Het vermaaklyk buitenleven, of de zingende en speelende boerenvreugd(1716)–Jan van Gijsen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina VI] [p. VI] Op ’t vermaaklyk Buitenleven, Of de zingende en speelende Boerenvreugd. Klinkdicht. KOm hier Zangminnende, hier kunt g’ uw geest verligten; Hier kan de Speeler meê zyne iverlust verzaên, Wanneer hy ’t greetig oog laat op deez’ stukjes gaan, En wil zyn klanken naer deez’ maat en stoffe rigten. Het Zang- en Speelmuzyk, daar Momus voor moet zwigten, Eêr Goddelyk geagt, bepronkt hier deeze Blaên; Maar wie zyn handen eens denkt aan ’t Penceel te slaan, Keurt deeze Plaatjes, tot versiering der Gedichten. Beminde Leezer, hier verschynt dan op ’t Toneel, Een stoffe voor den Geest, voor Konst en held’re Keel; Die voor weetgierigheid wel waardig is te kroonen. Vermaakt u, jonge Jeugd, nu met dit fraai accoord, En d’edele Etsery, die tot de Teek’ning hoort; Speelt, Zingt en boet uw lust met deeze zoete toonen. T: K: Haaxma. Vorige Volgende