circumvolution of the canals which emerged from the horizontal vessels could take place. But finally I observed that as soon as the horizontal vessels passed from the wood into the bark there emerged from the other side of them extremely small canals or vessels which ran in a circle round the wood and therefore produced the greater part of the bark of the woodGa naar voetnoot16. | |||
Ga naar margenoot+Ik hebbe inde geseijde fig: 3. met PQVT.Ga naar voetnoot64 een vande Horisontale vaaten, soo als die uijt het Hout sijn komende, ende tot in een kleijn gedeelte vande BastGa naar voetnoot65 met QVT. aan gewesen, en al waar tusschen Q en V een kleijn gedeelte vande vaatjens, die uijt de geseijde Horisontale voort komen, ende die inde ronte vande Bast loopen, aan gewesenGa naar voetnoot66, en hoe naeuw keurig ik toe sag, soo en hebbe ik niet een op gaande Canaal, die inde lengte vande schors soude moeten loopen, soo de schors uijt de wortel gevoet wierde, ontdektGa naar voetnoot67. Ik hadde ook een dun afgeschilfert deeltje vande Bast, van het geseijde Hout, voorGa naar margenoot+ een Vergroot-glas staan, dat ik mede hebbe laten af teijkenen, als hier met fig: A4. ABCD. werd af gebeelt, welke vaaten ofte Canalen, van A. na B. ofte van C na D. mede Horisontaal loopen. Dog men moet sig niet in beeldenGa naar voetnoot53, dat dit ende het voorgaande kleijn gedeelte van het Basje, soo open is, als hier werd vertoont, maar vast stellenGa naar voetnoot68, dat hier alleen de vaaten, die inde ronte om het Hout loopen, werden aan gewesen, ende dat dese vaaten in haar eerste maaksel, digte bij den anderenGa naar voetnoot33 hebben gelegen, ende met het groot werden van het Hout soo vanden anderenGa naar voetnoot33 sijn gescheijden. Ga naar margenoot+Fig: B 4 WXIJZ.Ga naar voetnootavertoont mede een schibbetjeGa naar voetnoot69 van een Basje, van een Takje van een Boom, waar van de vaaten met WX. ofte ZY. mede inde ronte om het Hout hebben geloopen, maar van wat Hout dat het isGa naar voetnoot70 afgesneden, is mij ontgaan, om dat het selve al eenige tijd was geteijkent eer ik het selvige hadde beschreven. Ga naar margenoot+Na dese waarneminge quam mij te binnen, dat ik een stuk vande Schors van een Caneel-Boom hadde, die mij eenige jaren geleden, van een Officier, die verscheijde jaren op Ceijlon, in CandijGa naar voetnoot71 hadde gevangen geweest was vereertGa naar voetnoot72. Dit stuk Caneel Bast, was seer na 8. duijmenGa naar voetnoot73 lang, waar van een gedeelte met fig:Ga naar margenoot+ 5. EFGH. werd af gebeeltGa naar voetnoot74. | |||
Ga naar margenoot+In the said Fig. 3 I have designated by PQVTGa naar voetnoot17 one of the horizontal vessels such as they emerge from the wood and continue in a small part of the bark, designated by QVT, where between Q and V are designated a small number of the vessels which emerge from the said horizontal vessels and run in a circle round the bark; and however accurately I looked, I have not discovered any vertical canal which would have to run lengthwise in the bark if the bark received its food from the rootGa naar voetnoot18. I also had a thin peeled-off part of the bark of the said wood standing before aGa naar margenoot+ magnifying glass, which I also ordered to be drawn, as represented here in Fig. A 4 by ABCD, which vessels or canals run also horizontally from A to B or from C to D. But one must not think that this and the preceding small part of the bark is as open as is shown here, but one has to be certain that here only the vessels which run in a circle round the wood are designated, and that in their first form these vessels lay close together and are thus separated from each other as the wood grows. Ga naar margenoot+Fig. B 4. WXIJZ shows a thin slice of the bark of a twig of a tree, where the vessels WX or ZY also run in a circle round the wood, but I do not remember from what kind of wood it was cut off, because it had already been drawn some time before I described it. Ga naar margenoot+After this observation it occurred to me that I had a piece of the bark of a cinnamon-tree, which had been presented to me a few years ago by an officer who had been imprisoned for several years in Ceylon, in CandyGa naar voetnoot19. Ga naar margenoot+This piece of cinnamon-bark was about 8 inchesGa naar voetnoot20 long; a part of it is shown in Fig. 5 by EFGHGa naar voetnoot21. | |||
Ga naar margenoot+De Caneel BoomGa naar voetnoot75, waar van dit deel een gedeelte vande schors was, oordeelde ik uijt de verdeelingen die ik tussen I en G. sag, en welkGa naar voetnoot76 de dikte vande schors was, dat den Boom seer naGa naar voetnoot77 twaelf jaren Out hadde geweest, en na mijn op merkingeGa naar voetnoot78, soude ik wel oordeelen, dat den Boom over sijn diameter ses duijmenGa naar voetnoot73 dik hadde geweestGa naar voetnoot79. Ik hebbe verscheijde malen, de buijte kant vande schors doorsogt, ende door gaansGa naar voetnoot80 deselve soo bros, ofte onstark bevonden, dat ik oordeelde, dat deselve aldaar als ten deele vergaan was, en als ik die onstarke deelen, met mijn tanden verbrijselde, soo en konde ik geen Caneel smaak daar aan gewaar werden, soo dat ik wel twee derde deelen van het buijtenste vande schors, moste af snijden, eer ik de starke en goede Caneel smaak konde gewaar werdenGa naar voetnoot81. Vorders hebbe ik dat deel vande schors, dat tegen het Hout als vereenigt hadde geweest, ondersogt, ende in het ontstukken snijden, mijn genoegenGa naar voetnoot82 meerder als te vooren gesien, dat de Caneel, anders de schors geseijt, alleen uijt het Hout, en niet uijt de wortel gevoet, ende groot gemaakt werd, want als ik dese schors, aan kleijne deelen quam te ontledigen, soo en konde ik geen op gaande vaaten ontdekkenGa naar voetnoot83; maar in tegen deel soo veel horisontale vaaten, die uijt het Hout voortkomen, en daar bij soo groot, dat ik niet weet, dat ik soo veel vaaten, in eenige Bast, ofte Boom hebbe ontdekt. Ga naar margenoot+Fig: 6. LMNOPQRS. verbeelt een seer kleijn gedeelte vande schors, van een Caneel Boom, daar in de Horisontale vaaten, in soo een ordre bij malkanderen leggen, als hier tusschen LMNRS. ofte met NOQR. daar deselve over dwars sijn door sneden werden aan gewesenGa naar voetnoot84. Dese Horisontale sijn veele gestoptGa naar voetnoot85, ofte hebben in haar beslooten leggen, een roodagtige stoffeGa naar voetnoot86, waar van de eene in roodigheijt, boven de andere uijt steekt, tot soo verre, datGa naar voetnoot87 maar een geele Couluur hebbenGa naar voetnoot88. Hier sien wij, dat ook den Teijkenaar, soo veel als het hem doenlijk was, de Horisontale vaaten heeft sessijdig afgebeelt, gelijk hij die ook quam te sien, want dit is ook de volmaakste ordre, die men soude konnen bedenken, om ze nevens den anderenGa naar voetnoot33 te voegen, datter geen tusschen heden zoude wesenGa naar voetnoot89. | |||
Ga naar margenoot+I judged by the divisions which I saw between I and G, which distance was the thickness of the bark, that the cinnamon-tree of which this was a part of the bark had been about twelve years old, and according to my observation I held that the diameter of the tree must have been six inchesGa naar voetnoot22. I have examined the outside of the bark several times and found that it was throughout so brittle or weak that I considered that it was partly decayed there. And when I crushed those weak parts with my teeth, I could not perceive a taste of cinnamon in them, so that I had to cut off at least two-thirds of the outside of the bark before I could perceive the strong and good cinnamon tasteGa naar voetnoot23. Further I examined that part of the bark which had as it were been united with the wood, and in cutting it to pieces I saw to my satisfaction more clearly than before that the cinnamon or the bark is nourished and receives its growth only from the wood and not from the root; for when I dissected this bark into small parts, I could not discover any vertical vesselsGa naar voetnoot24, but on the contrary so many horizontal vessels which emerge from the wood and are so large, that I do not know having ever discovered so many vessels in any bark or tree. Ga naar margenoot+Fig. 6. LMNOPQRS represents a very small part of the bark of a cinnamon-tree, in which the horizontal vessels are so arranged as shown here between LMNRS or by NOQR, where they are cut through crosswiseGa naar voetnoot25. Many of these horizontal vessels are clogged by or contain reddish substances, the one of which is more reddish than the other in so far that they only have a yellow colourGa naar voetnoot26. We see here that the draughtsman has also drawn the horizontal vessels hexagonal as far as he could, just as he saw them, for that is also the most perfect arrangement that one could think of for placing them beside one another in such a way that no spaces are left between them. | |||
Wij sien ook dat om de geseijde Horisontale vaaten langagtige deelen leggen, dieGa naar margenoot+ aan beijde de eijnden spits sijn toe loopende, en welke deelen als LMN. drie bij den anderenGa naar voetnoot33 leggen, waar van den eenen veel grooter is als den anderen, ende daar benevens sien wij, hoe dat die deelen krom geboogen leggen, en als de Horisontale vaaten omvangenGa naar voetnoot90. Als mede sien wij, dat de krom gebooge deelen, veel maal een stoffe in haar hebben, die verscheijde Couluuren verbeeltGa naar voetnoot91, dog ijder bijsondere Couluur leijt van den anderenGa naar voetnoot33 gescheijdenGa naar voetnoot92, als hier tusschen NRS. werd aangewesen, ende als inde geseijde figuuren geen Couluuren te bekennen sijn, soo sijn ze door schijnent. Dese lange door schijnende deelen, ende de geene die eenige Couluuren hebben, ende de Horisontale vaaten, die mede meest door gaans met gecouluurde stoffe sijn gevolt, maken na mijn oordeel, de gantsche schors ofte Caneel uijt. Ga naar margenoot+IndeGa naar voetnoot93 geseijde fig: 6. OPQ verbeelt maar een gedeelte vande Horisontale bij een leggende vaaten. Alle de geseijde lange deeltjens, die voor een groot gedeelte, de Caneel-bast komenGa naar margenoot+ uijt te maken, en sijn nietGa naar voetnoot94 krom geboogen, gelijk in fig: 6. sijn af gebeelt, maar ook veele regt, en alsoo ik voor een ander Vergroot-glas, een seer kleijn gedeelte vande verhaalde lange deeltjens, die ook eenige Horisontale vaatjens tusschen haar, hadde alsGa naar margenoot+ beslootenGa naar voetnoot95, hadde staan, liet ik deselve mede af teijkenen, als met fig: 7. ABCDEFG. werde vertoontGa naar voetnoot96, en waar aan men aan A. komt te sien, hoe ordentelijk de scharpe puncten, bij den anderenGa naar voetnoot33 geplaast leggen, en sulks komt men ook te sien tusschen BF. ende CE. waar tusschen de Horisontale vaaten mede in ordre soo als deselve door gaans leggen, komt te sienGa naar voetnoot97. Het gedeelte van een scharp en punctig deel met FH. aan gewesen was uijt sijn plaats gebragt, en ik beeld mij in, dat ik het selvige int afscheijden, van andere deelen ontrent F hadde gebrooken. Nu hadde ik ook drie lange scharpe deeltjens, voor een Vergrootglas staan, als hierGa naar margenoot+ met fig: 8. IKLM. werd afgebeelt, waar in men insgelijks komt te sien, in hoe een geschikte ordre, de punctige deelenGa naar voetnoot98, als tusschen KM werd vertoont, en wanneer wij nu sulke nette ordre komen te sien, konnen wij ons wel in beeldenGa naar voetnoot99, dat het met alle soo danige deelen soo gelegen is. | |||
We also see that round the said horizontal vessels there are elongated parts taperingGa naar margenoot+ at both ends, three of which parts, viz. L, M, and N, lie close to each other, one being much larger than the other, and further we see that those parts are curved and as it were encompass the horizontal vesselsGa naar voetnoot27. We also see that the curved parts often contain substances of different colours, but all the different colours are separated from each other, as shown here between NRS; and if no colours can be perceived in the said figures, they are transparent. These long transparent parts and those having some colours, and the horizontal vessels which are also now and then filled with coloured substances in my opinion constitute the whole bark or cinnamon. Ga naar margenoot+In the said Fig. 6, OPQ represents only a part of the horizontal vessels lying close together. Not all the said long parts forming a large proportion of the cinnamon-bark areGa naar margenoot+ curved, like those shown in Fig. 6, but many are also straight, and because before another magnifying glass I had a very small portion of the said long parts, which alsoGa naar margenoot+ encompassed some horizontal vessels, I had them drawn as well, as is shown in Fig. 7 by ABCDEFGGa naar voetnoot28. In the latter one sees at A how orderly the sharp points are arranged together, and this is also seen between BF and CE, between which the horizontal vessels are also seen in the same arrangement in which they always lie. The part of a sharp and pointed part designated by FH had been displaced, and I assume that in separating it from other parts I had broken it near F. Ga naar margenoot+Now I also had three long, sharp parts before a magnifying glass, as shown here in Fig. 8 by IKLM, in which it is also seen how orderly the pointed parts are arranged between K and M, and when we see this neat arrangement, we can imagine that this is so with all such parts. | |||
Nu stelden ik ook den Teijkenaar voor de Oogen, een scharp deeltje dat ongemeen krom geboogen was, dat na mijn gedagten veroorsaakt is, om datGa naar voetnoot100 het twee bijsondereGa naar voetnoot101 te samen gevoegde horisontale vaaten, ten deele heeft om vangen, en welke deeltjensGa naar margenoot+ met fig: 9. NOP. werd aan gewesenGa naar voetnoot102. Wij konnen ons wel eenigsints in beelden, hoe het eene Canaaltje uijt een anderGa naar margenoot+ voort komt, maar hoe dat de geseijde deelen, die met fig: 6: 7: 8. ende 9 aan gewesen, en welkers eijnden scharp toe loopen, uijt welk Canale, tot soo danige figuur als geseijt is, voortkomenGa naar voetnoot103, dat is voor mij nevens veel andere saaken onbegrijpelijk. Ga naar margenoot+Vorders hebbe ik de Bast van een dikke Linde Boom ondersogt, te meer, omdat ik geen Basten van Boomen kanGa naar voetnoot104, die haar, soo in lengte, als in dunte laat van een scheijden, tot soo verre, datmen inder Moscau, pakmatten, en Touw-werk daar van maakt, dat seer stark is, en niet ligtGa naar voetnoot105, schoon lang nat blijftGa naar voetnoot106, verrottinge onder worpen is, soo ik onderrigt benGa naar voetnoot107. Dese schors hebbe ik mede over dwars door sneden, om de loop vande Horisontale vaaten, die uijt het Hout voortkomen na te speuren. Ga naar margenoot+Fig: 10. ABCDEFGH. vertoont een kleijn gedeelte vande Bast van Linden Hout, dat over dwars was door sneden, waar van met ABC. werd aan gewesen de Horisontale vaaten, die uijt het Hout sijn voortkomende, en bij gevolg dan, sijn dese vaaten in haar lengte gesneden. | |||
Now I also placed before the draughtsman a sharp part that was uncommonly curved, which to my mind is caused by the fact that it partly encompassed two separateGa naar margenoot+ united horizontal vessels; these parts are designated in Fig. 9 by NOPGa naar voetnoot29. We can imagine to some extent how one canal is produced from another, but howGa naar margenoot+ the said sharply tapering parts shown in Figs 6, 7, 8, and 9 are produced, from which canals are produced in the form described, that, along with other things, is incomprehensible to me. Ga naar margenoot+Further I have examined the bark of a thick lime-tree, the more so because I do not know any tree-bark which can be separated both lengthwise and crosswise in such a way that in Moscow mats for packing and rope-work are made of it which are very strong and, even if they remain wet for a long time, do not readily tend to decay, as I have been informedGa naar voetnoot30. I also cut this bark crosswise in order to trace the course of the horizontal vessels which emerge from the wood. Ga naar margenoot+Fig. 10. ABCDEFGH shows a small part of the bark of lime-wood which had been cut crosswise, of which A, B, C designate the horizontal vessels emerging from the wood, and consequently these vessels have been cut lengthwise. | |||
Soo danige vaaten, schoon deselve uijt het Hout sijn voort komende, ende digteGa naar margenoot+ bij den anderenGa naar voetnoot108, als van A tot B. ofte van B tot C. soo blijven deselve soo digte bij den anderenGa naar voetnoot33 nietGa naar voetnoot109 leggen, want als den Boom in dikte is toe nemende, soo separeren op veele plaatsen, de Horisontale vaaten van den anderen, en uijtGa naar voetnoot110 eenigeGa naar voetnoot111 horisontale vaaten, die als een bondelken bij den anderenGa naar voetnoot33 leggen, worden in tween gedeelt, als bij voorbeeld, uijt de geseijde figuur aan B komt een bondelke vaaten voort, die haar met het dik werden vande Boom, soo verre haarGa naar voetnoot112 van een scheijden, als met BMK. ende BML. werden aan gewesenGa naar voetnoot113. Om datGa naar voetnoot114 nu geen opening, ofte ledige plaats, tusschen de geseijde Horisontale vaaten soude blijven, soo werden uijt de Horisontale vaaten, weder andere vaaten gemaakt, die tusschen M. ofte I en D. geplaast sijn, en welke deelen, weder een stoffe voort brengen, die de plaats van MLK vervult, welke stoffe seer los, ofte onstark, aan den anderenGa naar voetnoot115 geplaast sijnGa naar voetnoot116. Dese deelen die rondagtig sijn, maar egterGa naar voetnoot117 soo geschakelt aan den anderenGa naar voetnoot33 leggen, dat deselve voor Canale verstrekkenGa naar voetnoot118, die den Teijkenaar wel quam te sien, maar soo kleijn, dat den selven geen proportie, met deselve aan te wijsen konde houden,Ga naar margenoot+ ten wareGa naar voetnoot119 het bestek van fig: 10. veel grooter hadde genomenGa naar voetnoot120. Dese Horisontale vaaten, en loopen de gantsche dikte van een Oude ofte dikke Bast niet door, maar de Bast sterft nu op de eene plaats meer, ende dan weder op een andere plaats minder door gebrek van voetsel, soo dat men aan de Bast, van een gemene dikke Linde Boom, wel drie distincte op een leggende deelenGa naar voetnoot121, ende datGa naar voetnoot122 aan het buijtenste vande Bast kan bekennen, drie verscheijde diktens, welke alle de een na den anderen, van voetsel sijn verlaten, ende dusGa naar voetnoot23 de buijtenste schorsse vanden Boom dorre sijn. | |||
Ga naar margenoot+Although these vessels emerge from the wood and lie close together, as from A to B or from B to C, they do not stay so close together, for when the thickness of the tree increases, in many places the horizontal vessels separate from each other, and some horizontal vessels lying together as it were in a bundle are divided into two, as, for instance, in the said figure at B a bundle of vessels emerges which, as the tree grows thick, separate from each other so much as is designated by BMK and BMLGa naar voetnoot31. Now in order that no opening or empty space should remain between the said horizontal vessels, from the horizontal vessels other vessels again are produced, which are placed between M or I and D; these parts in turn produce substances which fill the space between MLK and are arranged very loosely or weakly togetherGa naar voetnoot32. These parts are roundish, but still are so linked with each other that they serve as canals, which the draughtsman saw indeed, but so small that he could not draw themGa naar margenoot+ in the right proportion, unless he had taken the scale of Fig. 10 much largerGa naar voetnoot33. These horizontal vessels do not run along the whole thickness of an old or thick bark, but the bark now dies off more in one place and then again less in another, through lack of food, so that in the bark of an ordinary thick lime-tree one can detect at least three distinct parts lying on top of each other, so that on the exterior of the bark one can detect three different crusts, all of which have been deprived of food one after the other, and the outer bark of the tree is therefore withered. | |||
Al hoe wel ik niet en konde begrijpen, dat de menigvuldige op gaande vaaten, die men inde schors van het Linde Hout ontdekt, uijt den wortel vanden Boom voortkomen, maar mede afhankelijk sijn, uijt de Horisontale vaatenGa naar voetnoot123, ende deselve vaaten,Ga naar margenoot+ niet wel inde fig: 10. om der selver uijt nemende kleijnte, alle konnen voor de oogen gestelt werdenGa naar voetnoot124, want soo het voetsel vande Bast, uijt de wortel voort quam, soo beeld ik mij inGa naar voetnoot53, souder geen verstervinge aan de Bast wesen, daarGa naar voetnoot125 wij nu sien, dat aan eenigeGa naar voetnoot111 Boomen, het grootste gedeelte vande Bast, doot, ofte dorre is. Ik hebbe dan een schibbetjeGa naar voetnoot69, vande geseijde Bast, mede over dwars door sneden, ende voor een meerder vergrootende glas gestelt, ende den Teijkenaar laten af beelden, soo veel hem doenlijk was. In dit TeijkenenGa naar voetnoot126 seijde hij, dat het hem onmogelijk was, alle de kleijne openingen die hij quam te sien, te konnen na volgenGa naar voetnoot127. Ga naar margenoot+Fig: 11: NOPQRS. vertoont een seer kleijn gedeelte, vande Bast van Linden Hout, om soo veel doenlijk was, eensdeels omGa naar voetnoot128 de openingen vande Canaaltjens, die inde lengte vande Bast loopen, en die hier mede over dwars sijn door sneden aan te wijsen, en nog meer om de Horisontale Canale, die in haar lengte sijn gesneden aan te wijsen, als inde geseijde figuur met NS. ofte PQ. sijn verbeelt, en welke Horisontale vaaten inGa naar margenoot+ fig: 10. met AIH: BMLG. BMKF. ende CDE. werden aan gewesen. Dese Canalen ofte vaaten als met NS. ofte PQ. af gebeelt, sijn van geen door gaande holte, maar de deelen inde selve schijnen eer uijt Eij ronde figuuren te bestaanGa naar voetnoot129, die soo aan een geschakelt leggen, datze, stel ik vastGa naar voetnoot68, voor Canalen konnen strekkenGa naar voetnoot130. | |||
I could not understand that the numerous vertical vessels which one discovers in the bark of the lime-wood are produced from the root of the tree, but are also dependentGa naar margenoot+ on the horizontal vessels. The said vessels could not all be drawn very well in Fig. 10 because of their extreme smallness. For I assume that, if the food of the bark were produced from the root, the bark would not die off, whereas we now see that on some trees the greater part of the bark is dead or withered. I then also cut a slice of the said bark crosswise and put it before a glass with greater magnification, and asked the draughtsman to draw it as well as he could. While he was drawing this, he said that it was impossible for him to draw all the small openings which he saw. Ga naar margenoot+Fig. 11. NOPQRS shows a very small part of the bark of lime-wood, so as to designate on the one hand as well as possible the openings of the small canals which run lengthwise through the bark and have here also been cut crosswise, and even more to designate the horizontal canals which have been cut lengthwise, as shown in the saidGa naar margenoot+ figure by NS or PQ, which horizontal vessels are designated in Fig. 10 by AIH, BMLG, BMKF, and CDE. These canals or vessels as shown by NS or PQ are not hollow throughout, but the parts therein seem rather to consist of oval figuresGa naar voetnoot34 which are so interlinked that I am of opinion that they may serve as canals. | |||
Ik hebbe mij wel in gebeeltGa naar voetnoot131, of ijder vande geseijde Eijronde deeltjens, niet wel mogten versien sijn met een klapvliesGa naar voetnoot132, ende dat dese klapvliesen, ons de figuur doen voortkomenGa naar voetnoot133, als Eij ronde deelen, op dat de stoffe in soo danige deelen, door de hitte vande Sonne, gestooten sijndeGa naar voetnoot134, met het onder gaan vande Sonne, niet weder te rugge soude gevoert werden, want als wij ons in beeldenGa naar voetnoot135, dat door de geseijde Canaaltjens, soo een starke voort stootinge, moet te weeg gebragt werden, ten tijde vande wasdom, dat de Bast niet alleen van het Hout moet weg gestooten werden, en van een moet schuerenGa naar voetnoot136, maar het buijtenste vande schors, die hard, droog, en verstorven is, moet mede van een barstenGa naar voetnoot137. Ik hebbe hier vooren geseijt, dat de Horisontale vaaten, ofte Canale in het Caneel ses zijdig sijn, over een komende met de volmaakte ordreGa naar voetnoot138, ende de minste plaats beslaande, als soo danige deelen bij den anderenGa naar voetnoot33 leggen, uijt welk gesigt, ik mij ookGa naar margenoot+ wel hebbe in gebeeltGa naar voetnoot139, dat de Horisontale vaaten in fig: 11. met NS. ende PQ. aan gewesen, mede niet wel mogten ses zijdig sijn, schoon wij sulks niet komen te sien, datGa naar voetnoot140 in soo danigen ordre leggen, want als ik de Horisontale vaaten, ofte Canalen, inGa naar margenoot+ het Caneel Hout na speurde, sag ik dat deselve mede van maaksel waren, als in fig: 11. met NS. ende PQ is aan gewesen, Namentlijk, dat de Canalen schenen uijt EijrondeGa naar margenoot+ figuuren te bestaanGa naar voetnoot141. Nog hadde ik voor een Vergroot-glas staan, een stukje linden Hout dat inde lengte van het Hout was af gesneden, ende de Horisontale vaaten over dwars door sneden, op dat men soude komen te sien, hoe de Horisontale vaaten, ofte Canalen, in het Hout geplaast leggen, en welke vaaten ook tot inde Bast gaan, en voetsel en dik werdende, inde Bast te weeg brengenGa naar voetnoot142, tot soo verre alsser geen verstervinge inde Bast isGa naar voetnoot59, als hier vooren nog is geseijt. | |||
I have considered whether each of the said oval parts may not be provided with a valveGa naar voetnoot35 and these valves cause the figure to appear to us as oval parts in order that the substance which has been propelled into such parts by the heat of the sun should not be returned when the sun sets, for we must bear in mind that by the said canals so strong a propulsion must be brought about during the growth that not only must the bark be propelled away from the wood and must be torn apart, but the outside of the bark, which is hard, dry, and withered, must also burst asunderGa naar voetnoot36. I have said above that the horizontal vessels or canals in cinnamon are hexagonal, in accordance with the perfect arrangement, and occupy least space if such parts lie close together, from which spectacle the idea also occurred to me whether the horizontalGa naar margenoot+ vessels designated in Fig. 11 by NS and PQ might not also be hexagonal, although we do not see that they are so arranged. For when I traced the horizontal vessels or canals in the cinnamon-wood, I saw that they also were formed as designated in Fig.Ga naar margenoot+ 11 by NS and PQ, to wit, that the canals seemed to consist of oval figuresGa naar voetnoot37. Ga naar margenoot+Further I had before a magnifying glass a piece of lime-wood cut off along the length of the wood and the horizontal vessels of which had been cut crosswise, in order that one might see how the horizontal vessels or canals lie in the wood, which vessels also pass into the bark, and feed the bark and make it thick up to the point where the bark has not died off, as said above. | |||
Ga naar margenoot+Fig: 12. ABCDEFG. vertoont een schibbetjeGa naar voetnoot69 van Linden Hout waar in men op 9. distincte plaatsen, de Horisontale vaaten ofte CanalenGa naar voetnoot143, die over dwars sijn door sneden, en welke Canaaltjens geplaast leggen, tusschen de kleijne op gaande vaatjens, ofte Canaaltjens, die voor het meerendeel het Hout komen uijt te maken, en of wij de Horisontale vaaten ofte Canalen, in het Hout ofte in de Bast sien, daar en is geen onderscheijt, maar inde op gaande vaaten inde Bast, is een onderscheijt, want die sijn van soo danigen toestelGa naar voetnoot144 als de Horisontale vaaten, die in het Hout, en inde Bast sijn, endeGa naar margenoot+ dusGa naar voetnoot23 komense over een, met de vaaten in fig: 11. met NS. ofte PQ aan gewesenGa naar voetnoot145. Bevinden wij nu, dat de Horisontale vaaten ofte Canaalen, soo int Hout, als inde Bast, van een maaksel sijn, ende dat de op gaande Canaalen ofte vaaten, inde Bast van Linden Hout, mede van het selve maaksel sijn, soo konnen wij meer als te vooren vast stellenGa naar voetnoot146, dat het maaksel van de Bast afhangt uijtGa naar voetnoot147 het HoutGa naar voetnoot148. Ga naar margenoot+Wijders hebbe ik op nieuw, weder mijne gedagten laten gaan op de kurkGa naar voetnoot149, die men seijt, dat als een Bast van een Boom, om seker soort van Eijke Boom, in Spanjen wast, ende dit soo sijnde, soo hebbe ik mij ingebeeldGa naar voetnoot53, dat de brandinge die men aan de BladerenGa naar voetnoot150 kurk komt te sien, te weeg gebragt werd, door twee heete ijsere plaaten, om dus doende, de kromte die de kurk vanden Boom heeft, in regte Bladeren te brengen. Ik hebbe dan genomen de deelen vande kurk, soo als die tot stopsels van flessenGa naar margenoot+ sijn gesneden, waar van soo een deel, hier met fig: 13. ABCDEF. werd aan gewesen. In welk deel men moet vast stellenGa naar voetnoot68, dat BG. naastGa naar voetnoot151 het Hout heeft geplaast geweest, ende dat E. aan de buijte kant heeft gestaan. In welk geseijde deel, wij tusschen GHIKE. vijf bijsondereGa naar voetnoot152 afdeelinge gewaar werden, die van F. na D loopen, dat is het geene voor een kleijn gedeelte inde ronte om den Boom heeft geloopen, waar uijt wij moeten besluijten, dat de kurk in vijf jaren, tot soo een dikte is toe genomen, want ijder bruijnteGa naar voetnoot153, is dat geene, daar de wasdom in dat jaar heeft stil gestaanGa naar voetnoot154. | |||
Ga naar margenoot+Fig. 12. ABCDEFG shows a slice of lime-wood in which in 9 different places one can see the horizontal vessels or canals which have been cut crosswise and are located between the small vertical vessels or canals which constitute the greater part of the wood. And whether we see the horizontal vessels or canals in the wood or in the bark, this makes no difference, but in the vertical vessels in the bark there is a difference, for those have the same structure as the horizontal vessels in the wood and in the bark, andGa naar margenoot+ they thus are similar to the vessels designated in Fig. 11 by NS or PQGa naar voetnoot38. If we now find that the horizontal vessels or canals in the wood as well as in the bark have the same structure and that the vertical canals or vessels in the bark of lime-wood also have the same structure, we can assert more confidently than before that the structure of the bark depends on the woodGa naar voetnoot39. Ga naar margenoot+Further I thought again of the corkGa naar voetnoot40, which is said to grow in Spain like a bark of a tree about a certain species of oak, and this being so, I assumed that the burns seen on plates of cork are caused by two hot iron plates, in order thus to reduce the curvature of the cork of the tree into straight plates. Ga naar margenoot+I then took the parts of the cork such as they have been cut into stoppers for bottles; such a part is designated here in Fig. 13 by ABCDEF. One cannot but be convinced that in this part BG was closest to the wood and E was on the outside. In the said part we observe between GHIKE five different divisions running from F to D, which are sections which ran for a small part in a circle round the tree, from which we have to conclude that the cork has increased in five years to this thickness, for each dark coloured spot designates the part where the growth stopped in that yearGa naar voetnoot41. | |||
Ga naar margenoot+Wij sien hier ook vier distincteGa naar voetnoot155 bruijneGa naar voetnoot156 streepen geteikent waar van GI. int midden is, dat groote Canalen sijn, die wij niet konnen thuijs brengen, tot wat eijnde die gemaakt sijn, dog wij konnen daar uijt sien, dat bij aldien dese groote Canalen in haar lengte soo niet waren door sneden, dat de kurken niet digt souden wesenGa naar voetnoot157. Nu moeten wij ook vast stellenGa naar voetnoot68, dat de lengte van alle kurken soo ze geen nat, veel min lugt sullen door laten, met de lengte vande kurk, soo als deselve aan den Boom gestaan heeft, moet over een komen, en dus heeft dat deel vande kurk ABC. het benedenste deel, ende DEFG. het bovenste, ofte na het opperste van den Boom gestaan. Om nu mijn selven, en anderen te voldoen, soo hebbe ik een stukje van een kurk gesneden, alsGa naar voetnoot158 van G. welkers gedeelte men moet vast stellen, dat aan den Boom is vereenigt geweest, namentlijk, soo danig, dat de sne van het Mes van G na H is gegaan, en in welk af gesnede deeltje, ik voor het Vergroot-glas gestelt hebbende, hebbe gesien, dat alle soo danige te samen gevoegde Canalen, als uijt het Hout waren voortkomende, sonder dat ik eenige de minste op gaande vaaten, hoe menige sne, ik op die geseijde manier quam te doen, hebbe konnen ontdekken, waar uijt wij al weder moeten besluijten, dat de wasdom vande kurk uijt het Hout af hangtGa naar voetnoot159. Omme nu een beter bevattinge vande kurk te hebben, soo hebbe ik een kleijn gedeelte vande kurk laten af teijkenen. Ga naar margenoot+Fig: 14. LMNaOPQbGa naar voetnoot160 vertoont een kleijn gedeelte vande kurk, dat tussen G en H is af gesnedenGa naar voetnoot161, waar van dat deel LMN aan gewesen wij moeten stellen, dat aan het Hout, ofte Boom, is vereenigt geweest, ende dusGa naar voetnoot162 de vaaten, ofte Canalen, waar door het is groot gemaakt, horisontaal loopen, alsGa naar voetnoot158 van L na Q., van M na P. ende van N na O. sonder dat wij eenige de minste canaal, die perpendiculairGa naar voetnoota, ofte uijt de wortel soude voort komen, hebben konnen ontdekkenGa naar voetnoot163. Dese verhaalde Canalen, en hebben mede geen door gaande opening, en het komt mij voor, als of in ijder Canaal soo veel klap vliesen sijn, als de afdeelinge in ijder Horisontaal Canaal werd aan gewesenGa naar voetnoot164. | |||
Ga naar margenoot+We also see here four different dark stripes of which GI is in the middle and which are large canals, for which we cannot account as to their purpose, but we can see from this that if these large canals had not been cut lengthwise, the corks would not be tightGa naar voetnoot42. Now we also have to be convinced that the length of all the corks, if they are to be water-proof and even more so air-tight, must correspond to the length of the cork as it was on the tree, and consequently that part of the cork, ABC, has been the lower part and DEFG the upper part, or nearly the upper part, of the tree. Now in order to satisfy myself and others, I cut a piece from a cork, to wit at G, which part has to be assumed was united with the tree, to wit in such a way that the cut of the knife went from G to H; and when I had placed this cut-off part before the magnifying glass, I saw that all these united canals were produced from the wood, but I could not discover any vertical vessels, however many cuts I made in the said way. From this we have to conclude again that the growth of the cork depends on the woodGa naar voetnoot43. Now in order to gain a better understanding of the cork, I asked the draughtsman to draw a small portion of the cork. Ga naar margenoot+Fig. 14. LMNaOPQbGa naar voetnoot44 shows a small portion of the cork, which has been cut off between G and H. About the part LMN we have to rest assured that this was united with the wood or tree and that therefore the vessels or canals through which it has grown run horizontally, to wit from L to Q, from M to P, and from N to O, but we have not been able to discover any canal that should be perpendicular or be produced from the rootGa naar voetnoot45. The said canals also are not open throughout, and it would seem to me that in each canal there are as many valves as sections have been designated in each horizontal canal. | |||
Inde geseijde figuur werd met ab aangewesen een linie die wat krom geboogen is, en welke linie dat deel vande kurk is, daar de wasdom om dat het saijsoen van het jaar verloopen was, heeft stil gestaan. Om mijn selven nog verder te voldoenGa naar voetnoot165, soo hebbe ik een stuk vande kurk gesneden, soo danig, dat gelijkGa naar voetnoot166 inde voor gaande figuur, de Horisontale Canale in haar lengte waren gesneden, nu deselve over dwars gesnedenGa naar voetnoot167. Ga naar margenoot+Fig: 15. RSTV. vertoont een stukje kurk, soo als het voor een Vergroot-glas stont,Ga naar margenoot+ dat wat meer was vergrootende, als waar door fig: 14. was geteikent, en welk stukjeGa naar margenoot+ kurk van fig: 13 afgesneden is tussen B en G. sijnde dat gedeelte, dat naast, ofte aan den Boom, is vereenigt geweestGa naar voetnoot168, en waar door sijn grootmakingeGa naar voetnoot169 heeft ontfangen, enGa naar margenoot+ bij gevolg dan sijn ook de Canalen, die in fig: 14. in haar lengte werden vertoont, nu over dwars door snedenGa naar voetnoot170. Ga naar margenoot+Inde geseijde fig: 15. sien wij, hoe dat meest alle die over dwars door snede deelen, geen ronde Canalen sijn, maar alle ses sijdig, over een komende met de volmaakste ordre, om alsoo geen openheden tusschen haar te laten, en ik beeld mij inGa naar voetnoot53, dat bij aldien, men kurk hadde, sonder dat de selve, tot regte plaaten waren gebragt, want van een kromte tot regte plaaten te brengen, werden veele Canalen, buijten haar geschikte ordre gebragtGa naar voetnoot171, en als wij ook deselve soo en konden ontstukken snijden, dat de ongemene dunne vliesen, waar uijt de Canalen bestaan, door de sne van het Mes niet geschondenGa naar margenoot+ wierden, wij souden de over dwars gesneden Canalen in fig: 15. tusschen RSTV aan gewesen, veel naakterGa naar voetnoot172 komen te sien, als deselve ons nu voor komen. Dit is nu soo veel als wij vande kurk konnen seggen, en ten ware wij het Hout magtig warenGa naar voetnoot173, die de kurk voortbrengt, wij souden ons selven meerder genoegingeGa naar voetnoot174 konnen geven, daarGa naar voetnoot125 wij ons nu niet konnen te binnen brengenGa naar voetnoot175, hoe soo menigvuldige Horisontale vaaten, als inde kurk komen te sien, en waar uijt de gantsche kurk bestaat, uijt het Hout konnen voort komen, ende sal onder des blijvenGa naar voetnoot176
Hare Hoog Edele Heeren Onderdanige Dienaar
| |||
In the said figure by ab is designated a line which is somewhat curved and which is that part of the cork where the growth stopped because the season of the year had ended. In order to gain more certainty, I cut off a part from the cork in such a way that, whereas in the preceding figure the horizontal canals were cut lengthwise, now they were cut crosswise. Ga naar margenoot+Fig. 15. RSTV shows a piece of cork such as it was placed before a magnifying-glassGa naar margenoot+ of somewhat greater magnification than as drawn in Fig. 14. This piece of corkGa naar margenoot+ from Fig. 13 has been cut off between B and G, being that portion which was close to the tree or united with it, and through which the piece of cork received its growth. AndGa naar margenoot+ consequently the canals which were shown in Fig. 14 as having been cut lengthwise have now been cut crosswiseGa naar voetnoot46. Ga naar margenoot+In the said Fig. 15 we see that nearly all those parts cut crosswise are not round canals, but they are all hexagonal, corresponding to the most perfect arrangement, so as to leave no open spaces between them. And I assume that if one had cork not reduced to straight plates (for if curved plates are reduced to straight plates, the ordered arrangement of many canals is disturbed), and if one could also cut them to pieces in such a way that the uncommonly thin membranes of which the canals consist wouldGa naar margenoot+ not be damaged by the cut of the knife, we should see the canals cut crosswise in Fig. 15 between RSTV much more plainly than they now appear to us. Now this is as much as we can say about the cork, and if we had the wood which produces the cork at our disposal, we should be able to give ourselves more satisfaction, while now we cannot form an idea how so numerous horizontal vessels as we see in the cork and of which the whole cork consists can be produced from the wood. Meanwhile I remainGa naar voetnoot47,
Your Very Noble Sirs' obedient servant
|
|