Natuurlyke historie van Holland. Deel 4(1769-1805)–J. le Francq van Berkhey– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Bericht voor den Boekbinder. Natuurlyke historie van Holland. Eerste hoofdstuk.Handelende over de Eerste Classe der dieren in 't gemeen, en over het Eerste Geslagt, naamlyk, dat der paarden, in 't byzonder. Tweede hoofdstuk.Over het aanfokken en dresseeren, of afregten, der Paarden. Derde hoofdstuk.Over de Volkseigen benaamingen der uitwendige deelen van een Paard, met de daar toe gebruikelyke Konstwoorden; en verder over de vereischten van een goed Hollandsch Paard, benevens de kentekenen van den ouderdom der Paarden. Vierde hoofdstuk.Handelende over de waare schoonheid en meetkundige proportie van een Paard, vergeleken met, en overgebragt op, de Nationaale Hollandsche Paarden. Vyfde hoofdstuk.Handelende over de uitwendige en eenige inwendige Gebreken der paarden. Zesde hoofdstuk.Behelzende het hoofdzaakelyke van het Nationaale gebruik, nut en dienst, der paarden; byzonder het Hollandsche en Friesche Harddraaven. [Vierde deel, tweede stuk] Berigt aan den binder,wegens het plaatsen der Platen enz. in dit Vierde Deels Tweede Stuk. Drukfeilen. Aan de weledele voorstanders der vaderlandsche natuurkunde, Natuurlijke historie van Holland.Eerste afdeeling. Eerste hoofdstuk.Inleiding tot de kennis van de Natuurlijke Historie der Koeijen, derzelver verreizing met de Oudvaderen en eerste Veehoeders uit de Oostersche Werelddeelen, in Europa, tot in de Nederlandsche Gewesten. Eerste afdeeling. Tweede hoofdstuk.Handelende over de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het Rundvee, mitsgaders derzelver geslacht-rekening. Eerste afdeeling. Derde hoofdstuk.Beschrijvende de Naams-verschillendheden der Koeijen, derzelver ras, kleuren, bont, soort van haren, kloekte en verdere bijzonderheden. Eerste afdeeling. Vierde hoofdstuk.Ontvouwende de algemeene en bijzondere kenmerken van het Herkaauwend Vee in het algemeen, volgens de stellingen der systhematische Natuurkenners, bijzonder dat der Runderen; mitsgaders eene uitvoerige beschrijving van de groeijing en afbeelding der Horenen, en het Horengestel der Koeijen in het bijzonder.