Natuurlyke historie van Holland. Deel 4
(1769-1805)–J. le Francq van Berkhey– AuteursrechtvrijJ. le Francq van Berkhey, Natuurlyke historie van Holland. Deel 4. Yntema en Tieboel, Amsterdam 1769 / P.H. Trap, Leiden 1805
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar collectie INL, Leiden
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van Natuurlyke historie van Holland. Deel 4 van J. le Francq van Berkhey in twee delen. Het eerste deel dateert van 1769, het tweede verscheen onder de titel Natuurlijke historie van het rundvee in Holland in 1805.
redactionele ingrepen
Door het gehele werk heen zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Door het gehele werk heen komen in tabellen accolades voor die meerdere regels overspannen. Dit is in deze digitale versie niet weer te geven, daarom wordt steeds op elke betreffende regel de accolade met de woorden die er op volgen herhaald.
Eerste deel, p. 104-105: de tekst wordt onderbroken door een illustratie en lange tabel. Daarom is onderaan pagina 104 ‘[vervolg p. 105]’ toegevoegd.
Tweede deel, p. 108: het foutieve paginanummer 128 is verbeterd in 108.
Tweede deel, p. 145: het foutieve paginanummer 145 is verbeterd in 185.
Tweede deel, p. 148: het foutieve paginanummer 148 is verbeterd in 248.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (IV, *1, *4, *6, *10, *12, *14, *16, *20, *21, *23, Π2, Π4, Π10, *25, *28, *30, *32, *34, *36, *38, *40, *42) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
NATUURLYKE HISTORIE van HOLLAND.
door J. le FRANCQ van BERKHEY. M.D.
VIERDE DEELS, EERSTE STUK.
met noodige afbeeldingen.
te AMSTERDAM,
By YNTEMA en TIEBOEL.
MDCCLXIX.
[pagina II]
Korte inhoud der hoofdstukken.eerste hoofdstuk. | |
Handelende over de eerste klasse der dieren in 't gemeen, en over het Eerste Geslagt, naamlyk dat der paarden, in 't byzonder | bl. 1 |
tweede hoofdstuk. | |
Over het aanfokken en dresseeren, of afregten, der Paarden. | 44 |
derde hoofdstuk. | |
de Volkseigen benaamingen der uitwendige deelen van een Paard, met de daar toe gebruikelyke Konstwoorden; en verder over de vereischten van een goed Hollandsch Paard, benevens de kentekenen van de ouderdom der Paarden. | 75 |
vierde hoofdstuk. | |
Handelende over de waare schoonheid en meetkundige Proportie van een Paar, vergeleken met, en overgebragt op, de Nationaale Hollandsche Paarden. | 180 |
[pagina III]
vyfde hoofdstuk. | |
Handelende over de uitwendige en eenige inwendige Gebreken der Paarden. | 145 |
zesde hoofdstuk. | |
Behelzende het hoofdzaakelyke van het Nationaale gebruik, nut, en dienst, der Paarden; byzonder het Hollandsche en Friesche Harddraaven. | 223 |
[pagina Π1]
NATUURLIJKE HISTORIE van HOLLAND. VIERDE DEELS TWEEDE STUK.
[pagina Π3]
NATUURLIJKE HISTORIE van HOLLAND, door J. LE FRANCQ VAN BERKHET.
Med. Doctor en Praelector in de Natuurlijke Historie aan 's Lands Universiteit te Leyden, Lid van verscheidene zoo Uitheemsche als Vaderlandsche Maatschappijen der Natuur - en Dichtkunde.
VIERDE DEELS TWEEDE STUK.
met noodige afbeeldingen.
[vignet]
te LEYDEN,
Bij P.H. TRAP.
MDCCCV.
[pagina Π5]
Korte inhoud der hoofdstukken van het vierde deels tweede stuk.HET RUNDVEE. EERSTE AFDEELING.
eerste hoofdstuk. | |
Inleiding tot de kennis van de Natuurlijke Historie der Koeijen, derzelver verreizing met de Oudvaderen en eerste Veehoeders uit de Oostersche Werelddeelen, in Europa, tot in de Nederlandsche Gewesten. | Bladz. 1 |
tweede hoofdstuk. | |
Handelende over de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het Rundvee, mitsgaders derzelver geslachtrekening. | Bladz. 80 |
derde hoofdstuk. | |
Beschrijvende de Naams - verschillendheden der Koeijen, derzelver ras, kleuren, bont, soort van haren, kloekte en verdere bijzonderheden. | Bladz. 155 |
[pagina Π6]
vierde hoofdstuk. | |
Ontvouwende de algemeene en bijzondere kenmerken van het Herkaauwend Vee in het algemeen, volgens de stellingen der systhematische Natuurkenners, bijzonder dat der Runderen; mitsgaders eene uitvoerige beschrijving van de groeijing en afbeelding der Horenen, en het Horengestel der Koeijen in het bijzonder. | Bladz. 232 |