Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdscanderenEtym: Lat. scandere = opklimmen; vandaar: gaan staan en met de voet de maat slaan. Term uit de prosodie voor dat onderdeel van de analyse van klank dat erop gericht is om op grond van woordaccent en zinsaccent het verloop van heffingen en dalingen vast te stellen om daarmee het metrum te bepalen dat de grondslag vormt van het ritme van een tekst. In de praktijk komt het erop neer dat men probeert de prominentieverhoudingen binnen versregels te vertalen in metrische patronen (vgl. versvoet). Als Pan het eerste vyer sach opter aerde spelen, Gescandeerd wordt dat op grond van het woordaccent: Als Pan het ēerste vyer sach ōpter āerden spēlen, Gecombineerd met het zinsaccent levert dat de volgende scansie op waarbij de schuine streep (/) staat tussen de versvoeten: Ăls Pān/ hĕt ēers/tĕ vyēr/ săch ōp/ těr āer/děn spē/lěn, Daaruit blijkt dat de regels elk bestaan uit zes jamben. In het volgende fragment uit het werk van Paul van Ostaijen toont de scansie een ander patroon: Dānsě/rēsjě/, dānsě/rēsjě/, Hier kan men concluderen te maken te hebben met een viertrocheïsche versmaat (trochee), opgebouwd uit twee trocheïsche membra (geledingen) per regel. De term ‘trocheïsche versmaat’ verdient de voorkeur boven ‘in trocheeën geschreven’ omdat die laatste formulering suggereert dat Van Ostaijen net als Cats versvoeten gebruikte, hetgeen in strijd is met zijn auteurspoëtica. Overigens is ook het scanderen van klassieke versmaten wegens de vele metrische variaties niet altijd eenduidig. Daarom werden, waar nodig, 'lege' metrische schema's toegevoegd, zoals bijv. bij alcaïsche versmaat (zie metrum). Lit: A.W. de Groot, Algemene versleer (1946) A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) W. Bronzwaer, ‘Vers, metrum, ritme’ in Lessen in lyriek (1993), p. 51-105 Ph. Hobsbaum, Metre, rhythm and verse form (1996).
|