Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdjournalistiek prozaEtym: Fr. jour = dag; journal = dagblad. Proza dat kenmerkend geacht wordt voor de journalistiek. De journalist vergaart nieuws en informatie omtrent dagelijkse gebeurtenissen en maakt dat vervolgens bekend aan een groot publiek via pers, radio, tv e.d. Daarbij staat werkelijkheids- en actualiteitsbetrokkenheid voorop. De journalist kan zich beperken tot eenvoudige vermelding van de feiten, maar hij kan die ook in een ruimere context plaatsen en duiden. De objectiviteit die men van de journalist verwacht wordt doorgaans nagestreefd door een degelijke documentering en een onbevooroordeelde interpretatie, maar ze is in werkelijkheid een illusie die wordt bewerkstelligd door het gebruik van allerlei retorische en stilistische procédés. Het journalistieke ideaal van feitelijkheid en ongekleurde weergave had een grote aantrekkingskracht op auteurs die faction schreven of naar non-fictie streefden. Dat was o.m. het geval bij 18de-eeuwse auteurs als Justus van Effen (1684-1735) en Jacob Campo Weyerman (1677-1747). Veel van hun politiek gekleurd werk verscheen anoniem, zoals in het patriottische weekblad De post van den Neder-Rhijn (1781-1787) of onder pseudoniem, zoals de politieke commentaren van Zelandus (= Jacobus Bellamy, 1757-1786). De zakelijke reportagestijl van journalistiek proza werd in de jaren dertig van de 20ste eeuw toegepast in de reportageroman om een zo groot mogelijk realiteitsgehalte te suggereren. Voorbeelden daarvan zijn de romans 8.100.000 m2 zand (1932) van M. Revis en Zuiderzee (1934) van Jef Last, auteurs die met dit werk gerekend worden tot de nieuwe zakelijkheid. In de tweede helft van de 20ste eeuw ontstond in de Verenigde Staten de beweging van het New Journalism met internationaal bekende auteurs als Truman Capote, Tom Wolfe en Norman Mailer. Deze auteurs schreven ‘romans’ die gebaseerd zijn op werkelijk gebeurde feiten en op grondige studie en documentatie van die feiten. De verwerking van het materiaal gebeurt evenwel op een ‘literair verantwoorde manier’, zodat Wolfe de beweging kan definiëren als ‘journalism that reads like a novel’. Het werk van de Duitser Günter Wallraff is een ander voorbeeld van gedocumenteerd en journalistiek schrijven. Zijn ambities zijn echter minder literair dan wel politiek of maatschappelijk gericht. In dezelfde sfeer past ook de bestseller van de Amerikaanse Betty Mahmoody Not without my daughter (1987, Ned. vert. In een sluier gevangen), waarin ze de strijd om de bevrijding van haar kind uit Iran beschrijft. Journalistiek proza met literaire aspiraties kan men aantreffen in het cursiefje of de column, maar ook in de persoonlijk gekleurde reisreportages (Cees Nooteboom e.a.), de reisbeschrijving, het reisverhaal of in ooggetuigeverslagen (H. Mulisch). Dikwijls worden bekende literaire auteurs door dag- en weekbladen aangetrokken om bepaalde gebeurtenissen te verslaan, waarvan het stilistisch weergeven van persoonlijke impressies niet noodzakelijk het waarheidsgehalte aantast. Een ander aspect van de wisselwerking tussen literatuur en journalistiek betreft de recensie van boeken, het interviewen van auteurs, het aankondigen en verslaan van literaire manifestaties en soortgelijke gebeurtenissen uit de literaire actualiteit. Talrijke dag- en weekbladen hebben vaste rubrieken of bijlagen voor het literaire nieuws en ook op radio en tv komt de literaire journalistiek aan bod. Lit: F.B. Jackson e.a., ‘Journalism as art: a selective annotated bibliography’ in Style (1982), p. 466-487 H. Anten, Van realisme naar zakelijkheid. Proza-opvattingen tussen 1916 en 1932 (1982) N. Noordervliet, ‘Geheugensporen: verschillen en overeenkomsten tussen literatuur, journalistiek en geschiedschrijving’ in Optima 11 (1993-1994) 4, p. 23-34 R. van Exter & A. Pauw, Tussen literatuur en journalistiek (1994) F. Hellemans, ‘De (weder)geboorte van de roman uit de geest van de (nieuwe) journalistiek’ in M. de Clercq e.a. (red.), Verzoenende veelzijdigheid (2000), p. 85-99 P.J.H.M. Theeuwen, Pieter ’t Hoen en De Post van den Neder-Rhijn (1781-1787) (2002) H. Renders, ‘Journalistiek of literatuur: de krant op een tweesprong in het interbellum’ in C. Dauven, J. Koopman & L. Kuitert (red.), Publiceren, wat is dat? (2005), p. 29-40 G. Muhlmann (vert. J. Birrell), A political history of journalism (2007) D. Underwood, Journalism and the novel. Truth and fiction, 1700–2000 (2008) C. Cotter, News talk. Investigating the language of journalism (2010).
|