Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdanoniemEtym: Gr. a(n) = niet, zonder; onoma = naam; vandaar: naamloos. Werk waarvan de naam van de auteur, om welke reden dan ook, onbekend is of verzwegen is bij publicatie. Dat was vaak het geval bij oudere teksten, bijv. uit de orale literatuur. Ook veel geschreven teksten die behoren tot de ridderromans of de geestelijke lyriek uit de middeleeuwen bleven doorgaans anoniem. Het vermelden van de naam van een auteur werd pas gebruikelijk in de renaissance. Maar ook sindsdien bleven talrijke anonieme werken verschijnen omdat auteurs zich wilden beschermen tegen repressieve censuur van kerk of staat (geuzenlied, verzetsliteratuur). Soms ontliepen auteurs op die manier negatieve publiciteit. De tegengestelde term van anoniem is autoniem of orthoniem, waarmee werken onder de ware naam van een auteur worden gepubliceerd. Een pseudoniem of schuilnaam wordt door auteurs gebruikt om hun ware naam te verhullen. Een enkele keer wordt anonimiteit bewerkstelligd door het gebruik van een beletselteken of een asterisk; men spreekt dan ook wel van resp. stigmoniem of van asteroniem. De moderne computertechnologie (digital humanities) reikt ons nu methodes toe waarmee sommige anoniem overgeleverde teksten gelinkt kunnen worden aan bepaalde schrijvers (bijv. op grond van een statistisch-vergelijkende studie van de frequentie van bepaalde rijmwoorden, ngrams, e.d.). Lit: J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche letteren (2 dln, 1883-1885; reprint 1970) A. de Kempenaer, Vermomde Nederlandsche en Vlaamsche schrijvers (1928; reprint 1970) Ch.A. Stonehill Jr., A. Block & H. Winthrop-Stonehill, Anonyma and pseudonyma (19692) J. Wright Starner & B.H. Traister, Anonymity in early modern England: What’s in a name (2011) T. Geue, Author unknown. The Power of anonymity in ancient Rome (2019).
|
|