Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdexemplumEtym: Lat. voorbeeld. Oorspronkelijk een kort verhaal, ingelast in een rede of andere betogende tekst om een bepaalde stelling te illustreren. Het voorbeeldverhaal (Gr. synoniem paradigma-1) stond in de antieke retoriek in dienst van de argumentatio of van de ornatus (zie genera dicendi). Het genre vond vlug buiten de redekunst ingang en in Rome verschenen verzamelingen van exempla, meestal zakelijk gerangschikt, bijv. de Exempla van Cornelius Nepos. In de vroege middeleeuwen werden exempelen alleen gebruikt in voor monniken bestemde traktaten en preken. Vanaf de 12de eeuw werden ook sermoenen voor leken geïllustreerd met exempelen. De inhoud werd meestal ontleend aan bijbelverhalen, legenden of heiligenlevens (hagiografie), maar de bronnen werden vanaf de 14de eeuw ook profaan, bijv. de Gesta Romanorum en klassieke liefdesverhalen zoals de Metamorphosen van Ovidius; de moralisatie volgde dan als ‘fabula docet’ aan het einde van het verhaal. Het gebruik van komische en grove exempelen bracht het genre bij de aanhangers van de reformatie in diskrediet. Een voorbeeld uit de Nederlandse literatuur vindt men in de inleiding van de niet-overgeleverde vertaling van Buchanans Franciscanus: Voorrede tot het gezelschap ende de vergaderinge der gener, die hem inde nieuwe Universiteyt der stad Leyden ouffenende zijn in de Latynsche of Neder-duytsche poezien (ed. K.J.S. Bostoen, S. Gabriëls & J. Koppenol, 1993, p. 53-57), waarin Jan van Hout wil aantonen dat lofprijzingen van de massa iemand juist op zijn hoede moeten doen zijn: ‘twelc my genouch zi mit enige oude geschiedenissen uyt velen te bevestigen’. Als exempla volgen dan de redenaar Phocion, de fluitspeler Hippomachus, de beeldhouwer Polycletus en de dichter Eumolpus. In Vondels Gysbreght van Aemstel (WB-ed., dl. 3, 1929, p. 514-600) brengt een vergelijking van Amsterdam en Troje en van Gysbreght met Aeneas iets van de luister van Troje over op Amsterdam en iets van het heldendom van Aeneas op Gysbreght. De Vogala website bevat de opname van een exempel van Jacob van Maerlant, ontleend aan zijn Spiegel historiael (13de eeuw). Lit: C.G.N. de Vooys, Middelnederlandse stichtelijke exempelen (1953) B.J. Price, Paradeigma and exemplum in ancient rhetorical theory (1975) H.D. Oppel, ‘Exemplum und Mirakel. Versuch einer Begriffsbestimmung’ in Archiv für Kulturgeschichte 58 (1976), p. 96-114 H. den Haan, ‘Argumentele waarde van de geschiedenis in de Nederlandse renaissance’ in Spektator 8 (1978-1979), p. 446-467 W. Hauch & B. Wachinger (red.), Exempel und Exempelsammlungen (1991) J.M. Verbij-Schillings, ‘Woord en weerwoord: over functionele vormgeving van exempelen’ in Th. Mertens e.a. (red.), Boeken voor de eeuwigheid: Middelnederlands geestelijk proza (1993), p. 108-123 en 400-405 C. Bremond e.a., L’exemplum (19962) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 3 (1996), kol. 60-70 H. Bizarri & M. Rohde (red.), Tradition des proverbes et des exempla dans l'Occident médiéval (2009) M. Crab, Exemplary reading. Printed Renaissance commentaries on Valerius Maximus (1470-1600) (2015) R. Langlands, Exemplary ethics in Ancient Rome (2018).
|