Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgeuzenliedOorspronkelijk strijdlied of historielied uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog, gewoonlijk anoniem vervaardigd in kringen van de rederijkers. Toen de vrijheidsstrijd ook een antikatholiek karakter kreeg, stelde het geuzenlied, vaak als spotlied tegen Spanje en Rome, zich in dienst van de hervorming. Men onderscheidt verder geuzenliederen met een kroniekachtige inslag die de traditie van het historielied voortzetten, triomfliederen die de successen van de opstand bezingen en propagandateksten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond het zogenaamde nieuwe geuzenlied, waaronder grote bekendheid verwierf Het lied der achttien dooden door J. Campert in 1941 n.a.v. het zgn. geuzenproces in Rotterdam. Van de oude geuzenliederen zullen er vele – omdat ze als pamflet verschenen – verloren zijn gegaan. Van circa 1578 dateert de eerste overgeleverde druk van Een nieu Geusen lieden boecxken; daarna zijn er tot 1687 dertig herdrukken van bekend. Naast de vele anonieme liederen, waaronder het Nederlandse volkslied het Wilhelmus van Nassouwe, worden liederen toegeschreven aan o.a. Laurens Reael, G.H. van Breughel, D.V. Coornhert en Lucas d'Heere. Ook Valerius' Nederlandtsche gedenck-clanck (1626, ed. Meertens e.a. 1942) bevat een aantal door hem vervaardigde geuzenliederen. Latere edities van oude geuzenliederen zijn van J. van Vloten, Nederlandsche geschiedzangen (18642), H.J. van Lummel, Nieuw geuzenlied-boek (1872-1874) en P. Leendertz, Het Geuzenliedboek (1924-1925). De illegaal uitgegeven nieuwe geuzenliederen (verzetsliteratuur) werden na de oorlog gebundeld in het Geuzenliedboek 1940-1945 (1945; ed. Schenk en Mos, 1975).
Titelpagina van het eerste deel van het Nieu Geusen Liet Boeck (1616). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl. 1 (19802), p. 127].
Lit: Y.H. Foppema, Oude en Nieuwe Geuzenliederen (1946) H. Bruch, Slaat op den trommele; het Wilhelmus en de Geuzenliederen (1971) W.J.C. Buitendijk, Nederlandse strijdzangen (1525-1648) (19772) L. Grijp, ‘Van Geuzenlied tot Gedenck-clanck: het geuzenliedboek in de Gouden Eeuw’ in M.B. Smits-Veldt e.a. (red.), De Nederlandse Opstand in cultuurhistorisch perspectief, themanummer van De zeventiende eeuw (1994), p. 118-132 E. Hofman, Het Lied van Oranje en Nederland: nieuw licht op het Wilhelmus en zijn dichters (2003).
|