De Taalgids. Jaargang 9(1867)– [tijdschrift] Taalgids, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Over de uitspraak van het Landfriesch, Aanmerkingen van den hoogleeraar J.H. v.d. Palm over de Nederlandsche taal, verzameld uit zijne werken. Kuipen. Het ontstaan der buigingsuitgangen. Maar. Almen. Alming. Brievenbus. Vraag. Over stijl, stijlleer en onderwijs in den stijl. Een Deventersch hoogleeraar en een Deventer koek. Verbeteringen? Uitlegging van Vondel. Woord en schrift. Sier - Sieren, sieraad, sierlijk, versieren, opsieren, enz. Nog iets over den Ferguut. Tekstcritiek en woordverklaring. Reinaert, I, vs. 378. Stijlleer. De Leeuwarder tongval en het Leeuwarder taal-eigen. Gissing van de redactie. Brievenbus. over het w.w. verrigten. Inleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde. Deventersch en Deventer. Uitlegging van Vondel Nidoepheide. Aanvuren. Proeve ter verklaring van enkele woorden, voorkomende in de Informacie upt Stuck der Verpondinghe, uitgegeven door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Sprokkelingen. Over de afleiding van het bijvoegl. naamw. schoon. De Leeuwarder tongval en het Leeuwarder taaleigen. Uitnoodiging aan allen, die in landbouw en volksgebruiken belangstellen. Dr. L.A. te Winkel. Zaakregister. Woordregister.