Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen
(1993)–Taco H. de Beer, Eliza Laurillard– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1176]
| |
[Übermensch]Übermensch, (hgd.), een door Friedrich Nietzsche (geb. 1844) gevormd woord, ter aanduiding van den mensch in den hoogsten zin van het woord, zooals hij dien in de toekomst verwacht, d.w.z. het primitieve wezen, in den loop der eeuwen, door de elkander opgevolgde veroveringen van den menschelijken geest gelouterd en verbeterd. Napoleon I, ‘de synthese van den held en het monster’ komt, volgens hem, zijne conceptie het meest nabij. | |
[Übertünchte Höffichkeit (Europens -]Übertünchte Höffichkeit (Europens -, lett. de opgeplakte, uitwendige, beschaving of beleefdheid, van Europa, d.i. vreemd aan innerlijke beschaving; die excuus vraagt, als men iemand op den voet trapt, maar het natuurlijk vindt, iemand op 't hart te trappen. Het is eene uitdrukking uit Seume der Wilde. Er is sprake van een bewoner van Canada, - der noch Europens.
Übertünchte Höflichkeit nicht kannte,
Und ein Herz, wie Gott es ihm gegeben,
Von Kultur noch frei im Busen fühlte.
Het is een protest tegen de overbeschaving, de uiterlijkheid der vormen. Vgl. den aanhef van Rousseau, Emile ou de l'Education I. 1 Tout est bien, sortant des mains de l'Auteur des choses; | |
[pagina 1177]
| |
tout dégénère entre les mains de l'homme. Zoo ook bij Goethe Faust: Auch die Kultur, die alle Welt beleckt,
Hat auf den Teufel sich erstreckt.
| |
[Ubi bene, ibi patria]Ubi bene, ibi patria, (lat.), zie Patria est enz. Behalve Cicero, daar aangehaald, hebben ook Aristophanes (Plut., 1151) en Ovidius (Fasti, I, 498) hetzelfde denkbeeld in eenigszins anderen vorm uitgedrukt. | |
[Ubiquitisten]Ubiquitisten, voorstanders der ubiquitas of omnipraesentia corporis Christi = alomtegenwoordigheid van het lichaam van Christus, d.i. die Lutheranen, die beweren, dat Christus' lichaam of eigenlijk gezegd Zijne geheele menschheid evenals zijne godheid overal tegenwoordig is. Deze leer wordt door de Ubiquitisten gehand haafd in overeenstemming met de Luthersche Avondmaalsleer, volgens welke Christus niet slechts de communicanten uit den hemel geestelijk spijst en laaft (leer der Calvinisten), maar krachtens de communicatio idiomatum (= de mededeeling der sacramenteele eigenschappen), ook lichamelijk en persoonlijk met het sacrament des Avondmaals is vereenigd. | |
[Uhlan (Le -]Uhlan (Le -, (fr.), de hulaan. Gedurende de nasporingen, waartoe het verzoek der familie Dreyfus (1897), om herziening van het vonnis van den voormaligen kapitein Alfred Dreyfus aanleiding gaf, kwam ook een schrijven van den commandant Walsin Esterhazy aan diens bloedverwant, Mr. de Boulancy, aan het licht, waarin men o.a. las: ‘Si, ce soir, on venait me dire que je serai tué demain comme capitaine de uhlans en sabrant des Français, je serais parfaitement heureux’ (= Indien men mij dezen avond kwam zeggen, dat ik morgen, als kapitein der hulanen zou worden gedood, terwijl ik Franschen neersabelde, zou ik volkomen gelukkig wezen). Van dat oogenblik werd Esterhazy door diens vijanden le uhlan genoemd. | |
[pagina 1178]
| |
modelleering gevoelt, die zich nochtans niet aan het oog opdringen. | |
[pagina 1179]
| |
[Ulfilas (Alphabeth van -]Ulfilas (Alphabeth van -, Runen-alphabet (zie Runen), naar hem genoemd, omdat hij, bisschop der Gothen († 381), het bezigde in het schrijven van onderscheiden werken als aanhanger van het Arianisme, en als vertolker van de Evangeliën in het Gothisch. Wilhelm Grimm veronderstelt, dat dit alphabeth, bestaande uit 23 Russische letterteekens, lang vóor Ulfilas, bij de Moeso-Gothen bekend is geweest. Van dit en van de drie andere Russische alphabeths levert De Navorscher I, tegenover bl. 40 duidelijke afbeeldingen. | |
[Ulster-King-at-arms]Ulster-King-at-arms, (eng.), ambtsnaam van den wapenkoning in Ierland. In 1552 door koning Eduard VI ingesteld. Wat Ulster betreft, koning Jacobus I stichtte 22 Mei 1611 de waardigheid der Baronets (z.a.), om zich door de gelden, die voor deze adelsverheffing inkwamen, de middelen te verschaffen tot cultiveering der prov. Ulster (in Ierland). Het aantal dezer baronets werd aanvankelijk op 200 vastgesteld. Als bijzonder wapenteeken werd hun de Ulsterbadge verleend, nl. in een vrijkwartier van zilver eene linkerhand van keel bij het polsgewricht afgesneden, rechtopstaand; (zie Hand). Weldra werd het getal der baronets verhoogd. Onder koning Karel I waren er 458, in 1878 zelfs 689. Zij behooren niet tot den hoogen adel (the peerage) van Engeland, voeren den titel Sir voor hun naam, en staan een rang lager dan de nobility = de jongere zoons der viscounts (burggraven) en baronnen. De oudste zonen der baronets voeren den titel van Esquire (z.a.). | |
[Ultima legis ratio]Ultima legis ratio, (lat.), laatste rechtsgrond, die alles beslist. Zoo ook Ultima ratio, (lat.), de laatste grond of bewijsvoering, het laatste woord het laatste middel. In een tooneelstuk van Calderon (geb. 1600) getiteld En esta vida todo es verdad y todo mentira komen de woorden voor Ultima razon de Reyes d.i. het laatste woord der koningen (nl. in den oorlog, is kruit en kogels). Lodewijk XIV koos hiernaar als inschrift voor het Fransche geschut het slecht-Latijnsche ultima ratio regum. In Pruisen komt ultima ratio regis sedert 1742 als inschrift van kanonnen voor en is ook het devies dat, ingevolge besluit der Assemblée Nationale van 19 Augustus 1790, op de Fransche kanonnen gegraveerd werd. Ook opschrift der nieuwe snelvurende geweren, die in Febr. 1898 bij het Pruisische leger werden ingevoerd. | |
[Ultima Thule]Ultima Thule, (lat.), het aan het einde der aarde gelegen Thule, een eiland, dat de ouden voor het noordelijkste punt der aarde hielden. Welk eiland zij er mede bedoelden, is onzeker. Men heeft o.a. weleens aan IJsland of aan een der Shetlandsche eilanden gedacht. De uitdrukking ultima Thule komt het eerst voor bij Vergilius, Georgica I 30. | |
[Ultimatum]Ultimatum noemt men bij diplomatieke onderhandelingen de laatste verklaring van eene der partijen, eene verklaring, waarvan niet wordt afgeweken. Doorgaans bevat het ultimatum een eisch, en het verwerpen daarvan wordt gewoonlijk gevolgd door een onmiddellijk afbreken van alle diplomatieke betrekkingen. Er zijn echter ook voorbeelden van, dat het ultimatum gevolgd werd door een ultimatissimum, d.i. allerlaatste. | |
[pagina 1180]
| |
[Ultramontanismus]Ultramontanismus, de richting in de R.-Kath. Kerk, welke beurtelings tegenover het gallicanisme en het katholiek liberalisme voor de rechten en voorrechten van den Paus optrad. Thans is ultramontaan en rechtzinnig katholiek synoniem. Het woord komt van ultra montes: aan gene zijde der bergen, als aanduiding van de zetelplaats des Pausen met betrekking tot de meeste bewoners van Europa. (Vgl. tramontane). De term is het eerst in Frankrijk gebezigd ter onderscheiding van de Gallicaansche richting aldaar, die een meer zelfstandig bestuur der Kerk voorstaat. | |
[Um auf besagten Hammel zurückzukommen]Um auf besagten Hammel zurückzukommen, (hgd.), om op bedoelden hamel terug te komen; Martialis (omstr. 40-102 na Chr.), laat den advocaat Posthumus, die in zijn pleidooi over Cannae, Mithridates, de Puniërs, Marius, Sulla enz. spreekt, verzoeken, om tot de drie gestolen geiten terug te keeren waarover het proces loopt; m.a.w. dus, laat ons tot ons onderwerp terugkeeren. Zie Revenons à nos moutons. | |
[Umbilicus terrae]Umbilicus terrae, (lat.), navel, d.i. middelpunt, der aarde. Hiervoor, zoowel als voor gansch Griekenland, werd oudtijds het door zijn orakel beroemde Delphi (stad van Phocis, in Achaje, Griekenland) gehouden. Twee vrienden toch, terzelfder tijd door Jupiter uitgezonden, een uit het Oosten, de ander uit het Westen, zouden elkaar ontmoet hebben ter plaatse, waar Delphi is gesticht geworden. Gr. omphalos tès gès oikoemenès (navel der bewoonde aarde), gekenmerkt door een aldaar geplaatsten steen; (r.k.) Rome, middelpunt der Christenwereld. | |
[Umlage-Veriahren]Umlage-Veriahren, (hgd.), omslag-stelsel over de verzekerde werkgevers bij de Bank van ongeluksverzekering, waarbij men aan het einde van elk dienstjaar over die werkgevers omslaat alwat de Bank in dat tijdsverloop te betalen had, naar verhouding der gevaren percentages (zie Gevarenklassen, Aanh.). | |
[Umsturz-parteien]Umsturz-parteien, in Duitschland de partij der radicalen, en vooral der socialisten; Umsturz = omverwerping. Bij den Duitschen Bondsraad kwam Nov. 1894 de Umsturz-Vorlage in, d.w.z. een wetsontwerp betrekkelijk de wijziging van het wetboek van strafrecht, de militaire strafwet en de wetten op de drukpers; - aldus gekwalificeerd, omdat de strekking er van was de wederinvoering der socialisten-wet onder een anderen vorm. De hoofdinhoud van die ‘Umsturz-Vorlage’, d.i. het ontwerp tot verscherping der maatregelen tegen gezegde partijen, bestaat in beperking van het recht van vereeniging en der drukpersvrijheid, alsmede strenge bepalingen tegen het maken van socialistische propaganda bij het leger. | |
[pagina 1181]
| |
[Un bon bourgeois dans sa maison,
| |
[Un coup d'oeil de Louis enfantoit les Cornefiles]Un coup d'oeil de Louis enfantoit les Cornefiles, (fr.), een blik van Lodewijk riep de Corneilles in 't leven; regel van l'abbé Delille in Epître à M. Laurent, à l'occasion d'un bras artificiel qu'il a fait pour un soldat invalide (1760) door Dumas fils op 11 Febr. 1875 in zijn discours de réception verkeerd aangehaald als ‘des Corneilles’, en ten onrechte aan Boileau toegeschreven. | |
[Un diner réchauffé ne valut jamais rien]Un diner réchauffé ne valut jamais rien, (fr.), een opgewarmde maaltijd is nooit wat waard geweest; Boileau, Le Lutrin I, 104, woord van Gilotin (onder welken naam Guéronet bedoeld was), den aalmoezenier, die den prelaat, zijn meester den ‘prélat’ (Claude Anvry, bisschop van Contances), waarschuwt niet voor den maaltijd naar de kerk te gaan, omdat het eten dan koud wordt. | |
[Un ennemi mort sent toujours bon]Un ennemi mort sent toujours bon, (fr.), een doode vijand riekt altijd aangenaam, na de Parijsche bloedbruiloft, waarbij de admiraal De Coligny vermoord werd, sleepte het gemeen het lijk door de straten en hing het met een ijzeren ketting bij de beenen op aan de galg te Montfaucon. De koning ging er met het hof heen, om er naar te zien en toen iemand beweerde, dat de lucht bij het lijk walgelijk was antwoordde de koning, evenals Vitellius: ‘Le corps d'un ennemi mort sent toujours bon’. | |
[Un frère est un ami donné par la nature]Un frère est un ami donné par la nature, (fr.), een broeder is een vriend, door de natuur gegeven; G. Legouvé (1764-1812), La Mort d'Abel, III, 3. Die woorden komen echter reeds voor in Démétrius, treurspel van zekeren Beaudouin l'aîné, dat den 8en Dec. 1785, te Saint-Germain voor 't eerst werd opgevoerd. | |
[Un instant de repos dans ces vertes campagnes]Un instant de repos dans ces vertes campagnes, (fr.), een oogenblik rust in deze groene beemden. Recitatief der opera comique Le Chalet, tekst van Scribe en Mélesville, muziek van Ad. Adam, den 25 Sept. 1834, in de Opéra comique voor 't eerst opgevoerd - een recitatief, vooral door ouderen van dagen den soldaat Max dikwerf nageneuried. | |
[Un je ne sais quoi qui n'a plus de nom dans aueune langue]Un je ne sais quoi qui n'a plus de nom dans aueune langue, (fr.), iets, 'k weet niet wat, dat geenen naam in geenerlei taal heeft. Woorden van Bossuet, ter kenschetsing van een stoffelijk overschot, in diens lijkrede op prinses Henriette van Engeland. Men pleegt die woorden toe te passen op iets, zoo verwards, zoo vormloos, dat het onmogelijk blijkt, het te kenschetsen, noch aan te duiden. | |
[pagina 1182]
| |
[Un mardi gras révolutionnaire]Un mardi gras révolutionnaire, (fr.), voorspelde Proudhon (1809-65), den 1en Juni 1849, in zijn blad Le Peuple aan de Fransche burgerij, in antwoord op La Révolution démocratique et sociale, het orgaan van Delescluze (1809-71). Het duurde echter nog 22 jaren vóor de Commune uitbrak, en die voorzegging eenigszins werd bewaarheid. | |
[Un sot trouve toujours un plus sot qui l'admire]Un sot trouve toujours un plus sot qui l'admire (fr.), een dwaas vindt altijd een grooteren dwaas, die hem bewondert. Boileau, Art poét. I, 232. Vgl. Gellert, Fabeln II. Ein Narr trifft allemal noch einen grössern an,
Der ihn nicht genug bewundern kann.
| |
[Und die Sonne Homers, siehe! sie lächelt auch uns]Und die Sonne Homers, siehe! sie lächelt auch uns, (hgd.), en de zon van Homerus, zie! zij lacht ook ons toe. Slotvers van Schiller's gedicht Der Spaziergang, voor het eerst in diens maandschrift Die Horen (Tübingen, Cotta, 1795; IV, Bd. 10, Heft S. 72) onder Elegie verschenen. | |
[Und Ross und Reiter sah ich niemals wieder]Und Ross und Reiter sah ich niemals wieder, (hgd.), zie Ross. | |
[Und setzet Ihr nicht das Leben ein,
| |
[Und sie bewegt sich doch]Und sie bewegt sich doch, (hgd.), en toch beweegt ze zich; zie E pur si muove. | |
[pagina 1183]
| |
derlijk gemoed een kind in toepassing. Schiller, slot der derde strophe van Worte des Glaubens. | |
[Und wo ihr's packt. da ist's interessant]Und wo ihr's packt. da ist's interessant, (hgd.), en waar ge het pakt, daar is het interessant, Goethe, Faust I, voorspel op het tooneel, alwaar de komiek tot den dichter zegt: Greift nur hinein ins volle Menschenleben!
Ein jeder lebt's, nicht vielen ist's bekannt,
Und wo ihr's packt, da ist's interessant.
Zie ook op Greift, enz. | |
[Une chaumière et son coeur]Une chaumière et son coeur, (fr.), een hut en zijn hart, titel van eene vaudeville in twee bedrijven van Scribe en Alphonse Daudet, op 12 Mei 1835 in het Gymnase dramatique opgevoerd. De jeune première Jenny kan Lord Wolsey huwen, maar smacht naar haar John, ‘une chaumière et son coeur’. Aan de weelde gewend geraakt, ziet zij John terug, maar is teleurgesteld, en huwt nu den Lord. De titel is waarschijnlijk ingegeven door la Chaumière, romance van den graaf de Ségur, muziek van Solié. | |
[Une extrême justice est une extrême injure]Une extrême justice est une extrême injure, (fr.), eene uiterste rechtvaardigheid is een uiterst onrecht. Racine, les frères ennemis IV, 3; bij Volt. Oedipe II, 3, Mais l'extrême justice est une extrême injure. Beide zijn vertalingen van Cicero, De Officiis, I, 5: summum jus summa injuria; wat ook staat bij Terentius, Heautontimoroumenos IV, 4. Jus summum saepe summa malitia. Montesquieu vertaalde Cicero's spreuk met L'extrême justice est une extrême injure. | |
[Une idée par jour]Une idée par jour, (fr.), iederen dag een denkbeeld. De journalist Emile de Girardin (1806-81), beroemde er zich op, elken dag met een nieuwe gedachte te voorschijn te treden. Hoewel zijne vruchtbaarheid spreekwoordelijk is gebleven, heeft men tot heden het bewijs niet kunnen leveren, dat die woorden werkelijk werden geuit. Alleen heeft men in zijn orgaan La Presse, van 29 Febr. 1848, een aldus getiteld opstel ontdekt, waarin echter alleen werd gezegd, dat voortaan een kolom voor alle rechtvaardige en nuttige denkbeelden zou openstaan. | |
[Unie]Unie, vereeniging van twee of meer Staten onder éen. Vorst, hetzij toevalligerwijs en zonder dat er tusschen die Staten eene bijzondere rechtsbetrekking bestaat (personeele unie, zooals vroeger Engeland en Hannover, Nederland en Luxemburg, en thans België en de Congostaat), hetzij zóo dat de Staten in eene eigenaardige rechtsbetrekking tot elkander staan, waarbij zij soms enkele regeeringsorganen gemeen hebben (reëele unie: Zweden en Noorwegen, Oostenrijk en Hongarije). | |
[Unigenitus Dei filius]Unigenitus Dei filius, (lat.), de eeniggeboren zoon van God; aanvangswoorden der bul, welke door Paus Clemens IX in 1713 werd uitgevaardigd ter veroordeeling van 't Jansenisme, en waarin niet minder dan 101 stellingen uit Quesnel's Réflexions morales, als kettersch en gevaarlijk verworpen werden. | |
[pagina 1184]
| |
[Union Jack (De]Union Jack (De -. De nationale banier van Groot-Brittanje, Schotland en Ierland. Zij bestaat uit de drie vereenigde kruisen, dat van St. George voor Engeland, dat van St. Andreas voor Schotland, en dat van St. Patrick voor Ierland. De naam Jack duidt een militaire jas aan, die men in de Middeleeuwen over de wapenen en 't kuras droeg, en die met het kruis van St. George versierd was. | |
[Unitariërs]Unitariërs, zij die gelooven, dat de Godheid slechts uit één persoon bestaat. Een eerste voorstander van dit begrip was John Biddle (1615-62), en mannen als John Milton, Locke en Newton worden onder hen gerekend. In Amerika ook een secte, die het leerstuk der Drieëenheid verwerpt. R.W. Emerson en de beroemde kanselredenaar Parker behoorden daartoe. | |
[Universalist]Universalist, voorstander van de leer eener Gratia Universalis (Algemeene Genade), d.i. dat Gods genade algemeen is, voor alle menschen zonder onderscheid (vgl. Tit. II, 11); en niet eene Gratia Particularis (Bijzondere Genade), d.i. dat die genade slechts voor een zeker aantal of soort (dusgenaamde begenadigden, Godsvolk, de uitverkorenen) bestemd is. Met die Genade wordt dan niet bedoeld Gods barmhartigheid, zooals deze uit zijne Voorzienigheid (zijne voedende en onderhoudende kracht) kenbaar is; maar Gods reddende kracht ter behoudenis van zondaarszielen. De Remonstranten zijn universalisten, als zoodanig werden zij door de Synode van Dordrecht 1618/19, die Contra-Remonstrantsch was, veroordeeld en vervolgd. - Fr. universaliste. Uit lat. universum = het heelal, of universus (mundus) = de geheele (wereld). | |
[Universiteit]Universiteit, van lat. universitas = vereeniging, gemeenschap; bij ons en in vele landen eene school voor hooger onderwijs; in Frankrijk evenwel de benaming van het personeel aller openbare onderwijs-inrichtingen. De naam beteekent: instelling, die al de geleerde wetenschappen onderwijst en dus ook besloot onderricht in Theologie, Rechten en Natuurwetenschappen; zulk eene instelling had alleen het recht den Doctorstitel of eenigen academischen graad te verleenen. | |
[University extension]University extension, (eng.), voordrachten en cursussen, oorspronkelijk door hoogleeraren te Londen gehouden voor arme jongelui, die naar kennis dorsten, maar de middelen missen om met de studenten het gewone onderwijs der hoogleeraren te volgen. De uitdrukking beduidt dus niet uitbreiding der universiteit door vergrooting van het aantal studenten; maar ze oogt op nieuwe kanalen, door welke de wetenschap een grooteren kring van menschen bereiken kan. Fr. Extension universitaire. | |
[pagina 1185]
| |
duizend varkens in hun kot; Goethe, Faust, lied der gasten in Auerbach's Keller, als Mephistopheles ieder den door hem verlangden wijn heeft gegeven, en zij herhaaldelijk drinken. | |
[Upper ten]Upper ten, (am.), voor upper tenthousand d.i. de tienduizend rijksten uit New-York, en vandaar op alle steden overgebracht in den zin van de haute aristocratie of de haute finance of de noblesse, kortom dat gedeelte der bevolking eener stad, dat alleen heel veel te zeggen heeft. De uitdrukking werd het eerst door N.P. Willis gebruikt, toen hij van de aanzienlijken van New-York sprak, die toen niet meer dan 10000 bedroegen. | |
[Upperken]Upperken, trekpotje, dat de huismoeders in de 17e eeuw bij zich hadden, als zij in de winkels thee kochten, teneinde de aangeboden thee eerst te proeven. Zulke met zilver gemonteerde trekpotjes van aardewerk werden ook op de theetafel naast den theepot gebruikt, om daarin de saffraan te doen trekken. | |
[Upstalboom]Upstalboom, eene hoogte bij de stad Aurich in Oost-Friesland, op het grondgebied der gemeente Rake. Ze ontleende haren naam aan drie oude eiken, welke er zich te voren verhieven, en was in de Middeleeuwen in de 14e eeuw de plaats, waar de afgevaardigden van enkele Friesche gewesten bijeenkwamen om recht te spreken en wetten vast te stellen. Die vergaderingen werden onder den blooten hemel gehouden. | |
[Ur-adel]Ur-adel, oorspronkelijke adel. In Duitschland behooren hiertoe de geslachten, die vóor of omstreeks het tijdstip van het eerste adelsdiploma reeds adellijk waren, voor zoover zij niet tot den Lehn- of Dienstadel behooren. Den oudst-bekenden adelsbrief verleende keizer Karel IV aan den scholaster (eersten onderwijzer) bij de St. Stephanskerk te Mainz, Wijcker Frosch in den jare 1360. Dit is dus het grensjaar tusschen Uradel, enz. en Brief- of Diplom-adel, tot zóolang dat een oudere adelsbrief ontdekt mocht worden. | |
[Urania]Urania of de Hemelsche: 1) bijnaam van Aphrodite (Venus) als godin der reine liefde, en te onderscheiden van Aphrodite Pandèmos, de godin der zinnelijke liefde; 2) de naam eener dochter van Zeus (Jupiter) en Mnemosyné, de muze der sterrenkunde, gewoonlijk afgebeeld met een hemelbol in de hand; 3) nymph, dochter van Oceanus en Tethys. | |
[pagina 1186]
| |
ordeningen aannamen, noemden zich naar hem Urbanisten; zij zijn sedert lang bij andere orden ingesmolten. | |
[Urbem venalem et mature perituram, si emptorem invenerit (O -]Urbem venalem et mature perituram, si emptorem invenerit (O -, (lat.), O, die omkoopbare stad, welke spoedig zal te gronde gaan, zoodra zij een kooper zal hebben gevonden! Sallustius, Bellum Jugurthinum, c. XXXV, in fine. Uitroep van Jugurtha, kleinzoon van Masinissa, koning van Numidië aangaande Rome, toen hij aldaar, omstr. 111 v.C., door omkooping en schandelijk bedrog, zich tegenover den Romeinschen Senaat had weten vrij te pleiten van de rechtmatige aanklacht omtrent onrechtvaardige onttrekking aan zijne neven Adherbal en Hiempsal van het koninkrijk Numidië, dat hun wettig toekwam. | |
[Uriasbrief (Een -]Uriasbrief (Een -, noodlottig bericht in een brief, waarvan de inhoud aan den overbrenger onbekend is, en die hemzelf geldt. Naar Uria of Urias den Hethiter, die door koning David van zijne vrouw Bathseba beroofd was geworden. Hij werd door David met een brief naar den opperbevelhebber Joab gezonden, met den last, dat deze den brenger in de voorste gelederen moest plaatsen om hem alzoo in den strijd spoedig te doen sneuvelen. | |
[Urim-we-toemim]Urim-we-toemim, (hebr.), (letterl. lichten en volkomenheden), heette het wonderbare teeken, dat aan het borstschild der Israël. Hoogepriesters was verbonden, en dat alleen in buitengewone staatszaken of godsdienstzaken door de leiders des volks mocht worden geraadpleegd. Twaalf (edel-)steenen, vertegenwoordigend de twaalf stammen Israëls, versierden den borstlap des Hoogepriesters en waren het middel, waardoor deze, in gewichtige gevallen de theokratie, den wil des Heeren raadplegen kon, weshalve die borstlap (zie Efod) ook den naam van ‘borstlap des gerichts’ draagt. Zie Ex. XXVIII:29, 30. De wijze, waarop dit geschiedde, is onzeker. | |
[Ursula met de elf duizend maagden]Ursula met de elf duizend maagden, zie Elfduizend maagden. Bij hetgeen daar gezegd wordt, omtrent de onjuiste ontcijfering der zerk - inderdaad zou men toenmaals, zelfs in geheel Duitschland geene 11000 christelijke maagden hebben gevonden - dat daaruit de spreekwijs is ontstaan: | |
[pagina 1187]
| |
Es ist ausgerechnet, wie die 11,000 Jungfern zu Köln, m.a.w. het komt op een paar honderd of duizend meer of minder niet aan. | |
[Use every man after his desert, and who should 'scape whipping]Use every man after his desert, and who should 'scape whipping, (eng.), behandel elk naar zijne verdiensten; wie zou er dan aan eene geeseling ontsnappen? Shakespeare, Hamlet II, 2, woorden van Hamlet, die Polonius beveelt goed voor de tooneelspelers te zorgen, en van dezen ten antwoord krijgt, dat hij ze ‘naar verdienste’ zal behandelen, hetwelk Hamlet niet goed genoeg vindt. | |
[User d'alibi]User d'alibi, (fr.), zich bedienen van alibi (z.a.), brieven zenden uit andere plaatsen, dan waaruit ze feitelijk worden verzonden. Hiermede belast zich te Parijs een taamlijk obscuur agentschap, dat ook wel ongeteekende brieven schrijft en verzendt op geheimzinnige wijs. Het speelde eene rol in de zaak van den ex-kapitein Dreyfus. | |
[Usher of the Black Rod (The gentleman -]Usher of the Black Rod (The gentleman -, de ceremoniemeester der orde van den kousenband. In het Britsche parlement, het Hoogerhuis, de deurwachter met den zwarten staf. Black rod = zwarte roede (het teeken zijner waardigheid). Oct. 1895 verloor het Parlement dit deftig soort van deurwaarder, die een jaarlijksch inkomen had van 1000 p. sterling, door den dood van Sir J. Drummond. Men heeft ook een gentleman usher of the privy chamber der Koningin van Engeland. | |
[Uti possidetis]Uti possidetis, (lat.), zooals gij bezit; eene formule, tegenwoordig hoofdzakelijk gebruikt van twee oorlogvoerende partijen, wanneer die namelijk vrede sluiten met de bepaling, dat elk in 't bezit zal blijven van hetgeen zij veroverd heeft, b.v. een tractaat, gebaseerd op het uti possidetis. | |
[pagina 1188]
| |
[Utile dominium]Utile dominium, (mid. lat.), profijtelijk beheer. Tijdelijk bezit, z.v.a. vruchtgebruik. Onderscheiden van supremum dominium = het eigenlijk bezit of bloot eigendom. Zie bij Jus pignoratitium. | |
[Utilitarismus]Utilitarismus of nuttigheidstheorie, het door Jeremias Bentham verdedigde stelsel op zedelijk en staatkundig gebied, strekkend om aan het grootst mogelijk aantal menschen de meest mogelijke voordeelen te verschaffen. Eene communistische secte, kort vóór de Juli-omwenteling van 1830 in Frankrijk verrezen, noemde zich die der utilitairen. | |
[Utopia]Utopia, (gr. eng.), onbekend ideaal land, aldus naar ou (waar) en topos (plaats), z.v.a. Nergensland; naam door Thomas Morus (1480-1535) gegeven aan een denkbeeldig eiland, waar een ideale regeeringsvorm is ingevoerd. Daarvan beschrijft hij in zijn, aan Erasmus opgedragen Utopia, de inrichting en de werking. Vandaar utopie hersenschim en utopist de man, die aan de verwezenlijking van hersenschimmen gelooft. In 1874 verscheen Erewhon keerspelling van Nowhere d.i. nergens, eveneens eene beschrijving van een niet bestaand land. | |
[Uzaël]Uzaël, in de Joodsche engelenleer de naam van een boozen engel, die uit den hemel werd verbannen, omdat hij met nog een anderen engel zich verzette tegen het plan des Scheppers om menschen voort te brengen. Milton en Klopstock hebben van hem gebruik gemaakt. Niet Uzaël, maar Uzziël (= macht Gods) komt als persoonsnaam voor (Exod. VI:17, 21; Lev. X:4; Num. III:19, 30 enz. enz.). |
|