Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdexilliteratuurEtym: Lat. ex(s)ilium = verbanning, ballingschap, verbanningsoord < exsul = balling. Literatuur geschreven door verbannen schrijvers. Het betreft zowel auteurs die al vóór hun ballingschap schreven als diegenen die precies wegens de ervaring van verbanning met het schrijven begonnen zijn. Ballingschap is niet economisch, maar doorgaans politiek of juridisch gemotiveerd en altijd het resultaat van een min of meer sterke dwang. Naast de vlucht voor vervolging of bedreiging door een repressieve overheid (uiterlijke dwang) kan de ballingschap ook een persoonlijke reactie zijn op een als ondraaglijk ervaren situatie, vaak ten gevolge van fundamentele onverenigbaarheid met politieke, ethische, religieuze of artistieke standpunten (innerlijke dwang). Voor ‘exilliteratuur’ wordt soms ook nog de oudere term ‘emigrantenliteratuur’ gebruikt. Dit is evenwel misleidend in zoverre dat het een vrijwillige keuze suggereert. Hoewel exilliteratuur bijna automatisch in verband gebracht wordt met de periode van het nationaalsocialisme in Duitsland (1933-1945), komt het fenomeen in alle tijden voor. Zo werd de Griekse dichter Hipponax (6de eeuw v. Chr.) de toegang tot zijn geboortestad Efeze om politieke redenen ontzegd. De Romeinse dichter Ovidius (43 v. Chr. – 18 n. Chr.) viel in ongenade bij keizer Augustus en werd naar het onherbergzame Tomi verbannen. Ook Dante zou, nadat hij in 1302 zijn geboortestad Firenze (Florence) niet meer binnen mocht, tot het eind van zijn leven in ballingschap blijven. De verbanning van de dichter François Villon uit Parijs (1463) was de omzetting van een doodvonnis. Tot het einde van de middeleeuwen werd de verbanning, doorgaans het gevolg van een persoonlijke straf, vooral beschouwd als een individueel noodlot. Nadien kreeg de verbanning van schrijvers vaak een meer collectief karakter. Gedurende de godsdienstoorlogen in de 16de en 17de eeuw bijv. ontvluchtten talrijke protestantse auteurs hun katholieke regio, of omgekeerd. Na de Franse Revolutie (1789) ontwikkelde zich een exilliteratuur omwille van politieke redenen; bekende voorbeelden zijn de ‘Jungdeutsche’ dichters Ludwig Börne en Heinrich Heine, die in 1830 resp. 1831 naar het ‘progressieve’ Parijs emigreerden. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd het neutrale Zwitserland een toevluchtsoord voor pacifistische auteurs als Romain Rolland, Yvan Goll of Annette Kolb. Na de machtsovername van Adolf Hitler en de boekverbrandingen na 1933 ontvluchtten zo’n 2500 schrijvers en publicisten, waaronder talrijke Joodse of links georiënteerde intellectuelen, Duitsland en (het in 1938 geannexeerde) Oostenrijk omdat ze door de nationaalsocialisten werden vervolgd of omdat hun werk als ‘entartet’ werd onderdrukt. Bekende voorbeelden zijn Bertolt Brecht, Anna Seghers, Thomas Mann, Stefan Zweig, enz. Veelal vestigden ze zich aanvankelijk in buurlanden als Frankrijk, België, Zwitserland of Nederland. Sommigen van hen trokken door naar de Verenigde Staten. Het vertrek van deze exilauteurs veroorzaakte een breuk in de Duitse literatuur, die verdeeld raakte tussen uitgewekenen en thuisblijvers (‘Daheimgebliebenen’). De emigrantenkolonies in bijv. Zwitserland, Frankrijk, Zweden en de Verenigde Staten probeerden d.m.v. eigen tijdschriften en uitgeverijen een zekere continuïteit te bewaren.In Nederland is veel werk van exilauteurs uitgegeven bij Querido en Allert de Lange in Amsterdam. Tot deze in Nederland uitgegeven auteurs behoren o.m. Klaus Mann, Bruno Frank, Alfred Döblin en Lion Feuchtwanger. De benaming ‘exilliteratuur’ wordt ook gebruikt voor literatuur van auteurs uit Oostbloklanden in de periode van de Koude Oorlog die hun werk in het Westen hebben voortgezet. Het is nochtans omstreden of schrijvers als Reiner Kunze of Jurek Becker, die van Oost-Duitsland naar West-Duitsland emigreerden, als vertegenwoordigers van exilliteratuur mogen worden beschouwd. De term ‘exil’ was in het West-Duitse discours immers niet politiek correct omdat de Bondsrepubliek Duitsland de Duitse hereniging nastreefde en daarom de Duitse Democratische Republiek niet als ‘buitenland’ beschouwde. Sinds de jaren 1970 bevinden zich talloze auteurs uit het Midden-Oosten en andere landen in ballingschap. Zo vestigde bijv. Kader Abdolah (Iran) zich in Nederland; Rafik Schami (Syrië) trok naar Duitsland; Hassan Blasim (Irak) naar Finland; enz. In de moderne Engelstalige literatuur worden V.S. Naipaul en D. Walcott in verband gebracht met de exilliteratuur. In tegenstelling tot vroegere periodes, waarin auteurs in ballingschap bijna altijd aan hun moedertaal als literatuurtaal vasthielden, schakelen in de laatste decennia steeds meer schrijvers over naar de ‘vreemde’ taal van hun ballingsoord of nieuw thuisland (meertaligheid). Naast de externe bindende factor van de ballingschap toont de exilliteratuur vaak ook een gemeenschappelijke thematiek, zoals de eigen nationaliteit, politieke dissidentie, heimwee, ontworteling, of kritiek op de maatschappij van het ballingsoord. Zie ook postkoloniale literatuurstudie. Lit: Zur deutschen Exilliteratur in den Niederlanden 1933-1940, themanummer van Amsterdamer Beiträge zur neueren Germanistik (1977) E. Krispyn, Anti-Nazi writers in exile (1978) Emigrantenliteratuur, themanummer van Bzzlletin 10 (1981-1982), 94 D. Pike, German writers in Soviet exile, 1933-1945 (1982) F. Trapp, Deutsche Literatur im Exil (1983) W. Koepke & M. Winkler (red.), Exilliteratur 1933-1945 (1989) E. Koch & F. Trapp (red.), Exiltheater und Exildramatik 1933-1945 (1991) M. Robinson (red.), Altogether elsewhere. Writers on exile (1994) H. Würzner & K. Kröhnke, Deutsche Literatur im Exil in den Niederlanden 1933-1940 (1994) I. Wallace (red.), Aliens – Uneingebürgerte. German and Austrian writers in exile (1994) A. Jäger, Schriftsteller aus der DDR. Ausbürgerungen und Übersiedlungen von 1961 bis 1989 (1995) K. Löb, Exil-Gestalten: deutsche Buchgestalter in den Niederlanden, 1932-1950 (1995) P. Renkel & M. Potzsch, Freistätte Amsterdam (1995) P. Manasse, Boekenvrienden Solidariteit: turbulente jaren van een exiluitgeverij (1999) B. Englmann, Poetik des Exils. Die Modernität der deutschsprachigen Exilliteratur (2001) A. Arslan, Das Exil vor dem Exil. Leben und Wirken deutscher Schriftsteller in der Schweiz während des Ersten Weltkrieges (2004) V.J. Schmidinger & W.F. Schoeller, Transit Amsterdam. Deutsche Künstler im Exil 1933-1945 (2007) J. Ingleheart (red.), Two thousand years of solitude. Exile after Ovid (2011) H. Buffery (red.), Stages of exile. Spanish republican exile theatre and performance (2011) M.J. Muratore, Exiles, outcasts, strangers. Icons of marginalization in post World War II narrative (2013) Chr. Palm, Exil und Identitätskonstruktion in deutschsprachiger Literatur exilierter Autoren. Das Beispiel SAID und Sam Rapithwin (2017) V.J. Schmidinger, Transit Belgien. Deutsche und österreichische Künstler im Exil 1933-1945 (2017).
|
|