Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdexercitatioEtym: Lat. oefening. De retorica als ars moest ondersteund worden door veelvuldig oefenen, door exercitatio. Dat kon door het lezen van literaire teksten die tot imitatio uitnodigen, maar ook door zich te verdiepen in historische werken, wetten en politieke geschriften. De redenaar moest zich zo breed mogelijk oriënteren, moest een homo universalis zijn. Dit ideaalbeeld verlangt bijv. Vondel ook van de dichter in zijn Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste : Hy bevlijtige zich om dagelijx toe te nemen in kennisse van verscheide wetenschappen, om, is het niet van alles volmaecktelijck, dat zwaer ja onmogelijck valt, ten minste ter loop van vele dingen kennis hebben, om zijn werck naer den eisch uit te voeren. In de klassieke retoricascholen speelden schriftelijke oefeningen een grote rol, de zgn. chria, het latere schoolopstel, met als onderdelen een lofprijzing (exordium), narratio, argumentatio met confirmatio, refutatio, analogie-1, exemplum en testimonia en een peroratio of conclusio. Lit: A.D. Leeman, ‘Het systeem der antieke rhetorica’ in Lampas 9 (1976), p. 122-140 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 3 (1996), kol. 71-123.
|
|