Van Abraham tot Zacharia. Thema's uit het Oude Testament in religie, beeldende kunst, literatuur, muziek en theater
(1993)–Louis Goosen– Auteursrechtelijk beschermdRechtersis de benaming die is gegeven aan degenen die leiding gaven aan de Israëlieten om hen uit de nood te redden, in de barre en onzekere tijd vanaf »Jozua, onder wie de Israëlieten na de dood van »Mozes en de val van Jericho Kanaän binnentrokken, en van zijn opvolger Juda tot aan de eerste koning, Saul. Hun daden zijn opgetekend in het boek Rechters. Na de dood van Jozua en zijn tijdgenoten vergat de nieuwe generatie Israëlieten »Jahwe en verviel het volk tot de dienst aan Baäl, een Semitische vruchtbaarheidsgod. Daarop ontbrandde de toorn van Jahwe, met als gevolg dat ze lastig werden gevallen door vijandige volkeren. Maar op het hoogtepunt van de nood zond hij weer rechters als uitkomst. Tijdens het optreden van een rechter bleef het volk trouw aan Jahwe en was er vrede; na diens dood verviel het weer tot afgoderij en ontstonden de problemen opnieuw. Het boek noemt na Otniël de sluwe Ehud, die | |
[pagina 206]
| |
zijn hebzuchtige tegenstander, koning Eglon van de Moabieten, bij het overreiken van de schatting met de linkerhand verraderlijk doodde; verder Samgar, Debora en Barak, Gideon, Tola, Jaïr, Jefta, Ibsan, Elon, Abdon en Simson; elders worden Eli en »Samuël als rechters vermeld (1 Sam. 4,18 en 7,15-16). De daden van verschillende rechters zijn moedig, maar ook listig en wreed. Sommigen worden alleen maar vermeld; van anderen worden karakter en daden beschreven, zoals van Debora (»Jaël), de oude profetes die met Barak vijandige legers versloeg waarvan de aanvoerder Sisera door een vrouw, Jaël, met een tentpin verraderlijk werd gedood; van de dappere en slimme »Gideon, die pas na de tekens van een door een engel ontstoken offer en van de ongewone dauw op een vacht tegen de legers van Midjan optrok, driehonderd dappere mannen selecteerde en de vijand met een list versloeg; van de tragische bendeleider »Jefta, die na een onbezonnen belofte zijn dochter aan Jahwe offerde; en van de reusachtige, door de engel van Jahwe aan zijn kinderloze ouders aangekondigde »Simson, die in de strijd tegen de Filistijnen het slachtoffer werd van de verleiding door Delila. Het slot van het boek Rechters (hst. 17-21) geeft nog enkele rauwe verhalen, die zich afspelen juist voor de zalving van de eerste koning Saul en die bedoeld zijn om de noodzaak van het centrale, monarchische gezag te onderstrepen: dat van de rooftocht van de Danieten, die bij de Efraïmiet Micha een afgodsbeeld en een aantal rituele voorwerpen stalen (»Micha) en van de schanddaad van de Benjaminieten. Een leviet uit het bergland van Efraïm en zijn bijvrouw, op terugreis van Betlehem naar hun woonplaats, vonden in Gibea onderdak bij een oude boerenknecht. De Benjaminieten uit Gibea, erop uit met de leviet zelf ontucht te plegen, schonden, toen dat niet lukte, de regels van de gastvrijheid door de bijvrouw van de leviet te verkrachten. Omdat de bijvrouw daarbij de dood had gevonden, stuurde de leviet, thuis gekomen, delen van haar in stukken gesneden lichaam naar alle stammen van Israël met de oproep de Benjaminieten te straffen. Door een list werden zij, zware verliezen lijdend, verslagen. Dankzij de wil van alle stammen om toch als twaalf stammen bijeen te blijven konden de Benjaminieten echter overleven.
Het boek Rechters werd rijk verlucht (Byzantijnse Octateuchen, Bijbel van Roda ca. 1000, Gebhart-bijbel ca. 1175, Gumbertus-bijbel einde 12e eeuw, Bijbel van Heisterbach ca. 1240). De Bijbel van Christina van Zweden uit Constantinopel 10e eeuw heeft een miniatuur met een groep rechters bij een volksvergadering, en een Nederlandse bijbel uit ca. 1450 te Wenen illustreert de titel van dit bijbelboek met de voorstelling van een rechter tijdens een rechtszitting. Fuchs illustreerde het boek Rechters met 20 etsen in 1960-64. De aanwijzing van Juda (niet te verwisselen met »Juda, de zoon van Jakob) als opvolger van Jozua, altijd zoals deze als krijgsman voorgesteld, wordt uitgebeeld op miniaturen in de Byzantijnse Octateuchen 11e eeuw. Op een miniatuur in de Bijbel van Sint Martialis uit Limoges einde 11e eeuw geeft Jahwe, een martiale krijgsman aanwijzend, vanuit de verbondsark in een grote stad aan de hogepriester en het leger een banderol, waarop staat: ‘Dit zegt de Heer: laat Juda ten strijde trekken.’ De listige moord van Ehud op de Moabitische koning Eglon komt, realistisch uitgebeeld, voor op miniaturen in de Octateuch van Smyrna en de Gumbertus-bijbel einde 12e eeuw, in de Maciejowski-bijbel en het Psalterium van Queen Mary 13e en 14e eeuw. Een enkele maal is deze moord type voor Jezus' Nederdaling ter Helle, waarbij de demon werd overmeesterd (Speculum-literatuur). Voornamelijk in de 17e-eeuwse Hollandse schilderkunst kregen episoden uit het verhaal over de schanddaad van de Benjaminieten aandacht. Naast tekeningen uit de omgeving van Rembrandt, werden schilderwerken van Van den Eeckhout 1645, Van | |
[pagina 207]
| |
Neck ca. 1690 en van een 17e-eeuwse leerling van Rembrandt aan de edelmoedige gastvrijheid van de boerenknecht uit Gibea gewijd. Victors ca. 1655 en Graat ca. 1680 schilderden in de 17e eeuw de dood van de bijvrouw van de leviet; in de 18e eeuw Couder 1817. Sertier modelleerde in 1752 een gipsreliëf. Gerlach 1929; Pope-Hennessy 1964; Richter 1963; Tissot 1932. |
|