Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdnieuwe zakelijkheidTerm uit de kunstkritiek die in 1923 door G.F. Hartlaub werd gelanceerd bij de tentoonstelling ‘Neue Sachlichkeit: Deutsche Malerei nach dem Expressionismus’ en in 1926 werd overgenomen in de architectuur. Onder invloed van de Nieuwe-Beelding-ideeën van Mondriaan en Van Doesburg, zoals die geformuleerd werden in De Stijl (1918), zochten architecten als G. Rietveld, Le Corbusier en W. Gropius naar een nieuwe, zuivere vormgeving die louter functioneel zou moeten zijn en zich onderscheidt door strakke, rechte lijnen, een gladde oppervlakte met eenkleurige vakverdelingen. Gestreefd werd naar een heldere atmosfeer en evenwichtige verhoudingen. De term ‘nieuwe zakelijkheid’ is in de literatuur vooral van toepassing verklaard op het proza waarin de nadruk ligt op strakke vormgeving, zakelijke weergave van feiten en handelingen, met weglating van veel omschrijvende formuleringen (o.m. bijvoegelijke naamwoorden) die voor sfeertekening gebruikt worden. Over het algemeen onstaat daardoor versnelling. Wat de inhoud betreft bestaat een voorkeur voor moderne, technische, commerciële, politieke of sociale stof. De stijl wordt gekenmerkt door korte zinsbouw, filmische overgangen, een strak prozaritme en wisselende, direct naast elkaar geplaatste beelden. Men spreekt in dit verband van een reportagestijl (reportage, reportageroman). Net als in de bouwkunst (Oud, Brinkman, Van der Vlugt, Duiker e.a.) wordt gestreefd naar functionaliteit, d.w.z. het weren van elke overtolligheid zoals die bijv. tot uiting komt in decoratieve versieringen bij de architectuur, in de stemmingsbeschrijving of in de woordkunst in de literatuur. Deze elementen werden gezien als subjectief, terwijl de nieuw-zakelijke kunstenaars trachtten een zo groot mogelijke objectiviteit te bereiken. Voor sommige auteurs over dit onderwerp vallen magisch realisme of surrealisme en nieuwe zakelijkheid samen vanwege de koel-realistische weergave die deze stromingen ermee gemeen hebben. Anderen zijn echter van mening dat juist in de hyperrealistische kunst van iemand als A.C. Willink, waarmee bijv. Bordewijk wel op één lijn gesteld is, een gevoelslading aantoonbaar is die de nieuwe zakelijkheid onverenigbaar maakt met het surrealisme. De term nieuwe zakelijkheid kan dan ook beter gereserveerd worden voor een stroming waarin een zo sober en functioneel mogelijk gebruik gemaakt wordt van de taal. De nieuwe zakelijkheid wordt doorgaans geplaatst in het bredere kader van het gematigd-modernisme. In het Nederlandse taalgebied had het werk van Ilja Ehrenburg (bijv. Das Leben der Autos, 1930) invloed op het proza van o.m. M. Revis (8.100.000 m3 zand, 1932), B. Stroman (Stad, 1932), Maurits Dekker (Brood, 1932) en Jef Last (Zuiderzee, 1934). De versobering van het taalgebruik van de nieuwe zakelijkheid is niet zonder invloed gebleven op het werk van auteurs als Willem Elsschot (zie Elsschotproef), Gerard Walschap, Martinus Nijhoff, F. Bordewijk e.v.a. Lit: B. Stroman, ‘De Nieuwe Zakelijkheid in de literatuur’ in Rondom het boek (1935), p. 77-84 C. Tazelaar, Het proza der nieuwe-zakelijkheid (1935) H. Lethen, Neue Sachlichkeit 1924-1932 (19752) H. Anten, Van realisme naar zakelijkheid: prozaopvattingen tussen 1916 en 1932 (1982) J. Goedegebuure, Nieuwe Zakelijkheid (1992) R. Grüttemeier, Hybride Welten: Aspekte der Nieuwe Zakelijkheid in der Niederländischen Literatur (1994) H. Anten, Het bekoorlijk vernis van de rede: over poetica en proza van F. Bordewijk (1996) R. Grüttemeier, ‘Vlaamse zakelijkheid?: over de nieuwe zakelijkheid als poëticaal concept in Vlaanderen’ in Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 114 (1998) 2, p. 138-155 R. Grüttemeier, ‘’De economie leert u’: Nieuwe zakelijkheid en wetenschap’ in Nederlandse letterkunde 9 (2004) 3, p. 296-312 La 'Neue Sachlichkeit' themanummer Germanica 9 (1991) R. Grüttemeier, K. Beekman & B. Rebel (red.), Neue Sachlichkeit and Avant-Garde (2013) # J. Bel, Bloed en rozen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945 (2015), p. 702-717 R. Grüttemeier, J. Wagner & H. Stiemer (red.), Neue Sachlichkeit im Kontrast - Deutschland und die Niederlande (2021).
|
|