| |
| |
| |
Bibliografie
VAN ALPHEN 1788 [Alphen, H. van,] Theorie der schoone
kunsten en wetenschappen, grootendeels overgenomen uit het Hoogduitsch van F.J.
Riedel. Met bijvoegselen, aanteekeningen, en eene inleiding vermeerderd
door H. van Alphen. Utregt, 1778. 2 dln.
VAN ALPHEN 1782 Alphen, H.
van, Digtkundige verhandelingen. Utregt, 1782.
VAN DEN BRANDEN
1956 Branden, L. van den, Het streven naar verheerlijking, zuivering en
opbouw van het Nederlands in de 16de eeuw. Gent, 1956.
BRANDT ED.
LEENDERTZ 1932 Brandt, G., Het leven van Joost van den Vondel.
Uitgegeven door P. Leendertz jr. 's-Gravenhage, 1932.
BRAY 1948 Bray,
R., La préciosité et les précieux; de Thibaut de
Champagne à Jean Giraudoux. Paris, [1948].
BRINK 1963
Brink, C.O., Horace on poetry. Cambridge, 1963.
CARON 1971
Caron, W.J.H., Vondels uitspraak. Z.pl., 1971. (Afscheidscollege
Amsterdam V.U.)
CICERO 1968 Cicero, De oratore; book III. With
an English translation by H. Rackham. London, 1968. The Loeb classical library
349. | |
| |
CLEMENTS 1942 Clements, R.J., Critical theory and
practise of the Pléiade. Cambridge, 1942.
DE CLERCQ 1824
Clercq, W. de, Verhandeling ter beantwoording der vraag: welken invloed
heeft vreemde letterkunde; inzonderheid de Italiaansche, Spaansche, Fransche en
Duitsche, gehad op de Nederlandsche taal- en letterkunde, sints het begin der
vijftiende eeuw tot op onze dagen? Amsterdam, 1824.
COLLOT D'ESCURY
1830 Collot d'Escury, H., Holland's roem in kunsten en
wetenschappen. Met aanteekeningen en bijdragen. Dl. IV. 's-Gravenhage enz.,
1830.
FISCHER 1968 Fischer, L., Gebundene Rede; Dichtung und
Rhetorik in der literarischen Theorie des Barock in Deutschland.
Tübingen, 1968.
FRIEDRICH 1964 Friedrich, H., Epochen der
italienischen Lyrik. Frankfurt am Main, 1964.
GROOTES 1973
Grootes, E.K., ‘Vondels Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste
(1650)’. In: Weerwerk. Assen, 1973, p. 81-95.
GUIRAUD
1954 Guiraud, P., La stylistique. Paris, 1954. ‘Que
sais-je?’ 646.
DE HAES 1740 Haes, J. de, Het leeven van
Geeraert Brandt. 's-Gravenhage, 1740.
HELLINGA 1938 Hellinga, W.
[Gs], De opbouw van de algemeen beschaafde uitspraak van het Nederlands.
Amsterdam, 1938. (Dissertatie Amsterdam G.U.) | |
| |
VAN HEULE
1953 Heule, C. van, De Nederduytsche grammatica ofte spraeckonst.
Uitgegeven, ingeleid en toegelicht door W.J.H. Caron. Groningen enz.,
1953.
HILDEBRANDT-GÜNTHER 1966 Hildebrandt-Günther, R.,
Antike Rhetorik und deutsche literarische Theorie im 17. Jahrhundert.
Marburg, 1966.
HOFFHAM 1788 Hoffham, O.C.F., Proeve eener theorie
der Nederduitsche poëzy. Amsteldam, 1788.
HORATIUS 1968
Horace, The odes and epodes. With an English translation by C.E.
Bennett. London, 1968. The Loeb classical library 33.
HORATIUS AP
Horace, ‘Ars poetica’. In: Satires, epistles and Ars
poetica. With an English translation by H. Rushton Fairclough. London,
1970. The Loeb classical library 194.
HORATIUS WB [Vondel, J. van
den,] ‘Q. Horatius Flaccus Lierzangen en dichtkunst; in het rymeloos
vertaelt door J. van Vondel’. In: Vondel, [J. van den,] Werken.
Dl. VII. Amsterdam, 1934.
HUISINGA BAKKER 1782 Huisinga Bakker, P.,
Poëzy. Dl. II. Amsterdam, 1782.
HUYDECOPER 1730
Huydecoper, B., Proeve van taal- en dichtkunde; in vrijmoedige aanmerkingen
op Vondels vertaalde Herscheppingen van Ovidius. Amsterdam, 1730.
KALFF 1883 Kalff, G., Het lied in de Middeleeuwen. Leiden, 1883.
(Dissertatie Leiden.) | |
| |
KOELMANS 1977 Koelmans, L.,
‘Het A.B.N., het spreken en het schrijven’. In: Ntg 70
(1977), p. 15-33.
LAUSBERG 1960 Lausberg, H., Handbuch der
literarischen Rhetorik; eine Grundlegung der Literaturwissenschaft.
München, 1960. 2 dln.
VAN MANDER 1618 Mander, C. van, Het
schilderboeck [...]. Amsterdam, 1618.
VAN MANDER 1973 Mander, K.
van, Den grondt der edel vry schilder-const. Uitgegeven en van een
inleiding en commentaar voorzien door H. Miedema. Utrecht, 1973. 2 dln.
MAXIMILIANUS 1968 Maximilianus, Pater O.F.M. Cap., Vondelstudies.
Overzien en ingeleid door L.C. Michels. Terheyden, 1968.
NIEUWE BYDRAGEN
1763
Nieuwe bydragen tot opbouw der vaderlandsche letterkunde. Dl.
I. Leyden, 1763.
NNBW III
Nieuw Nederlandsch biografisch
woordenboek. Onder red. van P.C. Molhuysen, P.J. Blok e.a. Dl. III. Leiden,
1914.
RIPA 1644 Ripa, C., Iconologia of uijtbeeldingen des
verstands [...]. Uyt het Italiaens vertaelt door D.P. Pers. Amstelredam,
1644.
RONSARD 1965, 1966 Ronsard, P. de, ‘Abbrégé
de l'Art poétique François’ en ‘[(3de) voorrede tot]
La Franciade’. Beide in: Oeuvres complètes. Texte
établi et annoté par Gustave Cohen. [Réimpr. de la 3me
éd., rev. et corr. Paris, 1965, 1966]. 2 dln., dl. II.
Bibliothèque de la Pléiade 45, 46. | |
| |
SMIDS
1694 [Smids, L.,] ‘Het toetsteentje der Nederduytsche toneel- en
mengelpoësye’. In: Smids, L. Poësye. Amsterdam, 1694, p.
253-74.
SPIEGEL 1962 Spiegel, H.L., ‘Twe-spraack’. In:
Twe-spraack; Ruygh-bewerp; Kort begrip; Rederijck-kunst. Ed. W.J.H.
Caron. Groningen, 1962. Trivium III, p. 1-63.
STERCK 1930 Sterck,
J.F.M., ‘Het leven van Vondel IV, 1640-1645’. In: Vondel, [J. van
den, ] Werken. Dl. IV. Amsterdam, 1930.
STOETT 1963 Stoett,
F.A., Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en
gezegden. Zutphen, 19635. 2 dln.
STUTTERHEIM 1974
Bredero, G.A., Spaanschen Brabander. Ingeleid en toegelicht door C.F.P.
Stutterheim. Culemborg, 1974.
TAEL- EN DICHT-KUNDIGE BY-DRAGEN 1771
Tael- en dicht-kundige by-dragen. Dl. I. Leyden, 17712
UNGER
1888 Unger, J.H.W., Bibliografie van Vondels werken. Amsterdam,
1888.
VONDEL 1650 Vondel. J. van [den], Poëzy of verscheide
gedichten; bij een vergadert, vermeert, en op een nieuw overzien. Mitsgaders
een Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste. Amsterdam, 1650.
VONDEL
1935 [Vondel, J. van den,] ‘Jeptha of offerbelofte;
treurspel’. In: Vondel, [J. van den,] Werken. Dl. VIII. Amsterdam,
1935. | |
| |
DE VOOYS 1952 Vooys, C.G.N. de, Geschiedenis van
de Nederlandse taal. Antwerpen enz., 19525.
VOSSIUS
1647a Vossius, G.J., De artis poeticae natura ac constitutione.
Amstelodami, 1647.
VOSSIUS 1647b Vossius, G.J., Institutiones
poeticae. Amstelodami, 1647.
VOSSIUS 1647c Vossius, G.J., De
imitatione. Amstelodami, 1647.
WELLEKENS ED. WARNERS 1965
Wellekens, J.B., Verhandeling van het herdersdicht. Herdruk verzorgd
door J.D.P. Warners. Utrecht, 1965. Utrechtse publicaties voor algemene
literatuurwetenschap nr. 7.
WHITE 1965 White, H.O., Plagiarism and
imitation during the English Renaissance; a study in critical distinctions.
Repr. New York, 1965. Harvard studies in English 12.
WITSTEIN 1972
Witstein, S.F., ‘Aandacht voor de Aenleidinge’. In: Ts 88
(1972), p. 81-106.
ZWAAN 1939 Zwaan, F.L., Uit de geschiedenis der
Nederlandsche spraakkunst; grammatische stukken van De Hubert, Ampzing,
Statenvertalers en reviseurs, en Hooft. Groningen enz., 1939, p. 121-91.
(Dissertatie Amsterdam V.U.)
Gebruikte
afkortingen:
Ntg De nieuwe taalgids
Ts Tijdschrift voor
Nederlandse taal- en letterkunde
|
|