Alle de brieven. Deel 1: 1673-1676
(1939)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:
| ||
Korte inhoud:Mededeeling over ontdekte fout bij het onderzoek van ingedampte plantenaftreksels. Over levende wezens in water; over den azijn; over de techniek van het zenuwonderzoek; over ‘globulen’; voorloopige mededeeling over een door Leeuwenhoeck uitgevonden areometer. | ||
Letter No. 19 [13].
| ||
Published in:
| ||
Summary:A communication concerning a mistake in an examination of evaporated infusions of plants in water. Live creatures in water; vinegar; the method of examining nerves; ‘globules’. A preliminary notice about an areometer invented by Leeuwenhoeck. | ||
[d'Hr] H. Oldenbr.
Delff in Hollant den 20e Xmbr. 1675.
Mijn Heer.
UEdts aengenamen vanden 12e Augustij is mij wel geworden, waer in gesien dat uEdt mijn missive vanden 14e. Augustij wel hadt ontfangen,Ga naar voetnoot1 Ick heb met verlangen een tweede missive van UEdt te gemoet gesien, waer in ick gaerne soude verstaen hebben, hoe de Heeren curiuese Lieffhebberen mijne stellingen (die uE. aparent al sal gecommuniceert hebben) bevallen, want ick imagineer mij, dat ick tegenspreeckers sal hebben, tewijlGa naar voetnoot2 de speculatienGa naar voetnoot3, inde selve mijne missive vervat eenige vreemt sullen voor comen, mij sal sonderlinge dienst geschieden,Ga naar voetnoot4 soo mij de tegenwerpingen mochten toe comen. Ga naar margenoot+Ick kan niet naerlaten UEdt te adverterenGa naar voetnoot5 dat ick een groote misslach heb begaen, te weten, dat alvooren ick de souten van planten in mijn missive vanden 11e Febr. vermelt geobserveert heb, niet doorgaensGa naar voetnoot6 eerst het water heb geobserveert, ende dat omme de menichvuldige deeltgens en figueren die ick gesien heb dat int water drijven, als het wat stil gestaen heeft, en oock haerGa naar margenoot+ vertoonen als het water eenichsints is wegh gewasemt. Jck heb inde voorledene somer, veel observatien ontrent verscheijde wateren gedaen, en in meest alle menichvuldige seer kleijne bijsondere diertgens ontdeckt, waer van eenige ongeloofflijck kleijn waren, en dat buijten de diertgens die andere int water ontdeckt hebben, en die met den naem van watervloo off water luijs genoemt werden;Ga naar voetnoot7 | ||
[Mr. Oldenburg.
Delft in Holland, December 20th, 1675.
Dear Sir,
I received your honoured letter of August 12th in good order, from which I learned that you have received my letter of August 14thGa naar voetnoot1. I looked forward to another letter in order to learn the opinion of the Gentlemen Amateurs (to whom you will have communicated my writings by now) on my theses, for I expect to be contradicted, since the speculations set forth in my letter, will appear strange to some people. I will be greatly obliged if these objections are communicated to me. Ga naar margenoot+I cannot omit telling you that I have made a serious mistake, viz. that I did not always examine the water before observing the salts of herbs described in my letter of Febr. 11th, since the water contains a multitude of particles and figures that float therein, when it has been left for some time, and also when the water has evaporated somewhat. Last summer I carried out manyGa naar margenoot+ observations on various waters and discovered in most of them a great many small animals that are incredibly minute and different from the animals seen by others in water and are called water-fleas or water-liceGa naar voetnoot2. | ||
Ga naar margenoot+Jnde selve missive heb ick geschreven vande delen inde asijn, welcke asijn ick voor France wijn-asijn gecocht hadde, maer alsoo ick nu wedr de wijn asijn, die ick voor mijn menagie in mijn huijs gebruijck geobserveert heb, daer in heb ick bevonden beneffens de pijpjens verscheijde figuertgens,Ga naar voetnoot8 die ick insgelijcx inde wijn heb waer genomen, dit nu siende jmagineerde ick mij, dat de eerst geseijde asijn, geen oprechteGa naar voetnoot9 France wijn asijn en is geweest, maer dat deselvige toe gemaeckteGa naar voetnoot10 asijn was, alsoo op die tijt veel toe gemaecte asijn vercocht wiert,Ga naar voetnoot11 uijt oirsaeck dat de france wijn asijn beneffens andere france waren alsdoen verboden was in te comen.Ga naar voetnoot12 | ||
Ga naar margenoot+In the same letter I wrote about the particles in vinegar that I had bought for French wine-vinegar, but now I observed again the wine-vinegar that is used in my household, and therein I found, besides the tubes, various figures that I also saw in wineGa naar voetnoot3. Seeing this I believed that the vinegar aforesaid was not real French wine-vinegar, but was vinegar from hereGa naar voetnoot4, since much of this kind of vinegar was sold at that time, because the import of French wine-vinegar and other French wares was forbiddenGa naar voetnoot5. | ||
Ick heb in mijn missive vanden 7e 7mbr. 1674. geschreven vande nervo van het wijt verspreijde seste paer ontrent de Longe-pijpGa naar voetnoot13 van een koebeest afgesneden, jck kan niet naerlaten te adverteren,Ga naar voetnoot5 dat ick de geseijde nervo, voor mijne observatien een weijnich op een schoon papier hadde te droogen geleijt, omme redenen dat deselvige des te beter aen dunne schibbetgensGa naar voetnoot14 soude connen gesneden werden. Ick heb in mijn missive vanden 26 Maert 1675 geschreven vande pori inde ribbetgens van een Eijcken bladt, ick kan niet naerlaten UEdt mede te adverterenGa naar voetnoot5, dat de geseijde bladeren die ick observeerde droogh waren, Ende inde groene bladeren heb ick mijne speculatienGa naar voetnoot15 vervolght Ga naar margenoot+Ick heb oock verscheijde malen geschreven van lichamen die uijt globule bestaen, verstaet daer bij geen volmaeckte ronde globule, maer laet wij ons inbeelden, een parti blasen van dieren, volcomen ront, gevolt met water, ende dat dese blasen nevens malcanderen op de aerde leggen, deselve blasen sullen in ons oogh volcomen ront sijn, maer dat deel vande blaes dat op de aerde leijt, en sal niet ront sijn, maer het sal sich met dat deel dat de aerde beslaet,Ga naar voetnoot16 platachtich na dat de aerde gestelt is voegen, en bij aldien men een groot getal vande geseijde blasen, in een groot ledich vat, over hoop smeet, off vast packte, soo soude de geseijde ronde blasen, haer voorgaende rondicheijt niet behouden, maer deselvige blasen, souden sich seer naeuw in malcanderen schicken en vougen, sonder eenige ledige plaets tusschen beijden te laten, ende alsoo ijder blaes een bijsondere gedaente aennemen, uijt oorsaeck dat alle de geseijde blasen seer buijgsaem sijn, dese verbeelde blasen leggende gepackt in een ton noem ick globule, als wel naest over een comende met een globule, want de bovenste delen vande lichamen, soo deselve sacht sijn, als vlees etc. sullen sich altijts in rondicheijt hoe kleijn deselve oock sijn moeten opgevenGa naar voetnoot17, gelijck oock het deel vande bovenste blasen, die in een vat leggen, ront sullen sijn; dit connen wij oock seer klaer waernemen inde kuijt greijnen van Visschen. | ||
In my letter of September 7th 1674 I wrote about the sixth pair of nervesGa naar voetnoot6 that was cut off at the wind-pipe of a cow. I cannot omit telling you that I had laid the said nerve for my observation for a time on clean paper to dry, in order to cut the same into very thin sections more easily. In my letter of March 26th 1675 I wrote about the pores in the ribs of the leaves of the oak. I cannot omit telling you that the said leaves that served for my observations were dried ones and that I continued my speculations with the green leaves. Ga naar margenoot+Several times I wrote about bodies consisting of globules, but we must not imagine perfectly round globules, but a number of bladders of animals, perfectly round, filled with water, and those bladders lying one next to the other on the earth. These bladders will appear perfectly round to the eye, but the part of the bladder that rests on the earth will not be round; but the part that touches the earth will be flattened in conformity with the earth; and if a large number of these bladders were thrown into an empty barrel or packed tight therein, the round bladders would not maintain their shape, but the said bladders would adapt themselves and press together very closely, no empty spaces remaining between them. Therefore every one of them would have a different shape, being all the said bladders very flexible. These bladders, which I imagine lying in a barrel, I call globules, for they resemble globules very closely, for the upper part of bodies, if these be soft, will always maintain their round shape however small they may be, likewise as the bladders that are uppermost in the barrel will be round. This is also very clearly visible in the grains of the roes of fishes. | ||
Dit is dan dat ick UEdt tot narichtingeGa naar voetnoot18 van mijn voorgaende missiven hebbe goet gedacht toe te laten comen, in considerat[ie] offmen mijne observatien trachte na te spueren. Ga naar margenoot+Ick heb inde voorledene na Somer geinventeert glaesjens omme de stoff swaerheden,Ga naar voetnoot19 tusschen alle wateren te connen na spueren, en ontdecken, en heb onder andere glasen die met ⅛ aesGa naar voetnoot20 ofte 1/81920 pond swaerheijt 3. duijm diep int water neersincken, die ick aen verscheijde Heeren lieffhebberen, die mij sijn comen besoecken met groot genoegen heb vertoont, doch ick hadt niet min vermaeck wanneer ick ontrent een maent geleden hadt becomenGa naar margenoot+ de transactie No. 115. alwaer ick uijt de figueren in het selvige sach dat de Heer Boile diergelijcke glasen geinventeert had, en dat deselvige Heer sijn gedachten, veel hooger hadden gestreckt dan de mijnen,Ga naar voetnoot21 namentl. dat deselve niet alleen bequaem waren omme het verschil van stoffswaerheijt tusschen de vochtige materien te ontdecken Maer datmen door deselvige het assaijGa naar voetnoot22 vande miniralien soude gevonden werden, dat ick beken, dat een seer groote nutte saeck is, dit laeste heb ick (alsoo tot mijn leetwesen het Engelsch niet en versta, en in dese stadt niemant en kan, die de bequaemheijt heeft, omme mij het in duijtschGa naar voetnoot23 over te setten,) alleen uijt de figueren gesien. Ick verlangh onder tusschen occasie te hebben, wat de Heer Boile daer over geSr.Ga naar voetnoot24 | ||
This is what I thought necessary to send you in addition to my previous letter, for the further information of those who wish to inquire into my observations. Ga naar margenoot+In the previous autumn I invented little glass vessels for the investigation of specific gravity in all waters, and showed some of these glasses, that sank three inches with a load of ⅛ of an aceGa naar voetnoot7 or 1/81920 lb. with great pleasure to some of the Gentlemen Amateurs that came to visit me. But I was no less pleased when about a month ago I received Transaction No. 115Ga naar voetnoot8 in which IGa naar margenoot+ saw by the figures that Mr. Boyle had invented similar glasses and that the said gentleman had thought much farther than I did, to wit that the said glasses could not only serve to detect the difference in specific gravity of various liquid substances, but that with the same the assay of minerals could be found, which I admit is a very important question. This last possibility (since to my regret I do not understand English and in this town there is nobody who is able to translate it into Dutch for me) I inferred from the figures only. I desire to learn what Mr. Boyle says on this | ||
heeft, Ick heb een weijnich daer van geseijt ende dat aende Heer van Zuijlichem eenige tijt geleden toe gesonden, ende de proportie tusschen twee en meer glasen gestelt,Ga naar voetnoot25 want ick verbeeltmij niet doenlijck te sijn, twee off meer glasen van een ende deselve groote en dunte van het pijpje te maken. Mijn Heer dit is tgeene dat ick uEdt goet gedacht heb toe te laten comen, jck sal onder des na presentatie van mijn geringen dienst blijven,
Mijn Heer
UEdts ten Hooghst Verplichten Dr:
Antonj Leeuwenhoeck | ||
subject. I touched on the matter in a letter to Mr. van Zuijlichem in which I gave the proportion of two or more glasses, for I imagined that it was not possible to make two or more glasses having the same size and thickness of the tube. Sir, this is what I thought well to communicate to you, and I remain
Your obliged servant,
Antonj Leeuwenhoeck.] |
|