Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdcompositioEtym: Lat. com-ponere = samen-stellen. Term uit de retorica voor de syntactische, fonetische en metrische vorming van zinnen en woordgroepen. De compositio hoort tot de stijlmiddelen van de ornatus, één van de stijldeugden van de elocutio. In syntactisch opzicht vallen te onderscheiden de periodus-1 of volzin; de colon, een bijzin of zinsdeel van meer dan drie woorden; de comma, een zinsdeel van minder dan vier woorden. In fonetisch opzicht bestaat de compositio vrijwel alleen uit het vermijden van het homoeoprophoron, een alliteratie die in de klassieke talen over het algemeen als een fout werd aangemerkt. De meest voorkomende metrische voeten zijn amfibrachys, anapest, choreus/choree of trochee, amfimacer, dactylus, jambe, paeon primus en spondee. Lit: A. Scaglione, Komponierte Prosa von der Antike bis zur Gegenwart, 2 dln. (1981) G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 300-304 P. Butler, Out of style. Reanimating study in composition and rhetoric (2008).
|