Het vermaaklyk buitenleven, of de zingende en speelende boerenvreugd(1716)–Jan van Gijsen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina V] [p. V] Op het vermaaklyk Buitenleven, Of de Zingende en speelende Boerenvreugd. AL wie de Zangkunst mint, met Snaarenspel gepaard, Treê toe en leeze of zing’ deez’ nieuw gemaakte deunen, Door veel ’er Geest gedicht: (laat Momussen zich kreunen Aan deeze stóf.) Komt hier Zangminnaars! komt doorblaêrt Dit bondeltje om uw Lust te voên en op te wekken. Hier ’s voor Liefhebbers nu weêr nieuwe Zangerei; Voor eenen doffen Geest, een vrolyke Artsenei: Hier ’s nut en zoetigheid te zaamen uit te trekken. G. van MATER. Vorige Volgende