| |
| |
| |
Stekelplanten.
Voor boomen en heesters, zooals hulst, braam- of rozestruiken, op blz. 114 zoeken; die zijn hier niet weer genoemd.
| |
1
a. |
Alle bladeren zijn tot naalden vervormd. |
2 |
|
b. |
Er zijn wel gewone, platte bladeren. |
3 |
| |
| |
| |
4
a. |
Er zijn eigenlijk geen stekels of dorens, maar de plant voelt door stijve haren prikkelig aan. |
5 |
|
b. |
Duidelijke stekels, dorens of lange spitse punten aan bladeren of stengels. |
6 |
| |
| |
| |
5
a. |
Bloemen blauw of rood met 5 meeldraden; verspreide bladeren. Zie fig.
Blz. 818, Familie der Ruwbladigen |
|
b. |
Tweelippige bloemen, met 4 meeldraden, ook de kelktanden soms stekelig; bladeren twee aan twee tegenover elkaar. Zie fig. Blz. 875, Lipbloemenfamilie |
|
c. |
Groote, rose bloemen op lange stelen, met veel meeldraden; de bovenste bladeren in drieën of vijven gespleten. Zie fig. vorige blz.
Kaasjeskruidfamilie, blz. 553, Ruige Heemst |
|
|
d. |
(Voor andere, hier niet genoemde ruwharige, maar niet zoozeer stekelige planten, zie de gewone tabel blz. 8, No. 5.) |
|
| |
6
a. |
De bladeren hebben geen stekels (hoogstens een enkel spitsje hier of daar) of alleen aan den achterkant op de hoofdnerf. Wel veel stekels aan den stengel of onder de bloemen. |
7 |
b. |
De bladeren hebben wel stekels, al zijn 't soms maar fijne, langs de randen of aan de voorzijde. |
9 |
| |
| |
8
a. |
Veel kleine bloempjes tot één vereenigd en omgeven door een gemeenschappelijken kelk; er zijn geen afzonderlijke helmknopjes te zien. Zie de figuren.
Blz. 979, Familie der Composieten |
|
| |
| |
b. |
Blauwe, paarse of witte bloemen, samen tot een bol vereenigd, en omgeven door veel stekelpunten; er zijn afzonderlijke meeldraden in de bloempjes te zien. Zie fig. Blz. 973, Kaardenfamilie |
|
| |
| |
10
a. |
Het stekelblad is hard, leerachtig, mooi lichtblauw of blauwachtig groen. Er zijn losse meeldraden in de bloempjes te zien. Zie fig.
Schermbloemenfamilie, blz. 620, Kruisdistel |
|
b. |
Het blad is gewoon groen en grof of fijn gestekeld. De bloem zelf bestaat uit een aantal kleine bloempjes, waarin geen afzonderlijke meeldraden te zien zijn.
Blz. 979, Composietenfamilie |
|
|
|