Het vermaaklyk buitenleven, of de zingende en speelende boerenvreugd(1716)–Jan van Gijsen– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Op de Tytelprent. Op het vermaaklyk Buitenleven, Of de Zingende en speelende Boerenvreugd. Op ’t vermaaklyk Buitenleven, Of de zingende en speelende Boerenvreugd. Het Vermaaklyk Buitenleven, Of de Zingende en speelende Boerenvreugd. Boeren Bruiloft. Vryazie van Floris en Pleuntje. Koen Fobertsz. Kindje tiert en raast, Zaamenspraak tussen Man en Vrouw. Mars van de jonge Prins van Vriesland. De Westfeeling mit dem Kinne. Myn frisse jeugd is nu verdweenen: Oud Mal van Goris en Guurtje. Zang: De liefde voort gebragt. Sliep schaar en mes deun. Vryazie tussen Koert en Angeniet. Tabak wie heeft uw lof en deugd Zang: De frisse Boer. Zang: Philida myns Zielsvoogdesse. Hier hoort gy speelen na de kunst, Zang: Spanjolette. Bedelmans Lied. Kwakzalvers Deun. Jogchim Oud mal. Zaamenspraak tussen Kniertje en een Doctor. Op het Tabakrooken. Het Buitenleven Een Voorst die door zyn groot vermoogen, Wat is een Mens! als ik 't bedenk, die zo moet zwerven! Register.