Alle de brieven. Deel 5: 1685-1686
(1957)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdBrieven 82-89.
| |||||||||
Gepubliceerd in:
| |||||||||
Korte inhoud:Onderzoek van de zouten in azijn en wijn. Proeven over de werking van azijn op kreeftsogen en van wijn op krijt. Uit de verschillende vorm van de kristallen in de wijn en in jichtknobbels wil Leeuwenhoek afleiden, dat wijn drinken niet de oorzaak van de jicht kan zijn. Theorie, dat het kleinste, waarneembare kristal reeds de vorm heeft van het volgroeide. Leeuwenhoek bestrijdt de leer van Descartes, dat de kleinste waterdelen ‘slangachtig’ zijn, en geeft als zijn mening, dat het ronde deeltjes zijn, die elkaar afplatten. Theorie over de smaak van zout, zuur, zoet, welke zou berusten op verschil in vorm en oplosbaarheid der kristallen. | |||||||||
Figuren:De elf figuren, welke bij deze brief behoren, ontbreken bij het manuscript. | |||||||||
Opmerkingen:Deze brief is niet door Leeuwenhoek zelf geschreven, slechts ondertekend. | |||||||||
Letter No. 82 [43].
| |||||||||
Published in:
| |||||||||
Summary:Investigation of the salts in vinegar and wine. Experiments on the influence of vinegar on crab's eyes and of wine on chalk. From the fact that crystals found in wine have a different shape from those in gouty tubercles Leeuwenhoek infers that the drinking of wine cannot be the cause of gout. A theory that the smallest perceptible crystal already has the shape of the full-grown one. Leeuwenhoek contests the doctrine of Descartes that the smallest particles of water are ‘snake-like’, and gives it as his opinion that they are round particles which flatten each other. A theory about the taste of salt, sour, and sweet, which is said to be caused by the differences in shape and solubility of the crystals. | |||||||||
Figures:The eleven figures which belong to this letter are lacking in the manuscript. | |||||||||
Remarks:The manuscript is not an autograph, but Leeuwenhoek signed it. | |||||||||
Delft den 5e januarij 1685Ga naar voetnoot1)
Hooge Edele, Hoog-Geleerde, en Wijt Vermaarde Heeren.
Mijn Heeren die van de Con: Societeijt in Londen sij alle Heijl en ZegenGa naar voetnoot2).
Mijn laatste aan UE Hoog Edelen is geweest den 25 Julij 1684Ga naar voetnoot3), waarop mijn UE Hoog Ed: Secretaris de Heer Francis Aston heeft geschreven, dat mijne observatien wel waren ontfangen, maar dat deselve in UE Hoog Ed: vergadering niet en waren gelesen, omdat het in die tijt was, dat de Co: Soc: niet was vergadertGa naar voetnoot4). Ik ben van een voornaam Heer van onse Stad te meermaal ernstelijk versogt, omme te examineren eenige Souten, dat ik doorgaansGa naar voetnoot5) heb afgeslagen, eensdeels om dat daar te veel arbeijts aan was, ten anderen om dat den Arbeijt, die ik voor desen daar aan besteet hadde, niet wel en was geluktGa naar voetnoot6), en dat in sodanige observatien als ik te weeg gebragt hadde, groote veranderingh van figuiren door een warme off koude Lugt aan de souten konde geschiedenGa naar voetnoot7). Ik heb dan een middel bedagt omme de souten te | |||||||||
Delft, January 5th 1685Ga naar voetnoot1)
Very noble, learned and illustrious Sirs,
To the Gentlemen of the Royal Society of London my respectful greetingsGa naar voetnoot2).
Your honoured Secretary, Mr. Francis Aston, has informed me that the contents of my last letter to your Worships, dated 25th July 1684Ga naar voetnoot3), had not been read before them collectively, because the Royal Society was not in session at that timeGa naar voetnoot4) On several occasions an eminent Gentleman of our City has earnestly requested me to examine certain salts. This, however, I have steadfastly refused to do, partly because such an investigation would involve too much labour, but also because some previous attempts I had made to study them had not been successfulGa naar voetnoot5) and such observations as I had made revealed pronounced changes in the patterns when the salts were exposed to hot or cold airGa naar voetnoot6). I then thought out a means of examining the salts by | |||||||||
examineren, op andere manier, als ik voor desen hadde int werk gestelt, dog ik heb met alle de souten op dese Metode niet te regt konnen komen. Ga naar margenoot+Mijn Wijn Edik off Wijn Asijn, (die ik in een vat voor een gantsch jaar voor mijn Menagie inleghGa naar voetnoot8), en ontrent drie maanden in mijn kelder gehad hadde) was soo extraordinarie Suijr geworden, dat die verre mijn voorgaande Edik overtroff, en wanneer ik deselvige eenige weijnige uijren inde Lugt hadde laten staan, sag ik boven gemeen veel deelen (die ik het Sout vande EdikGa naar voetnoot9)Ga naar margenoot+ noem) als No 1 fig: A. lopende aan beijde eijnde seer spits toe, hebbende veele int midden een langagtig bruijnGa naar voetnoot10) figuirtge, andere van deselve ommetrek waren soo helder als Cristal als fig: B. die ook wel de meeste waren. Andere figuijren hadden een langagtige bruijne gedaante, in welke bruijnte weder een ligt of helder wesen was als fig: C. op een ander plaats lagen weder (dog seer weijnige) ovale figuirtgens, in dewelke eenige van deselve weder een ligt ovaal figuijrtge vertoonde als fig: D. onder welke geseijde figuiren A B D. ik mijn veeltijts versekerde te sien, datter veele waren, die met een holte waren versien, even als off wij een model van een | |||||||||
a different method from the one I had hitherto employed, but found that some of the salts did not yield to this method of examination. Ga naar margenoot+My wine vinegar (a cask of which, enough for a whole year, I lay down for my householdGa naar voetnoot7) and which had been in my cellar for about three months) had become so sour as far to exceed in acidity my previous stock. After it had been exposed to the air for a few hours I noticed an unusually large number of particles (which I call the salt of the vinegarGa naar voetnoot8), tapering very sharply at each end, as at No. 1 in fig. A. Many of these had a longish, brownGa naar voetnoot9) pattern at the centre; others of similar contour - and these were in the majority - were as clear as crystal, as in fig. B. Then, again, there were particles which were longish and brown, with a clearGa naar margenoot+ and transparent shape within the dark, as it were, as in fig. C. In another place I saw oval patterns (though very few), within some of which appeared a bright oval figure, as in fig. D. Among these figures ABD I have often perceived many containing a small | |||||||||
kleijn schuijtgeGa naar voetnoot11) sagen. Ende soo nu en dan is mijn wel een vande eerst geseijde fig: voorgekomen wiens eene helft bruijn, ende de andere helft seer doorschijnende was, als ook mede dat de figuirtgens wel op, en over malkanderen lagen als met fig: E aangewesen, als ook mede sag ik, soo nu en dan verscheijde figuirtgens, die maar de helft van de figuiren A B ofte C, uijtmaken als fig: FGa naar voetnoot12). En veele van alle dese verhaalde figuiren waren uijtstekende kleijn, ja sodanig dat deselvige vanwegen haar kleijnte het gesigt ontweeken. Dese verhaalde figuirtgens, die ik het sout vanden Asijn, ofte wijn noem, waren inden Edik in soo een groote meenigte dat het getal al eenige duijsenden was, die ik ontdekte in een kleijn droppeltge Edik, ende dat bovenGa naar voetnoot13) een onbegrijpelijke groote meenigte van kleijne globulen die ik oordeelde soo groot te sijn, dat met haar Sessen, maar de groote van een globule bloet souden uijtmakenGa naar voetnoot14), ende daar beneffens nog een veel grooter getal van kleijnder globulen. Dese laatste waren soo kleijn, dat ik oordeelde, dat sij met haar 36. maar de groote van een globule bloet souden uijtmaken: in Somma het scheen onbegrijpelijk te sijn, dat soo een groote meenigte van deelen geplaatst konden sijn, in soo een kleijne quantiteijt nat, daarGa naar voetnoot15) den Edik nog een heldere materie was. Alle dese hier voren verhaalde deelen, die ik het Sout vanden Edik noem, stel ik vast, dat de scherpe off nijpende deelen sijn, die op onse tonge soo een gevoelen veroorsaaken dat wij suijrGa naar voetnoot16) noemen. En schoon ik dese deelen door een gemeen vergrootglas, dus groot kome te sien, soo oordeelde ik | |||||||||
excavation, just as if one were looking at the model of a small boatGa naar voetnoot10). Now and again I have observed that one half of some of the first-mentioned particles was brown, the other half being very transparent; also that some of the figures were lying one across the other, as illustrated in fig. E, and I have occasionally seen some forming only half of pattern A, B or C, as in fig. FGa naar voetnoot11). And many of these figures I have been speaking about were exceedingly small, so small, indeed, that they were invisible to the naked eye. These particles, which I call the salt of the vinegar or wine, were so numerous that I detected several thousand of them in a small drop of vinegar, and, in addition, an innumerable multitude of minute globules of a size which I judged to be of such a size that six of them would go to make up one globule of bloodGa naar voetnoot12); and besides these, a far larger number of yet smaller globules. So minute were the latter that I estimated 36 of them would be no larger than a globule of blood. In a word, it seemed incredible that so small a quantity of liquid (since, after all, the vinegar was still clear) could contain such a multitude of particles. All these particles which I call the salt of the vinegar are, I confidently believe, the sharp or pungent particles which produce that sensation upon the tongue which we call ‘sour’Ga naar voetnoot13). Although these particles appear to be large through an ordinary magnifying | |||||||||
egter, dat deselve veel deelenGa naar voetnoot17) kleijnder sijn, als de kleijnste, die hier geteijkent staan, ende dat dese soo groote als kleijne figuirtgens alleenGa naar voetnoot18) uijt groote meenigte van kleijnder deelen, die deselve figuir hebben sijn te samen gestremtGa naar voetnoot19), gelijk ik meenigmaal gesien heb, dat wanneer ik ons gemeen Zeewater, off water daar ons gemeen Sout in is gesmolten voor mijn gesigt door een Microscope brenge, dat uijt hetselvige voortkomen, seer netteGa naar margenoot+ kleijne vierkante figuirtgens, ja soo kleijn dat duijsent Millioenen van deselvige de groote van geen groff SantGa naar voetnoot20) souden konnen uijtmaken, welke kleijne deeltgens sout, soo aanstonts als [ik] die kome te sien, in groote aan alle sijden toenemen, en egter meest doorgaans hare nette viersijdigheijt behoudenGa naar voetnoot21). Ende alsoo stel ik vast dat ik geen scharp deeltge inden Asijn kome te sien off het bestaat uijt een groot getal van sodanige kleijne deeltgens. Ik heb een glas met Edik dat onder en boven ontrent 2 vingeren wijt is seer na 8 weeken met een weijnig Edik open, op mijn comptoirGa naar voetnoot22) gestelt na welke tijt ik ondervonden heb, dat opde Superfitie vanden Edik dreven een menigte van soutdeelen. Dese observerende konde ik nu seer klaar bekennen hetgeene daar ik mij hier voren niet volkomen ten genoegen van konde versekeren, namentlijk, dat dese soutfiguiren, een holte hadde, want ik konde nu soo klaar de holte in veele soutdeelen bekennen, als off wij met ons bloote oogen de holte in een bootGa naar voetnoot23) van een schip sagen, want dese soutfiguiren waren door de lankheijt vande tijt in dikte toegenomen. Ik heb eenige van deselve laten afteijkenen, die met de holte tegen het Oog aankomen als fig: G. alsmede eenige diemen ten deele op sij komt te sien en tegelijk ook voor een gedeelte derselver holte kan bekennen als fig: HGa naar voetnoot24). Ik heb ook | |||||||||
glass, I judged them to be many times smaller than the smallest represented here in the drawing, and that both the large and small figures are formed by the coalescence only of numerous smaller particles of the same patternGa naar voetnoot14) , as I have frequently observed, when examining our ordinary sea water, or water in which common salt was dissolved, under a microscope, how very neat, small square figures would separate out of it; so minute were they that a thousand million of them would not occupy the space of a grain of coarse sandGa naar voetnoot15). As soon as these minute particles of salt became visible, they began to grow on all sides, yet, as a rule, retaining their exact four-sidednessGa naar voetnoot16). My conclusion is, therefore, that any sharp particle I see in the vinegar consists of a large number of the minute figures described. I left a glass, about two fingers in diameter at the top and bottom, containing a little vinegar, open in my studyGa naar voetnoot17) for nearly eight weeks, at the end of which time I observed that a great many particles of salt were floating on the surface of the vinegar. And I was now able to verify what I had hitherto been unable to establish conclusively to my entire satisfaction, namely, that these grains of salt showed an excavation; for I was now able to see the excavation in many grains of salt as clearly as though looking with the unaided eye at the hollow of a sloop, the grains of salt having swollen in the course of time. I had a drawing made of several of these, with the excavation in full view as in fig. G; also some seen partly from aside, and showing part of the excavation as in fig. HGa naar voetnoot18). I also had a full-grown living eel, | |||||||||
Ga naar margenoot+een volwassen levendig Aaltge die met menigte in desen Asijn waren laten afteijkenen als fig. L.M. als ook mede een volwassen Aaltge dat ik hadde gedoot, om dat den Teijkenaar het dus distincter soude sien, als fig: N.O. met die insigte omdatGa naar voetnoot25) men de kleijnheijt vande soutdeelen die inden Edik sijn, tegen de hoegrootheijt vande aaltgens sig soude konnen imagineren (dog men moet ook weten dat de verhaalde figuiren ende de aaltgens maar door een gemeen Microscope sijn geteijkent, ende datter nog veeldeelen kleijnder soutdeelen inden Asijn bij mijn sijn ontdekt die door het verhaalde Microscope niet te bekennen waren). Ten anderen ook om dat veele menschen sig vast inbeelden, dat de suijrigheijt die den Edik heeft, alleen hieruijt soude bestaan, dat de aaltgens met haar scharpe staartgens in onse tonge steeken; dat vals is, want soo sulcx waar was, soo soude veele asijnen smaakeloos sijn, omdat geen Aaltgens in eenige asijnen gevonden werden ende ten anderen soo soude in koude off vorst den asijn ook smakeloos worden want de aaltgens sterven vande koude als voor desen te meermaal geseijtGa naar voetnoot26). Ga naar margenoot+Vorders heb ik mijn gedagten laten gaan, op den Edik waar in Kreeften oogenGa naar voetnoot27) hadde gelegen, te meer omdat men seijt, dat de kreeften oogen de suijrigheijt vanden asijn gantsch benemen, en bij aldien sulcx waar was, soo stelde ik vast, dat dan dese boven verhaalde scharpe deelen nootsakelijk van figuir souden veranderen off grooter werden, off soo een sagt off buijgsaam wesen aannemen, dat deselve inde deelen van onse tonge sodanigh niet souden konnen steeken, off een beweginge aanbrengen die wij een Suijre Smaak noemenGa naar voetnoot28). Ik heb dan verscheijde nieuwe glaasjens genomen, en in deselve gedaan eenige kreeften oogen, die ik in kleijne stucken hadde geklooft, omdat het gruijs, dat van hetselve | |||||||||
Ga naar margenoot+ among the many present in this vinegar, drawn as will be seen in fig LM; likewise a full-grown specimen which I had killed so that the draughtsman should see it more distinctly (see fig. NO), my object being to illustrate the minuteness of the salt particles in the vinegar by comparison with the size of the little eels (though it should be borne in mind that both the particles and the eels were drawn from a view of them through an ordinary microscope, whereas I have detected very much smaller particles of salt in the vinegar which were invisible through the said microscope). Another reason was that many people firmly imagine that the perception of the acidity of vinegar is due to the fact that the eels thrust their sharp tails into our tongues, in which they are in error, for, were that so, many vinegars would be tasteless, because there are some vinegars in which no eels have been found; moreover, in cold or frosty weather the vinegar would likewise become tasteless, since, as has frequently been stated beforeGa naar voetnoot19), the eels die in the cold. Ga naar margenoot+Further, I have been reflecting on pickle in which crabs' eyes had been immersed, in particular because it is said that crabs' eyesGa naar voetnoot20) completely remove the sourness from the vinegar. I came to the conclusion that, if this be true, the aforementioned sharp particles must either change their shape, or become larger, or else become so soft and flexible as to be unable to pierce the tongue, or produce that sensation which we call a ‘sour taste’Ga naar voetnoot21). I then filled several new glasses with crabs' eyes which I had previously cut up into small fragments to avoid the inconvenience | |||||||||
afkomt wanneer die gestootenGa naar voetnoot29) worden mij niet en soude hinderen, en heb gesien dat alle dese verhaalde langagtige scharp toelopende figuirtgens, die men wel bij weverspoeltgens souden konnen vergelijken verandert waren in figuirtgens welkers grond een weijnig lang vierkant was, lopende piramidaal op, even als offGa naar margenoot+ wij puntige geslepen diamantges sagen als No 2 fig: PGa naar voetnoot30). andere weijnige bestont haar gront uijt een vierkant als fig: Q., wederom in andere seer weijnige was den grond uijt een ongeschikt viersijdigGa naar voetnoot31) bestaande als fig: R. dog dese twee laatste figuiren oordeelde ik, dat bij gebrek van genoegsame stoffe aan alle sijden, en dus niet na behoren waren te samen gestremt, en daarom maar bij geval alsoo gemaakt wierdenGa naar voetnoot*). Dit getal soutdeelen was soo groot datter na mijn groove tellinge die ik daar van quam te maken, meer dan Ses duijsent soutdeeltgens waren, en dat inde quantiteijt nat van een kleijn droppeltge, ontrent de groote van twee geerstgreijnen, en hetgeene daar ik mijn meest over verwonderde dat was, dat dese soutdeeltgens bijna alle van een ende deselve groote waren, dat mijn noijt in andere souten is te voren gekomen. Ik heb ook uijt het glas daar de kreeften oogen in lagen, den Edik genomen, op die tijt als uijt de kreeften oogen nog een groote quantiteijt lugtbellekens quamen, ende hebbe in dien Edik mede een overgroote meenigte vande soutdeeltges ontdekt, welkers gronden een vierkant was als hier voren is geseijt sonder dat ik eenige vande soutdeeltgens konde ontdecken, die ik hier voren geseijt hebbe, dat inden Edik in groote meenigte sijn, eer dat daar kreeften oogen in gelegen hadden. Wanneer nu het opkomen vande Lugtbellekens ten merendeel was gedaan, heb ik vanden Edik ontrent 1/3 van een vingerhoet | |||||||||
caused by the grit that comes from them when they are triturated. I saw that all these oblong, sharply tapering figures, which might be compared with a weaver's shuttle, had changed to figures somewhat rectangular at the base and rising to a pyramid, similarGa naar margenoot+ to pointed polished diamonds (see No 2 fig. PGa naar voetnoot22)). The base of some others was spuare, as in fig. Q, and in a very few the base consisted of an unequal squareGa naar voetnoot23), as in fig. R, but I decided that the latter two specimens had not coalesced properly for lack of sufficient material on all sides and had therefore acquired this shape by mere chanceGa naar voetnoot*). So numerous were these particles of salt that, according to my own rough count, they amounted to upwards of six thousand, and that in no more than a small drop of liquid about equal in size to two grains of barley. And what surprised me most was that nearly all these particles of salt were of the same size, a fact which I have never yet observed in other salts. I also poured off the vinegar from the glass containing crabs' eyes, at the time when numbers of air bubbles were still rising from them, and discovered in it a great multitude of those salt particles built up from a square base such as I have described, though not one of those others of which so large a quantity was found, as I have reported, in the vinegar before crabs' eyes were placed in it. When the bubbles had almost ceased to rise, I drank about one-third of a thimbleful of the vinegar to taste it. I detected no sourness | |||||||||
gedroncken, omme de smaak van deselve te hebben, en hebbe alsdoen daar aan gantsch geen Suijrigheijt maar een bitterigheijtGa naar voetnoot32) vernomen, ende daar beneffens was deselve mij soo walgelijk, dat het weijnig scheelde, off ik soude daar door aant braaken geraaktGa naar margenoot+ hebben. Ik heb ook wit krijtGa naar voetnoot33) ontstucken geslagen, ende dat inden asijn gedaan ende gesien dat de krijtdeelen inden asijn sodanigen groote beweginge, ende lugtbellen voortbragten als de kreeften oogen, alsmede dat de scharpe deelen vanden asijn sodanige menigvuldige kleijne soutdeelen voortbragten, als hierboven vande kreeften oogen is geseijt, en dat tegelijk ook de suijre smaak vanden asijn weg was. Ga naar margenoot+Uijt dese Observatien ben ik nu in mijn gevoelen, dat ik tsedert eenigen tijt gehad heb, versterkt, te weten, dat daar seer veel substijle (!) scharpe soutdeelen, die in verscheijde vogten sijn, wanneer deselve in onse Maagh komen, aldaar sodanig komen te stremmenGa naar voetnoot34), dat daar van deselvige gantsch geen off weijnige tot het bloet off andere deelen van ons Lichaam overgaanGa naar voetnoot35): Want soo het waar was, dat eenige soutdeelen die inde Wijnen, ende Asijnen sijn, inde maagh niet te samen stremden off van figuir veranderde, ik beeld mijn seekerlijk in, dat die in ons bloet en andere vaaten een onlijdelijkeGa naar voetnoot36) prikkelinge en steekinge, ja de doot souden veroorsaken, ende dat ik deselve de een off de andere tijt wel int sweet, bloet, ofte urine soude gesien hebben, temeer omdat de soutdeelen die inden asijn en wijn sijn, in vogtig weder niet alleen te samen stremmen off grooter werden, maar ik heb noijt gesien dat de geseijde soutdeelen eens te samen gestremt sijnde, off in groote sijn toegenomen (sodanig dat ik die heb konnen sien) dat deselve daar na wat vogtig en kout weder dat het ook was, in een waterige stoff sijn verandert, en dus stijver sijn dan ons gemeen sout, want dat verandert met het minste vogtig en kout | |||||||||
whatsoever, but a bitternessGa naar voetnoot24) and, in addition, so loathsome a taste as almost to make me vomit. I then broke up white chalkGa naar voetnoot25)Ga naar margenoot+ into little pieces, placed them in the vinegar and saw them there springing into lively movement and producing air bubbles in like manner to the crabs' eyes; further, I observed that the sharp particles of the vinegar produced a vast quantity of minute salt particles, just as they had with the crabs' eyes, and that at the same time the vinegar had lost its sour taste. Ga naar margenoot+These observations strengthen the conviction I have long felt that when the numerous subtile sharp particles of salt present in various fluids enter our stomach, they coalesce to such a degree that none, if any, pass into the blood or other parts of the bodyGa naar voetnoot26), for I am convinced that, were it not true that several particles of salt contained in wines and vinegars conglomerate in the stomach, or change shape, they would cause insupportable irritation and stinging pains in our blood and other vessels - nay, more, would cause our death; furthermore, that at some time I should have seen them in sweat, blood or urine, the more so as not only do the particles of salt in vinegar or wine cluster or grow in size in damp weather, but none, to my knowledge, once having become coalesced or enlarged (to the extent of becoming perceptible to me) have ever been transformed afterwards into watery matter, however wet and cold the weather. They are, therefore, more solid than our common salt, for that liquefies again as soon as the weather becomes in the least degree damp and cold. I also imagine | |||||||||
weder in een waterige materie. Ook mede beeld ik mij in dat bij aldien de verhaalde souten, die inde Wijn en Asijn sijn, niet inde maag en darmen quamen te samen te stremmen, dat de groote wijndrinckers haar urine off excrementen wel nade wijn souden rieken, hoewel ik egter niet ontkennen wil, datter wel menschen konnen sijn, in welkers maag en darmen sodanige tsamenstremminge niet en is omme de soutdeelen die inden asijn sijn te samen te stremmen ofte van figuir te veranderen, en bij gevolg dan is niet alleen den asijn maar ook de wijn sodanige menschen schadelijk. Wat mij belangt den asijn die ik meest alle dagen in mijn spijs gebruijk, en is mij noijt qualijk bekomen, nog ik heb niet konnen mercken dat mijn Lichaam daar van eenig hinder krijgt. Maar ik en hebbeGa naar margenoot+ des avonds geen pint dat is 1¼ ℔Ga naar voetnoot37) wijn gedroncken off ik heb daar des nagts een koorts van (soo men andersGa naar voetnoot38) een stark off meer als gemene vaardigeGa naar voetnoot39) beweginge van hert off pols een koorts mag noemen) en voornamentlijk als de wijn soet en daar bij swaar van wijn is, de reden hier van beeld ik mijn vast in, is alleen, om dat veel vande soete deelen (die in water en warmte dun werden) tot mijn bloet overgaan, ende mijn bloet daar door eenigsints verdikken, waar door het soo ras niet en kan omlopen, en dus het Hart stercker en rasser slagen moet geven, gelijk ik voordesen daar van breeder hebbe gesprooken.Ga naar voetnoot40) Dog soo en is het niet met ons gemeen en andere souten gelegen; want wat ons gemeen sout aangaat, als hetselvige in een kleijne quantiteijt int water wert gesmeten, soo sal het ontdaan werdenGa naar voetnoot41), en ijder kernGa naar voetnoot42) sout sal in Millioenen van deelen gedeelt worden, en egterGa naar voetnoot43) een nette vierkante figuijr uijtmaken, maar wanneer men wat veel sout int water doet, ende daar dan eenige wegwaseminge bij te weeg brengt, soo sal het sout weder in grooter deelen te samen stremmen en gelijk ik hier voren geseijt heb, dat ik sout deelen van ons gemeen sout kome te sien, die meer dan duijsent Millioenen kleijnder sijn, dan een sant, en egter een nette vier- | |||||||||
that if these salts contained in wine and vinegar did not conglomerate in the stomach and intestines, the urine or excrements of heavy wine drinkers would give off an odour of wine, though I will not deny that there may be some people in whose stomach and intestines the process is not powerful enough to cause the particles of salt in the vinegar to agglomerate or change shape, in which case not only vinegar but also wine would be harmful to such people. The vinegar which I take in my food almost daily has never caused me any discomfort; nor have I ever noticed any injurious effects from it upon my body. Contrarily, let me but drinkGa naar margenoot+ a pint - that is 1¼ lbs.Ga naar voetnoot27) - of wine in the evening, and it produces a fever in me at night (if, that is, a strong, or more than ordinarily rapid heart-beat or pulse may be called a fever), especially if the wine is sweet and also heavy. I firmly believe that the only reason for this is that many of the sweet ingredients (which become thin in water and warmth) are transmitted to my blood, thus thickening it and slowing down its circulation so that the heart has to beat quicker and more powerfully, as I explained more fully on a previous occasionGa naar voetnoot28). This, however, does not hold true for our common salt and other salts; for, as far as our common salt is concerned, if a small quantity of it is put into water, it disintegrates and each grain of salt is divided into millions of particles, which, however, retain an exactly square shape. If however, a more liberal quantity of salt is thrown into the water and a certain amount of evaporation is induced, the salt will again lump together into larger portions. Just as I said earlier that I have seen particles of our common salt a thousand million times smaller than a grain of sand, each of which was nevertheless a perfect square, so I | |||||||||
sijdige figuir hebbenGa naar voetnoot44), dat dese uijtstekende kleijne soutdeelen uijt onse Maagh off darmen tot ons bloed en andere deelen van ons Lichaam niet en konnen overgaan, off soo een kleijn deeltge sout moet nog in een onbegrijpelijk getal van kleijne deelen gedeelt worden, ja ik beeld mij wel in, dat schoon ik een soutdeeltge komeGa naar margenoot+ te sien, dat maar de groote heeft van 1/1000000000 deel van een groff sand, ende dat datselve weder gedeelt was in duijsent Millioenen van deelen ieder deeltge egter een net vierkant off quadraat deeltge sout soude wesen. Dit sal veele vreemt voorkomen, maar laten wij gedencken aande dierkens die waaragtigh in gemene Wateren, en in onse excrementen sijn en die geen 1/1000000000 deel van een groff sant groot sijn, dat sodanige kleijne dierkens een huijt hebben, en wie weet off sodanigen huijtge niet versien is met schobbens, als ook dat deselve pooten off vinnen moeten hebben, waarmede dat het swemt. Item Mond, Darmen, Aderen, Musculen, Senuwen, jaa alle ingewanden die een groot dier heeftGa naar voetnoot45), en wanneer wij dit kleijne schepsel sijn gantsche Lichaam met onse gedagten gaan deelen, soo sullen ons de verhaalde kleijne soutdeelen niet vreemt voorkomen, en wanneer dese kleijne soutdeeltgens weder in ons bloet (dat eenige tijt uijt de Aderen geweest heeft) te samen stremmen, dat het dan dieGa naar margenoot+ deeltgens sijn, die ik in ons bloet hebbe geseijt te sienGa naar voetnoot46), ja wanneer ik nu laast besig was met het Cristalline waterGa naar voetnoot47) uijt het oog van een mensch te observeren, sag ik int selve een meenigte van soutdeeltgens die de figuir van ons gemeen sout haddenGa naar voetnoot48), | |||||||||
now declare that these minute particles of salt cannot pass from our stomachs or intestines into our blood and other parts of our bodies, unless these minute particles of salt are further divisible into an inconceivable number of infinitesimal particles. I imagine, indeed, that were I to perceive a particle of salt no bigger thanGa naar margenoot+ 1/1000000000 of a coarse grain of sand and this again were divided into a thousand million particles, each particle would nonetheless be an exact square or quadratic of salt. Strange as this may seem to many, they would do well to remember the minute organisms actually living in ordinary water and our excrements, no larger than 1/1000000000 of a coarse grain of sand, that they have a skin and - who knows? - the skin may carry scales and that the organism must have feet or fins to enable it to swim; moreover, it must have a mouth, intestines, arteries, muscles, nerves, in fact all the organs which a large animal possessesGa naar voetnoot29). If we now imagine the whole body of this tiny creature split up into its several sections, we shall no longer be so amazed at the minuteness of the particles of salt to which I have referred. And it is these particles, after they have again agglomerated in our blood (which has been outside the veinsGa naar margenoot+ for some time) that I claim to have seen in our bloodGa naar voetnoot30). To be sure, when I was recently engaged in observing the crystalline waterGa naar voetnoot31) derived from a human eye, I noticed a multitude of salt particles in it of the same shape as that of our common saltGa naar voetnoot32) | |||||||||
ja ik heb wel in gedagten genomen, dat de kleijne soutdeeltges met soo een groote meenigte in ons Lichaam verspreijt sijn, dat ieder globule bloet met verscheijde soutdeeltgens versien is. Dese stellingeGa naar voetnoot49) vande soutdeeltgens in ijder globule bloet, sullen eenige wel wat vreemt voorkomen, maar omme ons daar inne te voldoenGa naar voetnoot50), seggen wij dat wij door water en brood niet alleen konnen het leven behouden, maar dat menschen en dieren door sodanig voetsel in grootheijt toenemen, en alhoewel wij konnen seggen, dat onder off int water vermengt is alle de spijs die wij nuttigen, soo is nogtans hetselve niet bequaam, off en heeft sooveel voetsame stoff niet in sig, dat wij daar door het leven konnen behouden, laten wij nuGa naar voetnoot51) het groot werden ofte het onderhouden van onse Lichamen stellen dat het meest van het brood afhangt. Dit soo sijnde konnen wij niet alleen seggen, dat ieder taruw-greijnGa naar voetnoot52) sodanige voetsame stoffe in sigh heeft, waar uijt dat vlees, been, vet, hayr, nagelen &c. gemaakt wert maar wij kinnen seggen, dat ieder seer kleijne bolletge off globule (die een groot getal van Millioenen sijn) waar uijt een enckel taruwtgeGa naar voetnoot52) bestaat alle de verhaalde stoffe in sig heeft, waar uijt ons Lichaam is te samen gestelt, en op dusdanige manier souden wij ook konnen spreeken van een enkel globule van ons bloedGa naar voetnoot53). Verders nademaal ik nu hier boven geseijt heb vande uijtstekendeGa naar voetnoot54) seer kleijne soutdeelen, kan ik niet nalaten, mijne gedagten ontrent de kleijne waterdeelen te seggen, te meer omdat | |||||||||
and the thought struck me that, with such masses of these minute particles of salt distributed in our body, each globule of blood must contain several of them. This hypothesis of the presence of particles of salt in every globule of blood may seem strange to some. The explanation we suggest is that bread and water not only sustain life, but that these foods cause man and beast to grow, and although it may be said that all the food we consume is mixed with or contained in water, the latter is not able, or does not contain enough nourishing matter, to keep us alive. We have therefore to recognise that the growth or maintenance of our bodies depends mainly on the consumption of bread. This being so, we can infer, not only that every grain of wheat contains those nutrients from which flesh, bone, fat, hair, nails, etc, are built up, but that every constituent minute globule (of which there are many millions) of which a single grain of wheat consists has all those substances within it of which our bodies are composed. In a similar sense we may speak of a single globule of our bloodGa naar voetnoot33). Having set forth what I wished to say about these infinitesimal particles of salt, I cannot refrain from stating my thoughts concerning the small constituents of water, the less so as, if the | |||||||||
sedert weijnig tijts seeker AutheurGa naar voetnoot55) met sulcken assurantieGa naar margenoot+ vande deelen van het water komt te spreeken, dat wanneer den gemeenen man sulcx komt te lesen, sijn selven de slangetges die het water souden uijtmaken seer groot moet inbeelden, maar ik gelooff bij aldien men tegen veel menschen quam te seggen dat dese waterslangetges soo kleijn sijn, dat als een groff sant gedeelt was in duijsent Millioenen van deelen, dat de slangetges nog kleijnder sijn, dat het voor haar onbegrijpelijk soude wesenGa naar voetnoot56). Wat mij belangt ik en kan de deelen van het water mijn selven geensints slangagtigh imagineren, want ik stel dat deselve hoe kleijn dat die sijn altijt een buijgsaamGa naar voetnoot57) wesen behouden, en bij gevolg dan, dat deselve allerleij figuiren konnen aannemen, en wel voornamentlijk als deselve vande Lugt off andere deelen geperst werden, en dat wanneer veel water deelen bij een sijn, ijder deel een bijsondereGa naar voetnoot58) figuir aanneemt, omme vast in een te schikken, terwijl die nog tans alle sijn hellende na een rontagtig wesen, gelijk ik voor desen geseijt heb, dat de deelen van het vet in een leggenGa naar voetnoot59). Bij Exempel, laten wij ons inbeelden te hebben een groote quantiteit schapen off varkens blasen gevolt met water, dese wanneer wij die inde Lugt ophangen sullen alle rond sijn maar wanneer wij die overhoopGa naar voetnoot60) in een groote tonne werpen, soo sullen die omdat se buijgsaam sijn, en ten anderen om desselfs swaarte, sodanig in een schikken, dat daar geen ledige plaats inde tonne sal blijven, en ijder Blaas sal een bijsondere figuir aannemen, en nogtans ten merendeel na een ronde figuir hellen, en wanneer wij ons inbeelden, dat sodanigen tonne met gevolde Blasen verrolt ofte beweegt wert, soo moeten wij ook vast stellen, dat ieder Blaas met de minste beweginge van figuir verandert, doordien nu d'eene minder, ende de andere weder meerder | |||||||||
Ga naar margenoot+recent confident asseverations of a certain AuthorGa naar voetnoot34) respecting the particles of water come to the notice of the average reader, the latter cannot but picture to himself the eels of which the water is said to consist as being very large; whereas I believe that if many people were told that these little water eels are so minute as to be smaller even than the thousand millionth part of a coarse grain of sand they would find it hard to comprehendGa naar voetnoot35). For my part, I find it impossible to imagine the particles of water as being worm-like, for, small as they are, I believe they must always retain their pliancy and are therefore capable of assuming a variety of shapes, especially if they are compressed by the air or by other substances, and that in any close packing of many particles of water, each particle assumes a particular shape proper to itself to fit in with the rest, though all tend to be globular, like the arrangement of particles of fat to which I referred on a previous occasionGa naar voetnoot36). Let us suppose, for example, that we have filled a large number of sheep's or pig's bladders with water. These will all be round if we hang them up in the air, but if we stack them in a big barrel, being flexible and also on account of their weight, they will naturally fill all the available space, leaving not a single empty place in the barrel, and every bladder will assume a particular shape, yet for the most part being more or less rounded. If we go further and imagine this barrel filled with bladders being rolled or moved, it must be clear that upon the slightest movement each bladder will change shape as one after the other is compressed | |||||||||
gedrukt wert. Dus gaat het ook met de globulen vet in onse Lichamen, die door beweginge off druckinge die wij het Lichaam aanbrengen, meest doorgaans om haar sagte stoffe van fig: veranderen, en dus beeld ik mijn in, dat het ook met de waterdeelen toegaat, die met de minste beweginge, die het water aangedaan wert van figuir veranderen, schoon ik die mijn selven soo kleijn voorstel dat bij aldien een sant gedeelt was in duijsent Millioenen van deelen ende soo 1/1000000000 van een santdeeltge weder gedeelt was in meer dan een duijsent Millioenen deelenGa naar voetnoot61), dat de waterdeelen soo kleijn sijnde, egter soo een ronde en buijgsame figuir souden behouden, gelijk ik van de blasen ende het vet hebbe geseijt. Ga naar margenoot+Ik weet wel dat dese verhaalde stellingen, namentlijk dat het water uijt slangetjes bestaat, niet het seggen is vande jonge off laatste schrijvers, maar dat deselvige het ontleent hebben van dien DoorlugtigenGa naar voetnoot62) Man Renatus DescartesGa naar voetnoot63), ende dat ik oversulcx niet haar; maar dien vermaarden Man Descartes kome tegen te spreeken, dat waar is, maar gelijk het ieder vrij staat, sijn gevoelen op te lossenGa naar voetnoot64), en voornamentlijk over sodanige saaken daar men vande regte waarheijt onkundig is, soo heb ik dan de vrijmoedigheijt genomen, met mijn gevoelen alhier, ontrent de kleijnheijt en maaksel vande deelen van het water voor te stellenGa naar voetnoot65), met die gedagten nogtans, dat dit mijn tegenspreeken van dien verhaalden doorlugtigen Man, mijn niet qualijk sal afgenomen werden. | |||||||||
in varying degrees. This is what happens with the globules of fat in our bodies, which, owing to movement or pressure to which the body is subjected, usually owing to their consistency, change their shape. The same applies, I assume, to the particles of water, which change shape upon the least movement the water undergoes, though I picture them to myself as being so minute as to be no bigger than a grain of sand divided into a thousand million particles and such a 1/1000000000 of a particle of sand again divided into more than a thousand million partsGa naar voetnoot37), yet these particles of water, infinitesimal though they are, retaining their flexibility and spherical shape in the same way as the bladders and fat. I am well aware that the suggestion cited, namely that water is composed of little eels, is not an original proposition put forth by recent or the latest authors, but that these have adopted it from that famous man Renatus DescartesGa naar voetnoot38), so that, in calling the statements into question, I am opposing not them but this sameGa naar margenoot+ celebrated man Descartes. This I admit but, seeing that it is open to every one of us to express his opinion, especially on matters the real truth of which is hidden from us, I am taking the liberty of expressing my views as to the minuteness and constitution of the particles of water, confident that my temerity in thus contradicting the aforesaid illustrious man will not give offence. | |||||||||
Ga naar margenoot+Vorders sijn mijn gedagten gevallen opde wijnGa naar voetnoot66), en hebbe op nieuw gaan examineren, mijn wijn, die buijten gemeen fijn, en seer netGa naar voetnoot67) van smaak is, en die men in Vrankrijk omme sijn goede smaak met een nieuwe naam Vin de Damoiselle genoemt heeft, hoewel het maar een Orliense wijnGa naar voetnoot68) is, die vande Rivier van Nantes comt; en hebbe gesien, dat in deselve seer uijtnemende veel aardige en seer nette figuiren, ende dat van verscheijde grootheden, en veele seer uijtstekende kleijn, haar vertoonde, welke ik alhier het sout vande wijn sal noemen. Vele van dese soutfiguiren hadden een, ende het zelve maaksel als de soutdeelen, die ik hier voren inden Asijn hebbe geseijt te sijn. Ik hebbe in eenige van dese figuijrtges niet alleen een holligheijt konnen sien maar daar waren der verscheijde ook in soo een dikte toegenomen (ende dat inde tijt van 24 uijren dat de wijn onbesloten op mijn Comptoir hadde geweest) dat sij de dikke soutdeelen die ik inden asijn hebbe gesienGa naar voetnoot69) volkomen gelijkGa naar margenoot+ waren als hier met No 3 fig: A. wert aangewesen. Ik sag ook eenige figuiren die geen scharpe punten hadden maar aande eijnde rond toeliepen als fig: B. daar nevens sag ik ook verscheijde figuirtgens, die aan het eene eijnde spits toeliepen ende aan het ander eijnde rond waren als fig: C. als ook eenige figuiren die alleen met fig: C hier in verschilden, dat haar eene eijnde niet rond maar plad (!) was als fig: D.Ga naar voetnoot70) alsmede eenige weijnige figuirtgens die langagtig waren, als off wij ons inbeelden een | |||||||||
Ga naar margenoot+I have moreover been considering wineGa naar voetnoot39) and have begun to examine my own wine again, which is an exceptionally fine one and very pure to the taste. Because of its excellent taste, it has been given the new name of Vin de Damoiselle in France, although it is merely an Orliens wineGa naar voetnoot40) from the River of Nantes. I observed in it a great number of shapely and well-formed particles of different sizes, many exceedingly small, which I shall here call the salt of the wine. Many of these particles of salt were exactly similar to those I had discovered, as reported, in vinegar. Not only did I discover a cavity in some of these particles, but several of them swelled to such an extent (in the space of the 24 hours that the wine had stood open in my study) as to be equal particles of salt I had seen in the vinegar, as illustratedGa naar margenoot+ here by No. 3 fig. A. I also saw some particles which did not taper to a sharp point, but were rounded off as in fig. B, and I also saw several pointed at one end and rounded at the other, as in fig. C. There were, moreover, some particles differing from fig. C only in that one end was flat instead of round, as in fig. D,Ga naar voetnoot41) as also a few rather more elongated in shape, which I | |||||||||
langwerpig regthoekige figuir te sien als fig: E.Ga naar voetnoot71) ende daar beneffens veel figuirtgens welkers twee langste sijden wat rond, ende de twee kortste sijden regt waren, seer na gelijkende na de figuir van een Bierton, als hier met fig: F. is aangewesen. Als ook eenige seer weijnige figuirtgens die een net quadraat uijtmaakten, ende andere weder die wel tweemaal soo lang als breet waren na welkers korte sijden dese figuiren seer spits toeliepen, sijnde int midden seer dik overeenkomende met de figuir van eenGa naar margenoot+ plad bodemschuijtgeGa naar voetnoot72) wiens voor en agter steven mede plat is, als fig: G. Wanneer nu alle dese figuiren in een overgroot getal, ende dat inde quantiteijt van een droppel wijn door malkanderen dreven, was het een groot vermaak, soo grooten verscheijdentheijt van soo uijtstekende netteGa naar voetnoot73) figuiren door malkanderen te sien sweven. Dese verhaalde soutfiguiren, oordeelde ik dat een suire smaak op onse tonge soude veroorsaken, soo niet een groot getal van soete deelen, die in dese in alle wijnen sijn, daarmede vermengt was, ende die uijt de wijnen niet te krijgen sijn, dan met deselve seer stark te laten arbeijdenGa naar voetnoot74), want de wijnen het minste maar arbeijdende verliesen terstont van haar soetigheijt, ende verder daar in continuerende, soo komt alle de overige soetigheijtGa naar voetnoot75) eijntelijk sodanigh te stremmen, dat die aangename wijnen, daar door in een suijren asijn verandert werden. Hier uijtGa naar margenoot+ stel ik dan, dat de aangename smaken vande wijnen hier in bestaan, namentlijk dat in deselvige niet te veel soete nog niet te veel scharpe deelen sijn, want de eene en moet niet boven de andere uijtsteken, en soo getempertGa naar voetnoot76) sijnde, sullen deselve soo een goede harmonie op onse tonge en gevoelige deelen van onse Mond ofte verhemelte maken, die wij een aangename smaak noemen, ende sulcx ondervinden wij daaglijks met het onder een | |||||||||
might describe as a rectangular oblong; see fig. EGa naar voetnoot42). Besides these, there were many particles the two longer sides of which were somewhat rounded, the two shorter ones being straight, very similar to the shape of a beer barrel, as here shown in fig. F. Sparsely scattered among these were true squares and others,Ga naar margenoot+ again, twice as long as they were wide, tapering to a very sharp point at their short sides and very thick in the middle, resembling a flat bluff-bowed fishing boat with stem and stern likewise flat, as in fig. G. With all these countless figures floating about promiscuously in no more than a drop of wine, it was very entertaining to observe such a variety of perfectly shaped particlesGa naar margenoot+ intermingling. Now I came to the conclusion that these particles of salt would cause the sensation of acidity on our tongues if sweet particles, which are present in this and in all wines, were not mixed with them in large quantities, for they cannot be expelled except by very strong fermentation and, upon the least fermentation, wines immediately lose their sweetness; as the process progresses, all the remaining sweet constituents coagulate to such an extent as to transform pleasant mellow wines into a sour vinegar. From this I infer that the agreeable taste of wine is due to a nice balance between sweet and acid components, neither predominating over the other. Thus present in the proper proportion, they will make an harmonious impression upon our tongues or palates, which we call an agreeable taste. This is a daily experience when we blend | |||||||||
mengen van verscheijde saken, die ons soo wij die simpelGa naar voetnoot77) gebruijkten, off te soet, off te vet, off te suir souden sijn, waarvan ik er alleen maar een sal aanroeren. Laten wij Boter en Scharpen Edik, door het vuijr onder een wellenGa naar voetnoot78) off mengen, dit sal ons een aangename Sauce wesen. Wat nu de soete smaak off de suijker belangt (dat mede een soutGa naar voetnoot79) is) daar van heb ik voor desen geseijt, dat de soetigheijt hier in bestaat te weten dat schoon de deelen vande Poeijer Suijker uijt scharpe puncten off hoeken bestaatGa naar voetnoot80), dat die deelen van deselve seer ligt ontdaan werden, als deselve maar int water, en voornamentlijk in warmte komen, dat wij moeten stellen in onse mond te geschieden, als wanneer deselve haar aanstonts niet alleen ontdoen, en verenigen met het speeksel, maar dat deselve ook te gelijk soo een sagte buijgsame gedaante aannemen, dat wat deelen deselve op onse tonge ontmoeten, sij daar voor buijgen, en oversulcx soo aangenaam daar sijn, dat sij ons de smaak van soet doen gevoelen. Uijt dese verhaalde observatien en stellingen, konnen wij nu wel begrijpen de besondereGa naar voetnoot81) smaaken die de wijnen onderworpen sijn schoon deselvige op een, ende deselve wijnbergh gewassen sijn; want niet alleen kan de druijff, die in het Suijden vanden Bergh staat, soeter van smaek sijn, om dat de hitte vande son, de waterige vogtigheijt uijt de druijff doet wegwasemen, maar de scharpe off soutdeelen inde wijn konnen ook, om de weijniger waterige stoffe een stijver gedaante aangenomen ende behouden hebben. Ook konnen wij nu ons selven wel inbeelden de redenen waarom de wijn eenigen tijt, inde opene lugt gestaan hebbende sijn aangename smaak verliestGa naar voetnoot82), namentlijk om dat veele soutdeelen in deselvige soo groot sijn te samen gestremt off tot een soutdeel sijn geworden, welke verminderinge van soutdeelen (die geschiet is door de veranderinge van veele kleijne in weijnige groote) onse | |||||||||
different substances which, individually, would be either too sweet, or too greasy, or too sour, of which I shall adduce only one example. If we mix butter and sharp vinegar by heating, the result will be a tasty sauce. Now, as to the sweet taste of sugar (which is also a saltGa naar voetnoot43)), I have already stated that the impression of sweetness is produced by the fact that, although the particles of granulated sugar consist of sharp points or anglesGa naar voetnoot44), they dissolve very readily on entering water, especially when warm; this, we may assume, they do in our mouths, where they not only dissolve and combine with the salvia, but become so flexible that they give way to whatever particles they may meet on our tongues and makes their presence there so pleasant that the impression we receive is that of sweetness. These observations and inferences may serve to explain why wines grown in one and the same vineyard have different flavours; for, not only may the grapes on the south side of the vineyard be sweeter to the taste because the heat of the sun has caused the watery content of the grapes to evaporate, but, owing to this reduced fluid content, the sour or salt particles may have assumed and retained greater rigidity. It will now also be clear to us why wine which has been exposed to the air for some time loses its pleasant tasteGa naar voetnoot45); namely, because many particles of salt in it have agglomerated to form one big one and this reduction of many small particles to a few large ones detracts from the flavour of the | |||||||||
tonge nogte verhemelte soo aangename HarmonieGa naar voetnoot83) van smaak niet konnen doen gevoelen, als wel die grootere menigte van soutdeelen, hoewel die veel kleijnder waren souden konnen doen. Ga naar margenoot+Ik heb de Sireese SekGa naar voetnoot84), die soo goet en smakelijk was als in eenige jaren in ons Land niet en hadde geweest, geobserveert, ende daarinne ontdekt de soutfiguiren, hier voren inde franscheGa naar margenoot+ wijn No 3 fig: A sijnGa naar voetnoot85) aangewesen, als ook mede eenige langwerpige figuiren, in deselve wijn met fig: G aangewesen, dog alle de geseijde figuiren inde Sek waren seer weijnig in 't getal, bij de figuiren, die inden Edik off fransche wijn waren. Ik beelde mijn selven in, dat bij aldien de Sek soo dun van wijn hadde geweest, als de fransche wijn, dat ik veel meer soutfiguiren soude gesien hebben, want ik veel seerGa naar voetnoot86) kleijne deeltgens inde wijn sag leggen, daar van ik mijn de figuir niet wel en konde verbeeldeGa naar voetnoot87) om de dikke stoff die om deselve lagGa naar voetnoot88), dog als ik de Sek drie dagen ende drie nagten ongedekt op mijn comptoir hadde laten staan, ontdekten ik een groot getal van kleijne | |||||||||
wine to our tongues and palates, not being able to make the same harmonious impression upon them as would the larger number of very much smaller particles of salt. Ga naar margenoot+I have been studying Sherris SackGa naar voetnoot46), which was better and more palatable than we have had for some years in our country, and have discovered in it those particles of salt to which I drew attention inGa naar margenoot+ the French wine No. 3, Fig. A, but in addition some oblong figures as shown in fig. G. Yet all the figures in the sack were few in number compared to those in vinegar or French wine. I imagine that if the sack had been as thin as the French wine, I should have found far more particles of salt, for I saw many very small particles lying in the wine without being able to distinguish their shapes on account of the thick matter surrounding themGa naar voetnoot47). Yet when I had left the sack standing in my study for three days and three nights, I saw a large number of tiny particles, several of which hung | |||||||||
deeltgens, die eenige aan malkanderen hingen, ende de figuir uijtmaakten als dorre takjens van BoomenGa naar voetnoot89): andere dreven door malkanderen als de wijn bewogen wiert, van welke deeltgens ik int eerst geen figuir konde bekennen; maar als ik die naaukeuriger besag, bevond ik dat deselvige de figuir hadden, vande hiervoren geseijde soutdeelen, ende onder deselve seer veel platte, ende ten deele rond gebogen figuirtgens, ja deselve waren soo kleijn, dat na het afmeten van mijn oogh, ik oordeelde dat duijsent Millioenen te samen de groote van geen groff sant souden uijtmakenGa naar voetnoot90) onder welke soutdeeltgens mij eenige grooveGa naar voetnoot91) platte deeltges te voren quamen, als ook eenige groove scharpe soutdeelen, die niet volmaakt waren. Dese beschouwinge dede mij mijne consideratien, die ik soo nu als dan, ontrent het maken van dese scharpe soutdeelen hadde gehad versterken, namentlijk dat alle de scharpe soutdeelen, soo inde wijn als Edik, int eerst soo kleijn die ook waren platte dunne figuirtgens hadden geweest, ende dat de vier hoeken van deselve platte dunne figuirtgens haar omkrulden, en maakten alsoo sodanige soutfiguiren uijt, als ik hier voren inden Edik en wijn hebbe aangewesen, als bij exempel, ikGa naar margenoot+ sie inde sek en wijn platte dunne figuiren als No 4 fig: ABCD ende EFGH. om dat de sijden vande eene figuir rontagtigh, ende ook wel irregulier en vande andere weder platagtig sijn, die ik alhier grooter sal teijkenen als ik die kome te sien, om haar maaksel des te beter aan te wijsen, ende dat de hoek A en DGa naar voetnoot92) haar ommekrullen off rollenGa naar voetnoot93) als fig: IKLGa naar voetnoot94) waar door dan de hoeken A en B een scharpen hoek worden als fig. IKL met I is aangewesen, ende dat wanneer de andere twee hoeken C en D sig mede soo toerollen, dat het alsdan een volmaakt sout figuirtge is: maar als de platte figuirtgens kort sijn, dat dan maar twee hoeken sig omrollen, en als dan de fig: van Q off R aannemen, | |||||||||
together, looking like the leafless twigs of treesGa naar voetnoot48). Others intermingled when the wine was gently shaken and at first I could not make out their shapes, but on a closer view they turned out to be of the same shapes as the aforesaid particles of salt, including a great many flat and partly rounded figures. These were so small that, at a rough estimate, I should say that a thousand million of them would not attain the size of a coarse grain of sandGa naar voetnoot49). Among them I saw several large flat ones as well as some coarse sharp particles of salt which were not perfect. All this confirmed both my former and present views as to the formation of these clear-cut particles of salt, viz., that all these sharp particles of salt, both in wine and in vinegar, small as they were, had at first been flat, thin figures and that the four corners of these same flat, thin figures curl up, thus making them into those figures of salt which I have previously shown to be present in vinegar and wine. I see, forGa naar margenoot+ instance, in the sack and wine flat, thin particles as in No. 4 figs. ABCD and EFGH, because the sides of one figure are rounded, and also sometimes irregular, while those of others again are rather flat; I shall draw these larger than I actually see them, the better to show how they are formed. Furthermore, the corners A and DGa naar voetnoot50) curl roundGa naar voetnoot51), as in fig. IKLGa naar voetnoot52), as a result of which the corners A and B become acute angles, as I show in Fig. IKL, and if the other two corners C and D also fold over it then becomes a perfect particle of salt; if, however, the flat figures are short, only two corners curl up and they assume the shape of fig. Q or R, indicated | |||||||||
die hier voren onder de figuiren vande Orliense Wijn met C en D sijn aangewesen. Dese fig: met IKL en MNOP. aangewesen, heb ik soo naakt voor mijn oogen gesien als off ik een halff vel papier hadde genomen, ende het selve aan alle de vier hoeken omgerolt, om soo twee scharpe hoeken te maken, ende in het midden een breete te behouden, hoewel wij dit papier de volmaakte figuir niet konnen geven, die met de geseijde soutdeelen over een komt, ja ik konde niet alleen dese figuiren sodanig sien, maar ik konde ook perfect inde holligheijt van deselve insien, als off die figuir een holligheijt hadde, gelijk als het geseijde ingerolde papier. Uijt dese verhaalde observatien nam ik in gedagten, off niet wel dese soutdelen plat sijnde, ende inde mont gedrukt werdende van figuir veranderen, te weten dat sij van een plat Lichaam in een Lichaam verandert werden dat twee scharpe punten heeft, ende daar bij hol sijndeGa naar voetnoot95); met het omkrullen vande hoeken de gevoeligste deelen in onse mond, sodanig komen te nijpen, ende door de scherpte van hare deelen te steeken dat daardoor aan onse tonge en verhemelte, soo een smert aangedaan wert, die wij suijr noemen. Ga naar margenoot+Ik heb Moesel wijn eenige uijren op mijn comptoir ongedekt laten staan, ende als dan daar in sien drijven veel soutfiguirtgens als hier voren in het sout vande Wijn, Asijn, ende Sek is geseijt, alleen met dit onderscheijt, dat ik in veele niet alleen een dikte, en holte konde bekennen; maar ik konde in meest alle seer klaar sien, dat ieder van deselve uijt 7. 8. 9. á 10 schibbensGa naar voetnoot96) op malkander leggende bestonden, die ik eerst int rouwe heb afgeteijkent, ende daarnaar deselve sout figuiren, een goet Teekenaar selfsGa naar voetnoot97) door een Microscope voorde oogen gestelt, die hier metGa naar margenoot+ No 5 fig: A werden aangewesen. Ik hebbe ook verscheijde soutfiguirtges sien drijven, uijt de welke wederom halff soute figuirtges quamen als fig: B. Inde Orliense wijn is mij mede soo nu als dan wel een sodanig figuirtge te voren gekomen, maar op verre na soo veel niet als inde Moesel wijn. Ook hebbe ik verscheijde soutdeeltgens gesien door dewelke weder een ander soutdeeltge door- | |||||||||
above by C and D in the illustrations relating to the Orliens wine. I saw these patterns, designated by IKL and MNOP, as plainly as if I had taken half a sheet of paper, rolled it up at the four corners so as to make two acute angles, retaining the width in the middle, although it is impossible to approach with paper the perfection of the actual figure so as exactly to represent the aforesaid particles of salt. Not only did I see these figures as plainly as I have stated, but I was able to perceive that they had a kind of cavity similar to that of the paper rolled up at the corners. These recorded observations led me to speculate whether these particles of salt, being flat and subjected to compression in the mouth, may not change their shape; that is to say, whether they change from a flat body to one with two sharp points and, since they are also hollow, whether, when the corners curl over, they so pinch the most sensitive parts of our mouths and so sting them with their sharp points that we are conscious of a pain which we express by the word ‘sour’. Ga naar margenoot+I left some Moselle open in my study for several hours and then saw many small particles of salt floating in it similar to those I have reported seeing in wine, vinegar and sack, with this difference only that in many I perceived not only a thickness, and a cavity, but I could see clearly that nearly all of them consisted of 7, 8, 9, to 10 scales, one upon the other. Of these I first made a rough sketch and then showed them, through a microscope, to a goodGa naar margenoot+ draughtsman, whose drawing of them is given here as No. 5, fig. A. I also saw several particles of salt floating, from which semi-particles of salt separated out, as in fig. B. I had now and then noticed a similar little figure in the Orliens wine, but by no means as many as in the Moselle. I also saw several particles of salt | |||||||||
ging als fig: C.Ga naar voetnoot98). Daar en boven sag ik ook eenige weijnige platte figuirtgens, ende daar onder eenige welkers sijden omgekrult waren als fig: D. ende onder deselve eenige weijnige, welkers kortste sijden gekartelt waren als fig: E. ook quamen mij voor eenige weijnige soutfiguiren, die als maar de helfte van de fig: A. waren, als fig: F. ende daar beneffens eenige seer weijnige figuiren, die haar eijnden plat waren als fig: G. maar het geene dat mijn verwonderde dat was, dat ik geen uijtstekende seer kleijne figuiren en konde ontdecken, doen de geseijde wijn 24 uijren inde Lugt op mijn comptoir hadde gestaan maar na dat deselvige wijn nogmaals 24 uijren hadde gestaan, ontdeckte ik uijtstekende seer kleijne soutfiguiren, die ik omme haar kleijnheijt niet wel konde oordeelen wat fadsoen of figuir dat sij hadden, alsoo deselve met de dicke stoffe van de wijn waren bedekt. Ga naar margenoot+Ik heb Hogmer wijnGa naar voetnoot99), die een jaar out was mede geobserveert (deselve was seer goet van smaak, en swaar van wijn die nog een weijnig bronstenGa naar voetnoot100)) na dat deselve ontrent 3 uijren ongeslooten op mijn Comptoir hadde gestaan, ende alsdoen gesien, dat daarmedeGa naar voetnoot101) soutfiguijrtges waren, die aan beijde eijnden seer spits toeliepen, hebbende veele van deselve een hoogte ofte rugh, even als off wij ons inbeelden te sien, een scharp bodemschuijtge dat omgekeert was, sijnde andersGa naar voetnoot102) deselvige seer helder alsGa naar margenoot+ No 6 fig: A. welke soort van figuiren mijn ook inde fransche wijn sijn te voren gekomen, maar als ik deselve wijn twee dagen en twee nagten hadde laten staan, sag ik eenige soutfiguiren veel grooter, ende dat met verscheijde ommetreckenGa naar voetnoot103) eenige met 2 andere met drie en vier ommetrecken ja eenige met soo veel ommetrecken, dat die niet te tellen en waren, ende dat soo digt bij een, dat deselvige een gantsch doncker wesen, soo verre de ommetrecken waren, veroorsaakten, die ook vele soo een schoon gesigt vertoonde, | |||||||||
through which another passed, as in fig. CGa naar voetnoot53) and in addition I also saw a few flat ones, among which were some with their sides curled up, as in fig. D, and among these again a smaller quantity with crenate sides, as in fig. E. There also appeared from time to time a few bodies of salt only half the size of those portrayed in fig. A (see fig. F) and besides these a still smaller number, the ends of which were flat, as in fig. G. What astonished me, however, was that, although I was unable to detect any very minute figures when the aforesaid wine had stood for 24 hours in my study exposed to the air, after the same wine had thus stood for a further 24 hours I did discover infinitesimal particles of salt, but, by reason of their smallness and the fact that they were covered by the thick matter of the wine, I was unable to obtain any clear impression of their shapes and form. Ga naar margenoot+I included in my observations a HogmerGa naar voetnoot54) wine which was a year old (having an excellent taste and a heavy flavour, and being still slightly frothy), after this had stood open in my study for approximately three hours. I then saw that there were particles of salt in this too, tapering at both ends to a very sharp point, many of which had a hump, or back, as if we imagined to see a pointed, flat-bottomed boat turned upside down: otherwise, theyGa naar margenoot+ were very clear, as shown in No 6, fig. A, and similar to those I had seen in the French wine. When, however, I had left the same wine standing for two days and two nights, I saw some far larger bodies of salt with several outlinesGa naar voetnoot55), some with two, others with three and four outlines; in fact, some had innumerable outlines so close together that they had a completely dark appearance. Some of these bodies formed patterns incomparably more beautiful than any collection of marine vegetation in large numbers, whether of | |||||||||
dat daarGa naar voetnoot104) geen Zeegewas, t'sij van Coraal off Hoornen bij eenige in groote menigte vergadertGa naar voetnoot105), en was te vergelijken, die ik hier met fig: B heb aangewesen, onder welke figuiren ik veele gesien hebbe die seer doorschijnende waren, en daar geen ommetrecken in waren te bekennen, dog in eenige weijnige konde ik sien, dat deselve uijt verscheijde seer kleijne figuirtgens van deselve maaksel als desen, waren te samen gesteltGa naar voetnoot106). Ik sag mede veel figuiren, die aan beijde de eijnden bot sijn dog de eene figuir was botter off platter als de andere, ook mede welkers eene eijnde maar bot was, die ik hier met fig: C heb aangewesen. Op een andere plaats sag ik weder inde wijn drijven soutfiguiren, die niet alleen met ommetrecken waren versien, maar hadden daarenboven nog trappen off rimpels als met fig: D. aangewesen wert. Boven de geseijde figuiren sag ik nog een groote meenigte van kleijnder soutfiguiren, de eene grooter als de andere, die niet alleen de ommetrecken hadde vande verhaalde figuiren, maar onder deselve lagen seer veel figuiren, die een net maaksel vertoonden van een wel gemaakt wijn vat, eenige de figuir hebbende van een Rhijns wijn voeder vatGa naar voetnoot107), andere weder van een Lange ToelastGa naar voetnoot108). Ja eenige waren soo kleijn, dat ik deselve niet, dan met de grootste naaukeurigheijt konde bekennen, en wanneer ik observeerde eenige plaatsen alwaar de dunste stoffe vande wijn bij na weggewasemt was, lagen daar nog verscheijde maaksels van tak off boomsgewijse figuirenGa naar voetnoot109), waar van eenige als scheenen voort te komen, uijt een sout figuirtge, en wanneer ik dese taksgewijse figuiren na mijn beste vermogen beschoude, sag ik | |||||||||
coral or shellsGa naar voetnoot56), as may be judged by fig. B. Among these figures were several of great transparency with no visible outlines at all, but in a few I was able to see that they were made up of a number of minute particles of identical constitutionGa naar voetnoot57). I also noticed many particles which were blunt at both ends, though one particle might be blunter or flatter than another; and there were some among them that were blunt at one end only, as shown in fig. C. In another place I saw bodies of salt floating in the wine with not only outlines, but also steps or wrinkles (see fig. D), in addition to which there was a multitude of smaller salt particles, some larger than others. These had not only outlines like the others, but many of them had a nice shape like a well-made wine cask, some of them being shaped like a Rhine-wine feed-caskGa naar voetnoot58), others again like a ‘Lange Toelast’Ga naar voetnoot59). Indeed, some of them were so small that I could only just see them with the utmost difficulty and when I scrutinized some of the places where the thinnest matter of the wine had nearly evaporated, I discovered several patterns as of branches or treesGa naar voetnoot60), some of which appeared to grow out of a salt particle. On examining these branched figures to the best of my ability, I found that they were composed solely of very minute | |||||||||
dat deselve niet en bestondenGa naar voetnoot110), dan uijt seer kleijne aaneen gevoegde soutfiguirtgens, waar van eenige seer irregulier waren, daar vande eijnden vande takjens veeltijts de grootste soutfiguirtgens beset hadden als hier met fig: FGHI. is aangewesen. Ik heb int begin van December 1684 de Hogmer wijn geobserveert die in den jare 1678 gewassen was, (soo men andersGa naar voetnoot111) den wijnvercoper hier te lande die de wijn selfsGa naar voetnoot112) in Duijtsland hadde wesen koopen, gelooven mag) geobserveertGa naar voetnoot113), na dat ik daar mede hadde gehandelt als hier voren vande Hogmer wijn is geseijt, ende hebbe daarinne int eerst seer weijnig soutdeelen ontdekt, maar wanneer ik deselve wijn, drie a vier dagen op mijn comptoir onbesloten hadde laten staan, sag ik veel meer soutdeelen, dog op verre na soo veel niet, als ik hier voren in deselve wijn hadde bevonden die maar een jaar out was, maar het geene mij int eerst een groote vergenoeginge gaff, dat was, dat ik in meest alle de grootste soutdeelen seer distinctelijk (beelde ik mij in) sag, dat ieder van deselve uijt seer veel kleijnder soutdeelen waren te samen gestremt ofte gemaakt, ja ik imagineerde veeltijts mijn selven in, dat bij aldien ik bequamelijkGa naar voetnoot114) de kleijne soutdeelen hadde konnen tellen, waar uijt een grooter soutdeeltge was gemaakt, dat deselve wel 100 deelen souden uijtmaken welke soutdeelenGa naar margenoot+ ik soo veel het mijn mogelijk is met No 7 fig: A hebbe nagevolgt. Dog als ik mijn gedagten liet verder gaan, ende nader observatien dede, stelde ik vast, dat de grootste soutdeelen eerst te samen gestremt sijnde, ende daarna veele andere seer kleijne mede inde Wijn komende te drijven, die soo groot waren, dat ik deselve bekennen konde, dat de geseijde seer kleijne soutdeelen aande groote soutdeelen waren gestremt; want ik sag ontrent dese soutdeelen inde wijn, geen kleijne soutdeelen leggen, nog iet dat na soutdeelen geleek, daarGa naar voetnoot115) ik in andere observatien (want ik doorsogt dese wijn wel twaalf maal na dat ik de voorgaande wijn, aan een sijde hadde gesteltGa naar voetnoot116)) de soutdeelen seer na van deselve groote seer helder sagh dog alsdan lagen, daar veel kleijnder sout- | |||||||||
joined particles of salt, some quite irregular, the largest particles of salt often being found at the extremities of the branches, as here indicated by fig. FGHI. At the beginning of December 1684 I observed Hochheimer of vintage 1678 (if, that is, any reliance may be placed on the statement made by the wine merchant in this country, who himself went to Germany to buy the wine) after performing the same preliminaries as those recounted for the other Hochheimer; and at first could detect but very few bodies of salt in it, but, after the same wine had been left open in my study for three or four days, I found a much larger quantity, though nothing like as many as I had seen before in the wine which was only one year old. What pleased me very much at first, however, was that I distinctly saw (or thought I saw) that almost all the largest particles of salt were composed or built up of very much smaller particles; in fact, I imagined that, had there been any convenient means whereby I could have counted the small bodies of which a larger particle of salt was composed, they must have amounted to 100. I haveGa naar margenoot+ sketched these small particles as best I could in No 7 fig. A. On reconsidering the matter, however, and after making further observations, it became evident to me that the largest particles had first been formed by coalescence and that subsequently many other very small particles also found floating in the wine, large enough to be visible, had attached themselves to the large particles of salt; for in the vicinity of these I found no small bodies of salt, nor anything resembling salt particles, whereas in other observations (for I examined this wine as often as twelve times after I had laid the previously mentioned wine aside) I quite clearly saw salt particles of almost exactly the same size, but on those occasions they were surrounded by far smaller particles of salt. Now and | |||||||||
deelen ontrent. Ook mede sag ik soo nu en dan wel een soutfiguirtge, dat maar de helft scheen te wesen van een verhaalt soutfiguirtge dat ik hier met fig: B heb aangewesen, ende daar beneffens sag ik veel kleijne soutfiguiren, die seer helder off doorschijnende waren, en welkers punten soo scharp niet en waren als naar advenant de grooter figuiren, die hier met fig: C heb aangewesen, ook quamen mij voor eenige weijnige doorschijnendeGa naar voetnoot117) soutfiguiren, die grooter waren als de laatste, en waar van veele int Midden weder een figuirtge hadden als fig. D. Vorders lagen daar ook eenige seer weijnige soutfiguirenGa naar voetnoot118) welkers eijnden plat waren als fig: E. Ook sijn mijn (dog seer weijnige) figuijrtgens te voren gekomen, verbeeldende dorre takjens van boomen als hier voren van deselve wijn, die maar een jaar out was is geseijt, welcke taksgewijse figuirtgens weder bestonden uijt te samen gevoegde seer kleijne soutfiguirtgens. Ga naar margenoot+Uijt deze observatien quam mijn nu te binnen wat de oorsaak was, dat de Rijnsche Wijn, niet alleen lange jaren in een goet wel geslooten vol vat kan goet blijven, maar dat deselve sijne RijnscheGa naar voetnoot119) off suijragtige smaak door langheijt van tijt vergaat, en een milder off soetagtiger smaak aanneemtGa naar voetnoot120). Namentlijk om dat de soutdeelen, die inde Rijnsche wijn sijn, te samen stremmen, en setten sig soo opden bodem, als opde sijden vande vaten vast, welke te samen gestremde soutdeelen, wij wijnsteenGa naar voetnoot121) noemen, en bij gevolg dan, hoe ouder Rijnsche wijn, hoe minder soutdeelen in deselvige sijn, en ter contrarie, is het met de fransche wijnen, waar van ik onderregt ben, dat haar de soutdeelen in een wel geslooten vol vat seer weijnig te samen stremmen, en voornamentlijk die wijnen die van Bordeaux komen, bij gevolg dan nimmermeer in een milder off soetagtiger smaak konnen toenemen maar | |||||||||
again, moreover, there would come within my view a small particle of salt which was apparently only half of one of those described, as I have shown here in fig. B, besides which there were much smaller particles of salt, very clear or transparent, the points of which were not so sharp as those of the larger figures, here shown in fig. C. I also observed a few transparent salt-particlesGa naar voetnoot60a) which were larger than the foregoing, many of them having another little figure in their centre (fig. D). There were, furthermore, a very fewGa naar voetnoot60b) salt-particles with flat ends as in fig. E. Finally, there appeared before me some figures (though very few) resembling the dry twigs of trees, like those I mentioned having noticed in the same wine only one year old. These branched figures, again, consisted of a conglomeration of very minute particles of salt. Ga naar margenoot+Reflecting on what I had seen, it suddenly struck me why Rhine wine can not only be kept in excellent condition for many years in a well-closed full cask but, with the lapse of time, loses its ‘Rijnsch’Ga naar voetnoot61) or sourish flavour and becomes softer or sweeter to the tasteGa naar voetnoot62). The reason is that the particles of salt in Rhine wine conglomerate and thus stick fast to the bottom and sides of the casks; we call these agglomerated particles of salt tartarGa naar voetnoot63). Consequently, the older Rhine wine is, the fewer particles of salt does it contain. It is just the contrary with French wines, I am told: the salt particles of these in a well-sealed, full cask clump together very little. Consequently - and this applies mainly to wines from Bordeaux - they never become softer or sweeter to the taste, | |||||||||
Ga naar margenoot+die wij, die van Nantes tot ons komtGa naar voetnoot122), die stremt haar sout wat meer, dog te gelijk vergaat of stremt ook de soetigheijt van deselve. Ik heb wijn, die men voor Rijnkauwer wijnGa naar voetnoot132) vercogt die seer smakelijk was, ende die inden jare 1683 gewassen is, dog ik ben naderhant onderrigt, dat dit geen opregteGa naar voetnoot123), Rijnkauwer wijn en was, maar dat de selvige inde Palts gewassen wasGa naar voetnoot124) geobserveert, ende daar inne int eerst seer weijnige soutfiguiren ontdekt, maar wanneer deselve ontrent vierentwintig uijren ongeslooten hadde gestaan, ontdekten ik seer veel soutfiguiren,Ga naar margenoot+ die aan beijde de eijnden spits toeliepen als No 8 fig: A. hebbende veele van deselve overlangs een scheuijns oplopende hoogte, andersGa naar voetnoot125) waren deselve seer doorschijnende, ende daar beneffens soo een overgroot en onbegrijpelijk getal van veel kleijnder soutfiguiren, van deselve figuirGa naar voetnoot126) (door het Microscope daar alle dese figuiren soo groot voorquamen, als die hier geteijkent staan) die niet te bekennen waren. Ook sijn mijn wel te voren gekomen een groote meenigte van soutfiguirtgens, die int oog de gedaante hadden van wel gemaakte wijnvaten, maar als ik die nader examineerden, sag ik dat twee sijden omgekrult waren als fig: B. Uijt dese observatien stelde ik vast, dat de soutfiguiren, die ik inde voorgaande wijnen hadde ontdekt, ende die ik geseijt heb, dat na een wijnvat geleken, van een ende deselve maaksel waren als dese figuiren, datGa naar voetnoot127) ik deselve aan die sijden daar de omkrullinge was niet en hebbe gesien ofte dat mijne observatien soo naaukeurig niet en sijn geweest als dese ook medeGa naar voetnoot128) als ik | |||||||||
though the salt in the wine that comes to us from NantesGa naar voetnoot64) is more apt to agglomerate, but then its sweetness at the same time dissolves or curdles. Ga naar margenoot+I have examined a very tasty wine, sold as RheingauerGa naar voetnoot66), of vintage 1683, but I learned later that it is no true Rheingauer, having been grown in the PalatinateGa naar voetnoot65). In this I could at first detect but very few particles of salt, but after it had stood open for about twenty-four hours I discovered a great many tapering toGa naar margenoot+ a point at both ends, as in No 8, fig. A. Lengthwise on many of these there was an oblique incline; for the rest, they were very transparent. In addition to these there were such multitudes of far smaller figures of salt of the same shape (appearing in the microscope of the same size as shown in the drawing) that they were uncountable. I also saw a large number of small particles which at first sight had the appearance of well-fashioned wine cask, but when I came to examine them more closely I noticed that two of their sides were curled up, as in fig. B. As a result of these observations, I realized that the figures of salt I described as resembling a cask of wine in the previous wines were similar in kind to those just referred to and that I had not seen those sides of them that curled up, or else that my observation had been less thorough than in this case. It was likewise borne in upon me | |||||||||
soutfiguijrtgens sag, die aan beijde de eijnden, ende die ook aan een eijnde plat waren, dat deselvige de figuiren van C en D hebben gehad, ende daar beneffens sag ik soutfiguirtgens als fig: A. die beijde haar scharpe puncten tot malkanderen gebogen waren, als hier met fig: C aangewesen wert, als ook mede soutfiguirtgens welkers eene punct maar omgebogen was als fig. D. als mede is mijn soo nu en dan wel een soutfiguirtge te voren gekomen, waar van de grond viersijdig was, en lopende derselver sijden piramidaals op, in die gedaante van een punctige diamant als fig: E. dese figuiren waren soo weijnig, dat die mijn somtijts maar een a twee inde quantiteijt van een droppel wijn sijn te voren gekomen, ende daar beneffens sag ik soo nu als dan wel een seer langwerpig figuirtge int midden vanhet selvige versien, met een vande laast geseijde figuiren, alhier mede onder de Letter E aangewesen. Dog in andere wijn, sijn mijn die ook wel te voren gekomen maar hebbe geoordeelt, dat deselve niet waardig waren te noteren. Mijn sijn ook veeltijts soutfiguirtgens te voren gekomen, die haar spitsen off puncten nog (in het toerollen) niet volkomen, geslooten waren, ook mede datmen in derselver langte veeltijts nog een opening konde sien als fig. F. daarGa naar voetnoot129) veel andere die meerder geslooten waren alleen maar een hoog verheven streepje scheenen te hebben. Mijn sijn soo nu als dan wel te voren gekomen soutfiguirtgens die lang en smal waren als fig: G. welke laatste figuiren ik in gedagten nam, off deselve alleen een begintsel was, om tot een groote soutfiguir te werden, ende dat de reden van derselver onvolmaaktheijt alleen veroorsaakt wiert, dat daar geen genoegsame stoffe was omme die soutdeelen te volmaken, want ik sag deselve seer weijnig drijven in de wijn, maar meest lagen deselve, daar de wijn ten deelen was weggewasemt. Boven alle de verhaalde soutdeelen ontdekten ik in alle de wijnen een onbegrijpelijk groot getal van seer kleijne sagte deelen, die ik geen andere figuir dan globulen kan geven, ja dit getal was soo groot, datmen veeltijts soude geoordeelt hebben (wanneer men de soutdeelen aan een sijde steltGa naar voetnoot130) dat de gantsche wijn niet anders en bestond, dan uijt globulen; welke globulen ik mij inbeelden dat veele van deselve de soetigheijtGa naar voetnoot131) waren. | |||||||||
that when I saw little bodies of salt which were flat at both ends, as also those which were flat at one end only, they had actually had the shapes of C and D. Over and above these I saw particles of salt as in fig. A, the two sharp points of which curved towards each other, as here shown in fig. C, as also some with only one point curled upwards, as in fig. D. Now and again a particle of salt would appear, the base of which was four-sided with pyramidal sides, like a pointed diamond as in fig. E. There were so few of these that I sometimes saw only one or two in a drop of wine; and occasionally there would be among them a very oblong body containing in the centre one of the figures just described, here indicated by the letter E. Indeed, I had seen such in other wine, but had not deemed them worthy of mention. I have also often observed particles whose points, in the act, as it were, of folding over, had not yet completely joined, so that an opening in the longitudinal axis was still sometimes perceptible (fig. F), whereas others in a further advanced stage towards closing only appeared to have a humped stripe. Occasionally I have come across long and narrow particles like fig. G and in regard to these I have wondered whether perchance they were the beginnings of a large particle of salt, being as yet incomplete only because there was insufficient substance available to perfect them. My reason for so thinking was that very few of them were in the wine, but they were mostly lying where the wine had partly evaporated. Over and above all the particles of salt mentioned, I discovered in all the wines an incredible amount of minute soft particles which I can describe no other than as globules; indeed, so enormous was their number that, leaving the particles of salt out of account, one might have thought the entire wine consisted of nothing but globules. It is to many of these globules, I imagine, that wine owes its sweetness. | |||||||||
Ga naar margenoot+Ik heb een weijnig Rijnkouwer Cavel wijnGa naar voetnoot132), uijt een vol Voeder vat genomen; welke wijn bij na de gantsche soomer hadde leggen arbeijden, en tsedert eenige weeken op schoon hout was gesteekenGa naar voetnoot133); dog egterGa naar voetnoot134) een seer goede smaak hadde behouden. Dese wijn op vier distincte plaatsen op mijn ComptoirGa naar voetnoot135) stellende, ontdekten ik na verloop van ontrent een uijre tijt veel soutfiguiren: maar als ik de wijn ontrent 16 uijren hadde laten staan, vernam ik seer veel soutfiguiren, die sooGa naar voetnoot136) dik waren, en soo een diepe schuijtagtige holte haddeGa naar voetnoot137), als ik hier voren geseijt heb, dat ik inden asijn hebbe gesien als hier No 9 metGa naar margenoot+ fig: A wert aangewesen; ik sag mede verscheijde soutfiguirtgens die int midden een bruijn langwerpig figuirtge hadde, waar onder datter ook verscheijde waren, die 2 andere 3, ende ook wel vier ommetrecken hadden als fig: B. ende daar nevens verscheijde soutfiguirtgens, die int midden een streep off naad hadden, andere van deselve soort waren gansch doorschijnende alsGa naar voetnoot138) fig: C. wert aangewesen. Ook sag ik verscheijde soutfiguren, die maar eene punct hadden, en welkers andere eijnde bod (!) was, omme redenen dat sodanige soutfiguirtgens nog niet volmaaktGa naar voetnoot139) waren (als hier vooren te meermaal is geseijt) ende daarnevens wel sodanige figuirtgens, aan dewelke ik niet als een seer doorschijnentheijt konde bekennen, die ik alhier onder de Letter D. heb | |||||||||
Ga naar margenoot+I drew a little Rheingau Cavel wineGa naar voetnoot66) from a full tun, a wine which had been left to ferment almost the whole summer and which a few weeks previously had been pitched into clean woodGa naar voetnoot67), yet had retained a very good flavour. Placing this wine in four different places in my studyGa naar voetnoot68), I detected many particles of salt in it at the end of about one hour, but after I had left the wine standing for about sixteen hours, I saw numerous bodies of salt as thick and with as deep a boat-like cavityGa naar voetnoot69) as those I have reported as present in the vinegar and illustrated here inGa naar margenoot+ No 9 by fig A. At the same time I noticed several salt bodies with a dark oblong figure at their centre and among them several with two, others three and even four outlines, as in fig. B; besides which, there were some particles of salt with a line or seam in the middle and others of the same kind were quite transparent, as in fig. C. Furthermore, I saw several of these salt-figures with only one point, its other end being blunt, owing to their not yet being fully formed (as explained more than once before); and there were also some which appeared to me only as something very transparent, as indicated here by the letter D. Then I noticed some | |||||||||
aangewesen. Ook quamen mij wel (dog seer weijnige) soutfiguirtgens te voren, als hier onder de letter E. sijn aangewesen, en wanneer ik mijn oog liet gaan, daar de wijn seer dun hadde gelegen, en bij na was weg gewasemt, vernam ik een overgroote meenigte van soutdeeltgens, waar vande meeste twee scharpe puncten hadden. Dese waren soo kleijn, dat ik most oordeelen, dat deselve meer dan duijsent Millioenen kleijnder waren, dan een groff sand. Ook heb ik verscheijde soutfiguirtgens sien drijven, die de gedaante hadden, van een welgemaakt wijnvat, hier voren te meermaal ontdekt; en hoe naaukeurige observatien ik ontrent dese laatste soutfiguiren dede, soo en konde ik geen deelen off striemenGa naar voetnoot140) daar in bekennen, en daar bij waren deselve uijtstekende dun, en doorschijnende. Daar beneffens sag ik verscheijde langwerpige viersijdige soutdeeltgens die mede uijtstekende dun, ende seer doorschijnende waren; ende daar beneffens seer kleijn alhoewel die hier alGa naar voetnoot141) groot geteijkent staan, als fig: H. dog de reden is, dat ik de proportie niet heb kunnen volgen, door dien het Microscope, daar mede ik de figuiren A.B.C.D.E. ende G. seer distinct konde bekennen, niet bequaam was, om de figuiren van F en H., te ontdeckenGa naar voetnoot142). Ook sag ik daar de wijn seer dun hadde gelegen, verscheijde plant off taksgewijse soutfiguirtgens; die weder uijt sodanige kleijne soutfiguirtgens bestonden, dat maar van eenige weijnige, de figuir te bekennen was; andere van diergelijke gedaante hadden de soutfiguiren soo irregulier, dat daar geen de minste stellingen van te maken wasGa naar voetnoot143). Ga naar margenoot+Ik heb ook met de Ceronce WijnGa naar voetnoot144) gehandelt, als met de voorgaande wijnen, ende hebben gesien, dat, de meeste soutfiguirenGa naar margenoot+ waren als No 10 fig: A. van welke eenige als toegerolt, ende andere weder seer dun, ende doorschijnende waren, dog andere, als de wijn wat lang hadde gestaan, waren soo dik, dat die rond | |||||||||
particles of salt (though very few) of the conformation shown under letter E; and when I allowed my eye to roam - where the wine had been spread very thin and had nearly evaporated altogether - I became aware of innumerable particles of salt, the majority of which had two sharp points. So small were they that I judged them to be more than a thousand million times smaller than a coarse grain of sand. I also saw several floating bodies of salt shaped like a well-made wine cask, as described more than once before; and, searching though my observation of these latter was, I was unable to detect any divisions or dark lines in them, and besides this, they were exceedingly thin and transparent. There were also several oblong four-sided salt-particles which were likewise very thin and transparent, also very minute, though drawn fairly large in fig. H, the reason being that I was unable to draw them to the same scale, because the microscope with which I could see the figures represented by A, B, C, D, E and G very distinctly was not powerful enough to reveal those represented by F and H. Where the wine had been very thinly spread, I also perceived several figures shaped like plants or twigs, which again consisted of such infinitesimal particles of salt that I was able to see the shapes of only a few of them. Others of a like kind were so irregular that I could not make anything of them. Ga naar margenoot+I dealt with Ceronce wineGa naar voetnoot70) as with the preceding ones and saw that most of the particles of salt were as in No 10, fig. A,Ga naar margenoot+ some of which were rolled up, others again very thin and transparent. After the wine had stood a little longer, however, there were some so thick that they showed a dark outline round them, | |||||||||
om haar, een bruijne ommetrek vertoonden, als fig: B. ende daar beneffens verscheijde figuiren, die maar de helft van A en B waren als fig: C. Ga naar margenoot+Ik heb ook Coteau wijnGa naar voetnoot145) geexamineert, ende daar in veel soutfiguiren ontdekt, die in No. 10 met A B. ende C sijn aangewesen, ende daar en boven verscheijde figuiren welkers sijden omgerolt waren als fig: D. als mede platte figuiren, welkers langste sijden regt, ende aan beijde de eijnden rond waren, als fig: E. ende daar en boven soutfiguiren, die een scharpe punt hadden als fig: F. daar en boven quamen mij veel soutfiguiren int oogh, die seer netGa naar voetnoot146) een omgekeert plat bodemschuijtge vertoonden als fig: G. ende aan andere van diergelijke maaksel konde ik als in een holligheijt insien. Daar beneffens sag ik verscheijde seer uijtstekende kleijne lange figuirtgens als fig: H. van welke ik oordeelde datGa naar voetnoot147) wanneer daar meerder stoffe hadde geweest, die de fig: van E. souden aangenomen hebben, daar en boven sag ik eenige soutfiguiren als fig: I. Ga naar margenoot+Ik heb ook Tousaan wijnGa naar voetnoot148), die seer swaar en boven gemeen soet van wijn was, geobserveert, (hoewel veele in ons Land, van gevoelen sijn, dat de soetigheijt, die de Tousaan wijnen t'sedert 4 jaren, gehad hebben, niet uijt haar selven is, maar dat die t'ondergehoudenGa naar voetnoot149) sijn, door swavel, off met Hooglandse wijn, ofte met Honingh, off met Candij Sijroop gesmeertGa naar voetnoot150) sijn geweest) ende hebbe gesien, dat alle de soutfiguiren, die ik hier voren hebbe geseijt, dat in de Coteau wijn waren hier mede haar openbaarden, dog en quamen mij, op verre na soo veel soutdeelen | |||||||||
as in fig. B and I also saw several figures which were only half the size of A and B, as in fig. C. Ga naar margenoot+I also examined Coteau wineGa naar voetnoot71), in which I discovered many particles of salt as shown in No 10 A, B and C, and, in addition, some with their sides rolled up as in fig. D; also flat bodies the longest sides of which were straight with both ends round (seeGa naar margenoot+ fig. E). There were some with a sharp point, as in fig. F, many others exactly like an upturned flat-bottomed boat (fig. G) and in others again of similar confirmation I could look into a cavity. Besides these, I saw several exceedingly small, long figures as represented by fig. H, which, I believe, would have been fashioned like fig. E if there had been more available matter. Finally, I detected several particles of salt shaped like fig. I. Ga naar margenoot+I also examined Tousan wineGa naar voetnoot72), which was very heavy and exceptionally sweet (though it is held by many in this country that this sweetness of Tousan wines in the last four years is not inherent in them, but is produced by the admixture of preservatives to restrain fermentation, such as sulphur, or of sweeteners like wine from the uplands, or honey or candy syrupGa naar voetnoot73) and saw that it contained all the particles of salt I had previously discovered in the Coteau wine, though in considerably smaller numbers. There | |||||||||
inde Tousaan wijn niet voor het gesigt, als inde Coteau waren, alleen met dit onderscheijt, dat ik inde Tousaan wijn in verscheijde observatien soutfiguiren sag, die gekartelt off met trappen waren,Ga naar margenoot+ als in fig: 10 met de Letter K is aangewesen. Vorders heb ik genomen Tousaan Wijn, diemen heel suijver oordeelde te sijn ende hebbe daarinne ontdekt, alle de soutfiguiren, die ik hier voren gesegt heb dat inde Coteau en Tousaan wijn waren, maar ik oordeelde dat het getal van soutfiguiren in dese laatste rijsendeGa naar voetnoot151) tousaan wijn wel 25 maal meer waren als inde soete Tousaan wijn. Dog deselve en waren soo groot niet, als inde eerste Tousaan wijn, en daar bij sag ik de soutfiguiren, inde laatste Tousaan wijn binnen weijnig uijren drijven, daar de soutfiguiren inde soete Tousaan wijn seer langsaam te voorschijn quamenGa naar voetnoot152). Ik heb ook inde citernse wijnGa naar voetnoot153) gesien alle de soutfiguiren, die ik inde Tousaan ende Coteause wijn hebbe ontdekt, ende dat mede in een groot getal. Vorders heb ik genomen Hooglandse wijn, ende dat vande swaartse (!) soort ende hebbe daarinne maar seer weijnig soutfiguiren sien drijven, schoon ik deselve drie dagen ende drie nagten hadde laten staan. Maar de soutfiguiren waren veel grooter als inde Coteause ende ligte Tousaan wijn ende haddenGa naar margenoot+ de fig: van No 10. A B D en G. Ga naar margenoot+Ik heb Rijnse wijnsteen kleijn gestooten, ende daar na in schoon Regenwater geleijt, en na dat dit water klaar was geworden geobserveert ende gesien dat int'selvige gemaakt waren, veele soodanige figuirtgens als ik geseijt heb, dat inde wijnen sijn, namentlijk die seer helder waren en twee scharpe puncten hadden, als hier voren in No 10 met fig: L. sijn aangewesen, dog de meeste waren seer irregulier, waarvan de oorsaak na mijn inbeeldinge was, dat geen soetagtige off olijagtigeGa naar voetnoot154) stoffe, daar | |||||||||
was this difference, moreover, that on several occasions I observed serrated or stepped particles of salt, as illustrated in fig. 10, letter K. Then I also took some Tousan wine considered to be very pure and found in it all those particles of salt which I have described in the Coteau and Tousan, but I judged them to be quite twenty-five times as numerous in this fermenting Tousan as in the previous sweet Tousan, yet they were not so large as in the latter; moreover, I saw within a few hours the particles of salt floating in the Tousan wine I was now examining, whereas in the sweet Tousan they took a very long time to appearGa naar voetnoot74). In Cistercian wineGa naar voetnoot75), too, I saw all the configurations of salt which I had detected in the Tousan and Coteau wines, and that in great numbers. I next took Upland wine, of the heaviest quality, moreover, and could discover but very few particles of salt floating in it, notwithstanding my having let it stand for three days and three nights. These particles, however, were far larger than those in the CoteauGa naar margenoot+ and light Tousan and their shapes were as shown in No 10, figs. A, B, D and G. Ga naar margenoot+I broke up Rhine-wine tartar into small fragments, which I then placed in clean rain water and, after this water had become clear, I examined it and saw that many particles had been formed in it similar to those I found in the wines, being very clear and having two sharp points, as shown above in No 10 in fig. L, though the majority were very irregular, owing, I imagine, to the absence of sweet or oilyGa naar voetnoot76) substances and to the fact that the particles | |||||||||
onder vermengt was, ende dat de soutdeelen voornamentlijk daar weijnig off geen water en was, aan alle kanten uijtspattende waren. Ik heb ook de Wijnsteen diemen mijn seijde, dat fransche wijnsteen was geexamineert, op die manier als hier boven geseijt ende hebbe daar inne mede eenige soutfiguiren ontdekt, die met de soutfiguiren inde wijn over een quamen, maar de rest vande soutfiguiren, waren nog ongeschikterGa naar voetnoot155) als die vande Rijnse Wijnsteen. Ga naar margenoot+Ik heb Orliense Wijn genomen, soo suijver als die uijt het vat quam ende in deselvige (na mijn beste gissing) geworpen, tegen ieder druppel wijn, een stukje kreeften oog, dat een Lichamelijke grootte hadde, als de rugge van een mesch breet is (uijt die consideratie dat daar geen kleijne deeltgens van kreeften oogen inde wijn souden wesen, die mijn mogten hinderen) en na verloop van ontrent drie uijren heb ik deselve gaan examineren, ende daarinne (om soo te spreeken) niets konnen sien, dat na eenige soutfiguir geleek, hoedanige ik inde wijn hadde gesien, daar geen kreeften oog in hadde gelegen. Want ik sag uijtstekende veel soutdeelen welkers grond een langwerpig vierkant was, en welkers sijden met een rug, off piramidaalswijse opliepen; ende aan andere en konde ik niet als een platte figuir bekennen alsGa naar margenoot+ No 11 met fig: A. wert aangewesen; andere weder waren sessijdigh als fig: B. ende daarbeneffens quamen mijn verscheijde soutfiguiren te voren dewelke twee scheuijnse sijden hadden als fig: C. als ook eenige weijnige viersijdige figuirtgens, in welke weder een viersijdig figuirtge was als fig: D. Dog andere onder de geseijde figuiren, waren de kortste sijden wel wat ongeschikt, ende daar beneffens vernam ik ook eenige soutdeeltgens als fig: E. aan welke laatste deeltgens ik gantsch geen verheventheijt en konde bekennen, waar van de oorsaak (imagineerde ik mijn) was, derselver uijtstekende kleijnheijt. En wanneer ik een vande stukjes kreeften oog beschoude, sag ik, dat wel op 50 plaatsen als uijt een punt uijtkwamen, ofte aldaar gemaakt waren, verscheijde dunnen pijpjens, die soo helder waren als Cristal, waar vande eene boven de andere in langte uijtstaken, sijnde bij na alleGa naar voetnoot156) van een ende deselve dikte. Vorders heb ik na de hier | |||||||||
of salt were scattered in all directions, especially where there was little or no water. I also examined tartar, which I was told came from French wine, in the same way and detected some particles of salt in it which were like those in the wine, but the remainder were even more irregular than those of the Rhine-wine tartar. Ga naar margenoot+I took Orliens wine, exactly as it came from the cask and, at a good estimate, to every drop of wine I threw into it a piece of crab's eye the width of the back of a knife in size (so that there should be no small particles of crab's eyes in the wine to confuse me). At the end of about three hours I began to examine this wine and could discover nothing in it, so to speak, in the least resembling a particle of salt such as I had seen in the wine in which no crab's eyes had lain. For I saw an exceedingly large quantity of salt particles, the base of which was rectangular, the sides rising to form a ridge or like a pyramid, whereas othersGa naar margenoot+ appeared to me as no more than a flat figure, for which see No 11, fig. A. Others, again, were hexagonal, like fig. B, besides which I discerned several particles of salt which had two oblique sides, as in fig. C, and also a few four-sided figures containing another four-sided figure (see D). Others among these, however, had rather irregular short sides, in addition to which I saw some particles like those shown in fig. E, in which I could detect no elevation at all, owing (I imagined) to their minuteness. On examining one of the pieces of crab's eye I found that in quite fifty places there emerged as from one point, or were formed there, several thin little pipes, as clear as crystal, some exceeding the others in length, but nearly all of the same thickness. Then I took the same quantity of wine as before, placed white chalk in it and | |||||||||
te voren geseijde quantiteijt wijn genomen wit krijt, ende dese wijn met het ingelegde krijt, op vier distincte plaatsen op mijn Comptoir gestelt, met hetwelke ik ontrent een quart van een uijre doorbragt, na welke tijt ik aanstonts de eerste geseijde wijn ging observeren, ende hebbe daarinne als doen gesien, een seer groote meenigte vande hiervoren geseijde soutfiguiren, dog deselve waren op verre na soo groot niet als inde wijn met kreeften oogen, maar als ik de wijn met krijt daarinne 12 a 14 uijren hadde laten staan, sag ik alle de hier te voren aangewesene soutfiguiren niet alleen grooterGa naar voetnoot157), maar ik sag ook dat op verscheijde plaatsen als uijt een punct van het krijt voortquam een groote quantiteijt pijpjens als hier voren inGa naar margenoot+ No 11 met fig: F is aangewesen, die mede in groote boven de eerst geseijde pijpjens uijtstaken, dog de eene verschilde in dikte buijten de andere, ende gelijk de wijn daar de kreeften oogen in gelegen hadde, als met een dun vlies was overtrocken (dat ik oordeelde een samenstremminge vande soetigheijt vande wijn te sijn) soo was het ter contrarie met de wijn daar het krijt ingelegen hadde, want dit was en bleeff seer dunGa naar voetnoot158). Vorders heb ik indeGa naar margenoot+ hier voren verhaalde Rijnkouwer Cavel wijn stukjens van kreeften oogen gedaan, ende hebbe na verloop van ontrent 12 a 15 minuten deselve gaan observeren, ende alsdoen ontdekt, eenige weijnige soutfiguiren, maar wanneer ik deselve wijn dus eenige uijren hadde laten staan, sag ik niet alleen een overgroot getal van alle soutfiguiren, die in No 11 met A B C D E ende FGa naar voetnoot159) werden aangewesen; maar de eerste figuiren waren ook t'sedert mijne eerste ontdeckinge in groote toegenomen, sonder dat ik eenige soutfiguiren konde sien, die in deselve wijn sijn, als daar geen kreeften oogen in gelegen hadden. Ga naar margenoot+En nademaal wij nu sien, dat in alle de verhaalde observatien de Rijnse, off franse wijn, geen soutfiguiren komen te maken, die met het sout vande jigtige dat kalk genaamtGa naar voetnoot160) wert in figuir over | |||||||||
then set out this wine with chalk in four different places in my study which took me about a quarter of an hour. Immediately afterwards I began to observe this wine and then saw a great number of the particles of salt which I have already described, but by no manner of means as big as in the wine with crab's eyes. When, however, I had allowed the wine containing chalk to stand for twelve to fourteen hours, I saw all the aforesaid bodies of salt, not only largerGa naar voetnoot77), but with numerous little pipes, as shown aboveGa naar margenoot+ in No. 11 fig. F, emerging as from a point in several places, also surpassing in size the pipes previously mentioned, though in this case they varied in thickness. And whereas the wine in which the crab's eyes had lain was covered with a thin film (which I supposed was an accumulation of the sweet components of the wine), the wine in which the chalk had been placed, on the contrary, was and remained very thinGa naar voetnoot78). Ga naar margenoot+Further, I introduced fragments of crab's eyes into the Rheingau Cavel wine to which I have already referred and began to observe it after twelve to fifteen minutes. I then saw a few particles of salt, but when I had thus left the same wine standing for several hours, I not only discovered an abundance of all the bodies of salt indicated by A, B, C, D, E and FGa naar voetnoot79) in No. 11, but the first-named particles had also increased in size since I first detected them. I was, however, unable to perceive any of those figures of salt which are present in the same wine when crab's eyes have not been added. Ga naar margenoot+And now, since we see from all the foregoing observations that neither Rhenish nor French wines produce figures of salt of like shape to the salt of the gouty, which is called chalkGa naar voetnoot80), we may | |||||||||
een komt, soo konnen wij vaster als voor desen seggen, dat het sout vande wijn geen jigt veroorsaakt, en hier van hebben wij ook de daaglijkse ondervindinge. Want wij sien Lieden, die doorgaansGa naar voetnoot161) in groote quantiteijt rijnse en franse wijn drincken, en dat deselve nogtans noijt eenige jigt hebben gehad; ende weder andere die haar leven nog Rijnse, nog franse wijn en drinken, en seer swaar met de jigt gequelt sijnGa naar voetnoot162). Ga naar margenoot+Uijt dese t'samenstremminge off veranderinge vande soutfiguiren inde wijn konnen wij ons selven nog meer als hier voren is geseijt, versekeren, datter in een goet wel gestelt Lichaam geen soutdeelen van de wijn tot ons bloet overgaan, en voornamentlijk als wij vast stellen, dat onse Maag, ende Darmen tot geen ander eijnde geschapen zijn, als ten eersten, om de spijs te verbrijselen. Ten anderen omme de groftste deelen in deselve te samen te stremmen, ende ten derden omme de dunste stoffe vande niet te samen gestremde, ende de verbrijselde spijs aff te senden, om alsoo tot voetsel van ons Lichaam te verstrecken. Ende alhoewel ik wel weet, dat UE Hoog Ed: Heeren meerder gedient sijt met een goede observatie, dan met een geheel volumen van consideratienGa naar voetnoot163), alsoo het laatste alleen, maar een werk is vande Herssenen, soo heb ik egter weder alhier eenige van mijne consideratien tusschen gelast, om dat ik mij inbeeld, datGa naar voetnoot164) bij aldien ik bequaam was om wel te oordeelen, meerder ligt uijt mijne observatien soude konnen scheppen, als anderen die van sodanige stoffe niet gehoort veel min gesien hadden. | |||||||||
assert with greater confidence than before that the salt in wine is not the cause of gout. We see this fact corroborated day after day, for it is common experience that people who regularly drink large quantities of Rhenish and French wines have never suffered from gout at all, whereas others who never in their lives drink either Rhenish or French wine are heavily afflicted with goutGa naar voetnoot81). Because of this coalescence or change of the figures of salt in wine we can be even more certain than averred earlier, that no particles of salt penetrate from wine into the blood of a healthy body, especially when we consider that our stomachs and intestines were created for no other purpose than, firstly, to break up our victuals into small fragments, secondly, to cause the coarsest components of the same to agglomerate and, thirdly, to disseminate the thinnest constituents of the non-agglomerated, together with the disintegrated, victuals so as to nourish our bodies. Ga naar margenoot+Although I am well aware that your Honours are better served by an accurate observation than with a whole volume of speculationsGa naar voetnoot82) since these are nothing but brain-work, I have nevertheless again interspersed in this missive some of my reflections, because it seems to me that, if I am qualified to judge at all, I am in a better position to draw conclusions from my observations than would be others who had never heard of such matter, let alone seen it. | |||||||||
Ik hadde ook mede int eerst gedagt mijne aanteijkeninge van observatien van verscheijde souten hier nevens te senden, maar omme dat ik bekommert ben, dat ik op eene tijt UE Hoog Edele Heeren met mijn te veel schrijvens soude als overladen, sal ik afbreeken, ende onder des na presentatie van mijn onderdanigste dienst blijven
Hoog Edele, Hoog Geleerde, ende Wijt Vermaarde Heeren
UE Hoog Edele Ootmoedige en
Antoni van Leeuwenhoek
P:S Ga naar margenoot+Na het voltreckenGa naar voetnoot165) deses open ik een Teeff off Vrouwelijken Hond, en hebbe inde Baarmoeder off om eijgentlijk te spreeken in beijde de Tuben, een groote quantiteijt mannelijk Saat van een Hond ontdekt: waar van in toecomende breder. | |||||||||
It had been my intention to append my notes on observations of various salts, but, fearing lest I should overburden your Honours with too many of my writings at a time, I shall break off and, after submitting my humblest service to Your Highly Esteemed, Very Learned and Illustrious Sirs, I subscribe myself
Your Honours' very humble and obliged servant
Antoni van Leeuwenhoek.
Ga naar margenoot+P.S. After concluding this, I opened a bitch, or female dog, and found in its womb, or let it rather be said in both tubes, a large quantity of the male seed of a dog, of which I shall treat further on a future occasion. |
|