Uitgegeven tot een weldadig doel. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1834. In gr. 8vo. 155 Bl. Buiten Inteek. f 1-50.
Bij het Graf van Mr. J.D. Meijer. Dichtregelen door E.M. Calisch. Te Amsterdam, bij L. van Bakkenes. 1834. In gr. 8vo. 6 Bl. f :-30.
Aan Neêrlands Jongelingschap bij den aanvang van het jaar 1835. Dichtregelen; door G.A.C.W. Marquis de Thouars, Luitenant der 10de Afdeeling Infanterie. Te Breda, bij F.P. Sterk. 1835. In gr. 8vo. 15 Bl. f :-30.
Indien het weldadige doel alleen te allen tijde genoegzaam ware, om de uitgaaf van gebrekkige verzen te regtvaardigen, dan zouden wij de Bloemlezing, die de Eerw.
bange ons uit de Dichtstukken van onderscheidene Duitsche Meesters levert, zonder berisping en zonder lof kunnen vermelden. Maar er ontbreekt te veel aan, om dit te
mogen doen. Vele zoogenaamde drukfeilen heeft de Schrijver, in eenen brief aan den Redacteur van dit Tijdschrift, trachten te verbeteren; doch zelfs bij die verbetering winnen de verzen zeer weinig. Immers, al lezen wij b. v. bl. 38, in plaats van:
En 'k plantte vruchten meen'gen dag, op verzoek des Schrijvers:
Terwijl ik meen'gen vruchtkern lag, dan blijft het toch een af te keuren regel. En hoe maken wij het met
en
nimānd, op bl. 6? met
een hoōgdig ridder, op bl. 13? met een
grijs voor een
grijsaard, bl. 17 en 23? met
nederslagen voor
nederslaan, bl. 32?.... Maar het weldadige doel? - Uit aanmerking daarvan besluiten wij met de woorden:
Si desint vires,
tamen est laudanda voluntas.
Beter geslaagd zijn de oorspronkelijke dichtregelen van den Heer calisch bij het graf van den wereldberoemden Regtsgeleerde, Mr. j.d. meijer. Zij behelzen eene, den grooten Overledene niet geheel onwaardige, lijkhulde.
Ook de dichtregelen, door den Marquis de thouars aan Nederlands Jongelingschap toegezongen, hebben, in het algemeen, ons zeer wel bevallen. Wel begrijpen wij niet regt, hoe wij, volgens den raad op bl. 8, het onvervalscht akkoord niet alleen der Romeinen, maar ook (zeker in plaats der Grieken) van de Perzen en Trojanen, kunnen volgen. Van de Perzen is er weinig bij ons bekend, en van de Trojaan-