Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdanalogie-1Etym: Gr. ana-logos = overeenkomstig (een woord of gedachte). In algemene zin kan analogie beschreven worden als een gedeeltelijke overeenkomst tussen twee of meer gegevens, die waargenomen wordt tegen een achtergrond van afwijkende kenmerken en die eventueel als basis dient voor een redenering of conclusie. In die zin beschrijft de argumentatieleer analogie als een redeneerstrategie. Inzoverre de analogie een belangrijk mechanisme blijkt te zijn waarmee de menselijke geest probeert greep te krijgen op de chaotische veelheid van gegevens rondom ons, tonen de cognitieve wetenschappen (waaronder de cognitieve literatuurwetenschap) er een bijzondere belangstelling voor. Aangezien relaties van gedeeltelijke identiteit en variatie een fundamentele rol spelen in de literaire tekst (parallellisme), kunnen heel wat aspecten ervan beschreven worden met behulp van het analogiebegrip. De meeste klankeffecten in poëtisch taalgebruik zijn gebaseerd op een fonische overeenkomst die waargenomen wordt tegenover een achtergrond van fonische en vooral semantische niet-overeenkomst (zie poëtische functie). Ook de metafoor berust op analogie, m.n. op de waargenomen overeenkomst tussen beeld en verbeelde. Hetzelfde geldt voor het gebruik of de interpretatie van de allegorie, de parabel en het symbool, evenals bij een techniek als mise-en-abyme. De term 'analogie' vindt verder een toepassing in het comparatistisch onderzoek, zoals bij de vergelijkende beschrijving van teksten die al dan niet bedoelde structurele overeenkomsten vertonen (bijv. West Side Story en Romeo and Juliet, of The Lion King en Hamlet). In deze zin blijkt o.m. de middeleeuwse literatuur rijk te zijn aan analogieën, meestal ontleend aan de bijbel. Zo kan bijv. in Karel ende Elegast de inbraak van Elegast bij Eggeric van Eggermonde om diens zadel en zwaard te bemachtigen, beschouwd worden als een analogie naar 1 Samuel 26, waar David bij Saul binnensluipt en diens lans wegneemt. De bedoeling van de analogie is dan een gebeurtenis als niet toevallig te beschrijven, maar als deel uitmakend van een hoger plan, bij voorkeur de heilsgeschiedenis. Een dergelijke analogie kan beschouwd worden als een profane variant op de sensus allegoricus. Zie ook isomorfisme. Lit: H. Pleij, ‘Over de betekenis van middeleeuwse teksten’ in Spektator 10 (1980-1981), p. 299-339 J.F. Ross (red.), Portraying analogy (1981) N. Diengott, ‘Analogy as a critical term: a survey and some comments’ in Style 19 (1985), p. 227-241 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 498-514 H. Verdaasdonk, ‘Analogies as tools for classifying and appraising literary texts’ in Poetics 22 (1994), p. 373-388 H.G. Coenen, Analogie und Metapher: Grundlegung einer Theorie der bildlichen Rede (2002).
|