Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (ed. Werkgroep Utrechtse Neerlandici)
(1977)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermdJoost van den Vondel, Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste (eds. Kees Blokland en anderen). Instituut De Vooys, Utrecht, 1977
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: G 1154
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste van Joost van den Vondel, verzorgd door Kees Blokland en anderen in de eerste druk van de editie uit 1977. De eerste druk van het oorspronkelijke werk dateert van 1650.
redactionele ingrepen
De gebruikte editie van de Aenleidinge geeft een prozatekst met regelnummering. Zowel in de voetnoten als in de inleiding wordt verwezen naar de regelnummering. De regelnummering is behouden door de regelnummers vet en tussen vierkante haken in de lopende tekst weer te geven.
p. 19-20: Deze eis komt expliciet slechts terloops aan de orde (r. 102 - [p. 20] - r.106). → Deze eis komt expliciet slechts terloops aan de orde (r. 102 - r.106). [p. 20]
noot 35-41: de goede gunst'[...] ende diergelijke wijse van spreken meer; → de goede gunst[...] ende diergelijke wijse van spreken meer;
noot 61: cierlijk: fraai, met retorische ornatus. → cierlijck: fraai, met retorische ornatus.
noot 98: cieraat: verfraaiing (ornatus). → cieraet: verfraaiing (ornatus).
noot 101: Rederijckkunst: Retorica. → Rederijckkunste: Retorica.
noot 114-115: de noot ‘Plutarchus ... zeden: de zedekundige werken van Plutarchus, (46-120): Grieks historicus en moralist.’ wordt in het origineel slechts aan regel 114 gekoppeld; omdat de tekst waar de noot naar verwijst op regel 114 én regel 115 staat, is de noot hier an beide regels gekoppeld
noot 123: begint van: gaat uit van. → begint eerst van: gaat uit van.
noot 164: wispelturigh: grilig. → wispelturigh: grillig.
noot 194: in annum’: :Houdt uw werk onder u → in annum’: ‘Houdt uw werk onder u
noot 198: verscheide keurmeesters: → verscheide keurmeesteren:
noot 221: ontdekt: zichtbaar maakt. → ontdeckt: zichtbaar maakt.
noot 231: maet der verzen: verslengte. → maet der vaerzen: verslengte.
p. 62: Vossius, G.J. De imitatione. → Vossius, G.J., De imitatione.
p. 62: White, H.O. Plagiarism and imitation during the English Renaissance; a study in critical distinctions. → White, H.O., Plagiarism and imitation during the English Renaissance; a study in critical distinctions.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (4, 6, 36) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 2]
RUYGH-BEWERP
Voorstudies en werkteksten op het gebied van de neerlandistiek, tot stand gekomen en vermenigvuldigd op het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
I Het liedboekje van Marigen Remen. (Hs. Leiden, Ltk.218, F.62-F.78V). Uitgegeven met een inleiding en woordverklaring door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. 1966 (uitverkocht).
II B. van den Berg, Actieve taalbeheersing van twaalfjarigen; een eerste verkenning van schriftelijk taalgebruik. 2e ongew. dr. 1972.
III De Roemster van den Aemstel off: Poëtische beschrijvinghe van de Riviere Aemstel. Met inleiding en aantekeningen door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. 1973 (uitverkocht).
IV Constantijn Huygens, Zes zedeprinten. Ingeleid en voorzien van annotatie en cultuurhistorische toelichting door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. 2e dr. 1976.
V Truwanten, een toneeltekst uit Handschrift-Van-Hulthem. Uitgegeven en toegelicht, door een werkgroep van Brusselse en Utrechtse neerlandici. 1976 (uitverkocht).
VI J. van Vondel, Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste. Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. 1977.
VII Lodewijk Meijer, Verloofde koninksbruidt. Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Utrechtse neerlandici. 1978.
[pagina 3]
J. van Vondel
Aenleidinge ter Nederduitsche
dichtkunste
Uitgegeven en toegelicht door een werkgroep van Utrechtse
neerlandici
Utrecht
Instituut De Vooys
1977
[pagina 5]
INHOUD | |
VERANTWOORDING. | 7 |
I. EERSTE PUBLICATIE; BEDOELING; OPZET. | 9 |
II. FUNDAMENTEN EN OPBOUW. | 15 |
1. Retorische en poëticale achtergronden. | 15 |
2. De opbouw. | 22 |
III. REACTIES OP DE AENLEIDINGE. | 29 |
TEKST EN ANNOTATIES. | 35 |
BIBLIOGRAFIE. | 57 |