Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdJugendstilEtym: Du. jeugd-stijl. Stroming in de beeldende kunst waarvan de naam ontleend is aan het Duitse weekblad Jugend, in 1896 gesticht door G. Hirth, dat door Otto Eckmann met randversieringen en ornamenten werd verfraaid. Het werd zo de Duitse aanduiding voor een stijl die rond 1900 in allerlei decoratieve vormen een belangrijke rol speelde. De Franse benaming is ‘art deco’ of ‘art nouveau’. Als kunstvorm tussen impressionisme en expressionisme in is de Jugendstil een stijl die een lineaire (tweedimensionale) vormgeving gebruikt voor sterk vergeestelijkte verbeeldingen. Dit uit zich in de vloeiende of krullende lijnen die in de ornamentiek (kelken, bloemstengels, rookspiralen, lange sierlijke vogels, vrouwenhaar e.d.) toegepast worden. Als kunststijl is de Jugendstil het sterkst verbonden met het symbolisme. Het speelt in de literatuur zelf nauwelijks een rol en kan dan ook niet als een literaire stroming beschouwd worden. Wel valt het in de interieurbeschrijvingen van de decadente literatuur (decadentie) te herkennen. In de literaire kritiek worden verschillende auteurs nogal eens geassocieerd met de Jugendstil, zo bijv. F. Nietzsche, R.M. Rilke, H. von Hofmannsthal, S. George en, buiten het Duitse taalgebied, M. Maeterlinck, O. Wilde en de Van Nu en Straksers. Bij een aantal van deze en verwante auteurs valt een zekere voorliefde op voor sommige van de artistieke Jugendstilsymbolen en -motieven, maar vooral ook voor de bijzondere grafische boekverzorging (bijv. de bekende illustraties van Aubrey Beardsley). De door Toorop verzorgde banden van Psyche (1898) en God en goden (1903) van Louis Couperus zijn typisch voor deze stijl.
Jugendstil-illustratie door Theodoor Nieuwenhuis bij een gedicht van Jacques Perk (1897). [bron: Bibliopolis]
Lit: H. Fritz, Literarischer Jugendstil und Expressionismus (1969) J. Hermand (red.), Jugendstil (1971) A. Mackintosch, Symbolismus und Jugendstil (1976) D. Jost, Literarischer Jugendstil (19802) J. Mathes, Theorie des literarischen Jugendstils (1984) J. Pierre, L’univers symboliste: décadence, symbolisme et art nouveau (1991) E. Braches, Nieuwe Kunst en het boek: Een studie in Art Nouveau (2003).
|
|