Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘J.D. Meijer, Essai sur la Question: l'Appreciation morale d'une action peut elle entrer en consideration, quand il s'agit d'etablir et d'appliquer une Loi penale? et si elle y entre; jusqu'a quel point peut elle y entrer? Amsterdam, chez J.J. Geijler & Comp. 1804. 8vo. 132 pag.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805 | 1805 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Essai, qui a remporté le prix au concours, ouvert par l'Academie du Gard à Nismes, sur cette question: determiner le principe fondamental de l'Intérêt, les causes accidentelles de ses variations, et ses rapports avec la Morale, &c.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810 | 1810 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Over de noodzakelijkheid van eenen provisionelen Hoogen Raad in het Rijk der Nederlanden; door Mr. J.D. Meijer, oud Regter en Advocaat, Ridder van den Nederlandschen Leeuw, Lid van het Instituut, van de Koninklijke Akademie te Göttingen, en van die te Nismes. (Hetzelsde werk in het Fransch, betiteld: De la nécéssité d'une haute Cour provisoire pour le Royaume des Pais-Bas.) Ter Nederlandsche Drukkerije te 's Gravenhage. In gr. 8vo. f 1-4-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
John Bowring | ‘Amsterdam, 4 October.’ | In: Brieven | 1830 |
John Bowring | ‘Amsterdam, 3 December.’ | In: Brieven | 1830 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Bloemlezing uit Hoogduitsche Dichtstukken van Claudius, Burger, Blumauer, Schlegel, Mahlman, Schiller en anderen, in Nederduitsche verzen overgebragt door J.J. Bange, Lutersch Predikant te Sappemeer.’, ‘Uitgegeven tot een weldadig doel. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1834. In gr. 8vo. 155 Bl. Buiten Inteek. f 1-50. Bij het Graf van Mr. J.D. Meijer. Dichtregelen door E.M. Calisch. Te Amsterdam, bij L. van Bakkenes. 1834. In gr. 8vo. 6 Bl. f :-30. Aan Neêrlands Jongelingschap bij den aanvang van het jaar 1835. Dichtregelen; door G.A.C.W. Marquis de Thouars, Luitenant der 10de Afdeeling Infanterie. Te Breda, bij F.P. Sterk. 1835. In gr. 8vo. 15 Bl. f :-30.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 | 1835 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De erfdeugd der Arabieren, of de moordenaar door het regt der gastvrijheid gered. Tooneelspel, in vijf Bedrijven. Door B.C. Carillon. Te Amsterdam, bij Carillon. 1834. In 8vo. 134 bl. f :-50. Hulde aan de nagedachtenis van Mr. J.D. Meijer, door A.C. Carillon; gevolgd van eenige Dichtregelen op hetzelfde onderwerp, door B.C. Carillon. Te Amsterdam, bij Carillon, enz. 1835. In 8vo. 16 bl. f :-25. Dichtregelen, uitgesproken in het Departement Breda, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, bij de feestviering van het vijftigjarig bestaan derzelve Maatschappij: door G. Ramakers. Te Breda, bij F.P. Sterk. 1835. In 8vo. 20 bl. f :-30.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1836 | 1836 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Verhandelingen in geleerde Genootschappen, van Jonas Daniël Meijer. In II Bundels. Letter-, Oudheid-, Taal- en Geschiedkunde. Te 's Gravenhage, bij de Gebr. Belinfante. 1844-46. In gr. 8vo. LVI en 703 bl. f 7-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1847 | 1847 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Mr. J. van der Linden en Mr. J.D. Meijer, als Regtsgeleerden herinnerd door Mr. M.C. van Hall, Staatsraad in buitengewone dienst, Kommandeur der Orde van den Nederlandschen Leeuw, President van de Arrondissements-Regtbank te Amsterdam. Te Amsterdam, bij de Wed. L. van Hulst en Zoon. 1853. In gr. 8vo. XII en 118 bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1854 | 1854 |
Emma Rengers en Marc de Wilde | ‘De rechten van Nederlandse joden in 1615 en 1796 Marc de Wilde en Emma Rengers’ | In: De Boekenwereld. Jaargang 32 | 2016 |