Algemeen letterkundig lexicon

auteurspoetica

Term uit de literatuurwetenschap voor het geheel van literaire opvattingen van een schrijver. Men maakt, in navolging van A.L. Sötemann, een onderscheid tussen tekstinterne uitspraken (in de creatieve praktijk van poëzie, proza, drama...) en tekstexterne (in beschouwende essays, kritiek, correspondentie, interviews...). Voor beide genoemde soorten uitspraken maakt men veelal weer een onderscheid in impliciete en expliciet uitgedrukte opvattingen. Er is daarbij discussie over de vraag in hoeverre een literatuuropvatting een denkbeeld is van een auteur dan wel de beschrijving van zo’n denkbeeld.

Lit: J.J. Oversteegen, Beperkingen (1982), p. 41-75 • F. Willaert, De poëtica van Hadewijch in de Strofische Gedichten (1984) • W.J. van den Akker, Een dichter schreit niet (1985), vooral p. 7-50.

auteursintentie

auteurspostuur