Alle de brieven. Deel 5: 1685-1686
(1957)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||
Korte inhoud:Onderzoek van verschillende zouten, o.a. in planten, en hun kristalvormen. Leeuwenhoek spreekt weer over zijn mechanistische theorie van de smaakgewaarwordingen. | |||||||
Figuren:De oorspronkelijke 17 figuren zijn verloren gegaan. | |||||||
Opmerkingen:Leeuwenhoek heeft deze brief niet met eigen hand geschreven, hij heeft hem slechts ondertekend. In de tweede druk is deze brief abusievelijk gedateerd: 23. Januarij 1679. | |||||||
Letter No. 83 [44].
| |||||||
Published in:
| |||||||
Summary:Examination of different salts, as in plants, and their crystals. Leeuwenhoek again discusses his mechanistic theory of gustatory perceptions. | |||||||
Figures:The original figures have been lost. | |||||||
Remarks:This letter is not an autograph, but was signed by Leeuwenhoek. In the second edition this letter was wrongly dated 23 January 1679. | |||||||
Delft in Holland den 23 januarij 1685.
Hoog Edele, Hoog Geleerde, ende seer vermaarde Heeren
Mijn Heeren die vande Conincklijke Societeijt in Londen, Sij alle Heijl en Segen.
Mijn laatste alderonderdanigste aan UE Hoog EdeleGa naar voetnoot1) is geweest den 5o januarij 1685Ga naar voetnoot2). Waarinne vervat sijn, mijne observatien vande Souten inden Asijn ende Wijn; die ik niet en twijffel off deselve sullen wel ontfangen sijn. Hier nevens gaan nu eenige van mijne observatien, ontrent de Souten daar van ik in mijne laatste mentie van gemaakt hebbe; die ik wil hoopen dat UE Hoog Ed: sullen behagen.
Sout van Carduus Benedictus. Ga naar margenoot+Ik heb het sout van Carduus BenedictusGa naar voetnoot3) uijt den Apotheecq laten halen; dit sout was een weijnig vogtigh, en wanneer ik hetselvige dus observeerde was daar voor mijn gesigt sodanigen verwarring van deelen dat ik geen het minste bescheijt daar van | |||||||
Delft, in Holland. 23rd January 1685.
Very noble, learned and illustrious Sirs,
My salutations to the Gentlemen of the Royal Society of London.
My last humble missive was addressed to your HonoursGa naar voetnoot1) on 5th January 1685Ga naar voetnoot2), describing my observations of the salts occurring in vinegar and wine, which are now doubtless in your possession. I now send you some of my observations concerning the salts mentioned in my last letter which, I hope, will be agreeable to your Worships.
Salt of Carduus benedictus. Ga naar margenoot+I obtained salt of Carduus benedictusGa naar voetnoot3) from the chemist's; this salt being somewhat damp, the picture it presented under examination was so confused that I was quite unable to distinguish | |||||||
sien kondeGa naar voetnoot4). Ik heb dit sout opgeslooten in een nieuw glas sodanig dat selfs de vogtigheijt die aan het sout was, niet en konde wegwasemen. Dit sout soo eenige dagen geslooten gestaan hebbende, heb ik dat, soo int glas sijnde gaan observeren, ende gesien, dat veele soutdeelen aan het glas waren gestremtGa naar voetnoot5) en onder andere platte langwerpige figuirtgens van verscheijde grootheden, waar van de grootste haar langte was, van ontrent de diameter van eenGa naar margenoot+ Hair van mijn BaardGa naar voetnoot6), als No 1 fig: F. Op een ander plaats lagen dese soutdeeltgens wat dicker, soo dat ik seer bescheijdelijkGa naar voetnoot7) haar dikte konde bekennen, daarGa naar voetnoot8) ik aande voorgaande gants geen dikte sien konde, als fig: GGa naar voetnoot9). Op een andere plaats lagen de eerst geseijde dunne platte soutdeeltgens, wel op ende nevens malkanderen als fig: H. Ik heb dit sout int water geleijt, omdat het smeltenGa naar voetnoot10) soude, en van dit water genomen ontrent de groote van twee geerst greijnenGa naar voetnoot11), ende dat selvige wijt uijtgespreijt, off laten loopen, ende het selvige soutwater, dus in sijn beweginge continuelijk observerende, bevond ik dat daar niet alleen, de voorverhaalde figuirtgens mijn te voren quamen, ofte aldaar uijt het soutwater stremden, maar dat alhier seer veel figuirtgens gemaakt wierden, die dun en lang waren, en nogtansGa naar voetnoot12) aande eijnden spits toelopende als fig: I. welke figuirtgens mij in mijne voorgaande observatien mede wel te voorschijn waren gekomen, maar op verre na soo veel niet: dog andere daarnevens leggende, waren soo lang niet, maar wat breder soo dat haar eijnden soo spits niet en waren | |||||||
the shapes of the particles. I enclosed this salt in a new glass in such a way that even the moisture in the salt could not evaporate. Having thus left it standing enclosed for a few days, I began to examine it as it was in the glass, and noticed that many particles of salt had adhered to the glass, including flat oblong particles of various sizes, the length of the largest being about equal to theGa naar margenoot+ diameter of a hair of my beardGa naar voetnoot4), as in No. 1, fig. F. At another place these particles of salt were somewhat thicker, so that I could very clearly discern their thickness, whereas I could detect no thickness at all in the former; see fig. GGa naar voetnoot5). Elsewhere, the first-mentioned thin, flat particles lay heaped one upon, or beside, another, as in fig. H. I put this salt into water so that it should dissolve, and took from this water a quantity equal to about two grains of milletGa naar voetnoot6) which I spread out well or let it run; and keeping the said salt water, in its movement, under constant observation, I found that not only did the particles previously referred to become visible or separate out from the salt water, but that many particles were formed there which were thin and long and yet tapering at the ends, as in fig. I. I had noticed these figures in my previous observations; but in nothing like the same numbers. There were, moreover, other figures lying beside them, shorter but somewhat broader, and thus tapering to a blunter point, as in fig. K. I also saw | |||||||
als fig: K. Ik sagh ook eenige netteGa naar voetnoot13) viersijdige figuirtgens leggen als fig: L. aan dewelke ik gansch geen dikte en konde bekennen, ook mede viersijdige piramidaalsche figuiren, als off het ons gemeen sout hadde geweestGa naar voetnoot14) als fig: M. Dog alle dese saaken most ik waarnemen, eer dat het water was weggewasemt, om dat daar int wegwasemen soo een groote meenigte van deelen te voren quamen die sodanigen verwarringe aan alle de seer nette verhaalde figuirtgens aanbragten, en eenige soo schielijk en irregulier groot wierden, datmen daar geen besluijt van konde maken. Naderhant sprak ik met een apothecar van het maken van het sout van Card: benedictus, die mijn versekerde, dat meest alle de apotheken haar sout datse voor Sal: Card: bened: vercopen maar een mengelmoes van verscheijde gebrande stelen van kruijden was, ende dat hij nu een weijnig opregte Sal: Card: benedictus vers hadde gemaakt, waar van ik wat mede nam, ende hetselvige observerende, sag, dat het bestont uijt ongeschikteGa naar voetnoot15) seer kleijne rondagtige deelen, en ijder deeltge scheen mij weder te bestaan uijt rontagtige deelen. Ik heb het selvige aanstonts gaan examineren, ende gesien, dat daar seer vaardigGa naar voetnoot16) gemaakt wierden, een overgroote meenigte vande figuiren, die aan beijde de eijnden waren spits toelopende, als hier voren met fig: I is aangewesen; na verloop van ontrent 24 uijren, sag ik verscheijde platte figuiren als F en H. dog als ik dit Sal: in regenwater hadde te smelten geleijt, en dit water mede dun verspreijt voor mijn gesigt brengende, sag ik dat daar aanstonts gemaakt wierden alle de bovenverhaalde figuiren dog die van K L M staken in een overgroot getal boven de andere uijt. Ja ik oordeelde, dat ik inde quantiteijt nat, van geen aas swaarte, meerder figuiren sag, als wij met ons bloote oogen sterren aanden Hemel konnen sien, Gelijk nu alle dese figuiren seer doorschijnende waren, ende seer net, soo lang als sij nog water ontrent haar hadde; soo ongeschikt wierden deselve door de toestremminge van andere deelen, als het water altemaal wegwasemde. | |||||||
some perfect four-sided figures, as in fig. L, in which I could detect no thickness at all, and likewise four-sided pyramidal particles resembling our common saltGa naar voetnoot7), as in fig. M. I had, however, to observe all these things before the water had evaporated; for during the evaporation so great a multitude of particles revealed themselves, causing such confusion among the well-defined figures I have described, and some of them growing so rapidly and irregularly, that I could not come to any conclusion. Some time after this I discussed the making of salt of Carduus benedictus with an apothecary, who told me that the salt most of his colleagues sell as Sal Cardui benedicti was nothing but a mishmash of the burned stalks of various herbs, and that he had now freshly made, genuine Sal Cardui benedicti. Of this I took some along with me, and on observing it, found that it consisted of minute, irregular, roundish particles, each of which seemed to me in its turn to consist of spherical particles. I at once proceeded to examine this salt and found that an enormous number of the particles tapering at both ends as shown in fig. I, were very rapidly being formed in it. After about 24 hours I noticed several flat figures as reproduced by F and H, but when I had placed this salt in rain-water to dissolve, and had spread this water in a thin layer, I saw that all the above figures were being formed there, though with a great preponderance of those represented by K, L and M. Indeed, I judged that, in a quantity of liquid weighing less than an ‘ace’, I saw more particles than the number of stars we can see in the heavens with the naked eye. And as long as these particles were surrounded by water, they were very transparent and quite distinct; but once all the water had evaporated, their shapes became irregular, owing to the adherence of other particles. | |||||||
Sout van Alsem. Ga naar margenoot+Ik heb het Sout van Alsem geobserveert, soo als het inden Apotheecq in vlessen bewaart wertGa naar voetnoot17), maar daarinne niet noterens waardig konnen sien. Ik heb dan hetselve int water te smelten geleijt, ende dit water observerende, heb ik daar in aanstonts ontdekt, een overgroote meenigte vande figuirtgens, die aan beijdeGa naar margenoot+ de eijndenGa naar voetnoot18) scharp toeliepen als No 2 fig: A.Ga naar voetnoot19) dog op een anderGa naar voetnoot20) waren dese figuirtgens minder, maar daar lagen dan weder een onbegrijpelijkeGa naar voetnoot21) seer groote meenigte vande fig: B. als ook eenige weijnige figuiren met 6 sijden als fig: C. ende eenige platte quadraatgens als fig: D. ende ook eenige seer weijnige figuiren als off wij triangels sagen, wiens hoeken afgekort waren als fig: E. dog daar het water lang hadde blijven staan, wierden verscheijde sessijdige figuiren gemaakt, die soo groot waren als kleijne sandjens, en onder anderen als fig: F. en ook wel vierkante stukjens sout, als off wij een vierkand spiegeltge met een lijst daarom sagen, als fig: G.
Aluijn. Ga naar margenoot+Ik heb aluijnGa naar voetnoot22) in regenwater gelegt, ende dit aluijnigh water observerende, vernam ik aanstonts seer uijtstekendeGa naar voetnoot23) kleijne figuirtgens, welke haar basis, een seer nette seshoekGa naar voetnoot24) was en lopende de sijden piramidaals op, als off wij ons inbeelden te sien, | |||||||
Wormwood salt. Ga naar margenoot+I have examined the salt of wormwood, as kept in bottles by the chemistGa naar voetnoot8), but could find nothing worthy of note in it. I then dissolved it in water, and, observing the water, I at once discovered an enormous number of the figures tapering sharply at both endsGa naar voetnoot9),Ga naar margenoot+ as shown in No. 2, fig. AGa naar voetnoot10); in another place there were fewer of these figures, but instead there appeared an incredibly great multitude of those shown in fig. B, as well as a few with six sides as in fig. C, some small flat squares (fig. D), and also here and there a very few like triangles with truncated angles, as in fig. E. When, however, the water had been standing for a long time, several hexagonal figures were formed, the size of a small grain of sand, some like fig. F, and also square pieces of salt, which I might liken to a tiny square mirror in a frame, as in fig. G.
Alum. Ga naar margenoot+Having placed alumGa naar voetnoot11) in rain-water, and observing this alum-water, I soon noticed some very remarkable small figures the base of which was a perfect hexagonGa naar voetnoot12), the sides running up pyramidically, calling to mind a very fineGa naar voetnoot13), pure, pointed, hexagonal | |||||||
een seer nette suijvere puntige sessijdige diamantGa naar voetnoot25), als No. 3.Ga naar margenoot+ fig: AAA.Ga naar voetnoot26) ende dat van verscheijde grootheden, ende ook eenige aan dewelke ik gantsch geen verheventheijt en konde bekennen als fig: BB. Ook mede sag ik wel sessijdige figuirtgens leggen, die ongeschikt waren als fig: C en D. maar als het water begonde weg te wasemen, soo wierden lange blocken aluijn gemaakt als fig: E. ende dan stremden alle de figuiren wel soo groot als santgens; ende daar bij namen deselve in soo een ongeschiktheijt toe (en voornamentlijk daar het water wat veel bij een lagh) dat men aan eenige, weijnig bescheijt konde sien. Mijn is ook wel te voren gecomen sessijdige platte figuiren als F. indewelke int midden lagh, een seer net sessijdig figuirtge dat piramidaals was.
Salpeter. Ga naar margenoot+Ik heb salpeterGa naar voetnoot27) int water geleijt en dit water observerende sag ik door het selvige drijven, eenige weijnige lange deeltgens | |||||||
diamond, as No. 3. fig. AAAGa naar voetnoot14); they were of different sizes; andGa naar margenoot+ also some on which I could detect no elevation whatever (fig. BB). I also saw some hexagonal figures of irregular shape, as in fig. C and D; but when the water began to evaporate, long blocks of alum were formed as in fig. E; and then all the figures coalesced until they became quite as big as grains of sand and at the same time so irregular in shape (especially where there was an accumulation of water) that some became difficult to distinguish. I did also notice hexagonal flat particles as shown in fig. F, with in the centre a well-defined hexagonal-pyramidal figure.
Saltpetre. Ga naar margenoot+Placing saltpetreGa naar voetnoot15) in water and examining the latter, I saw a few long particles floating in it, with no thickness at all, so far | |||||||
aan dewelke ik gantsch geen dikte en konde bekennen als No 4Ga naar margenoot+ fig: A.Ga naar voetnoot28) welke deeltgens in groote voor mijn gesigt toenamen sonder dat ik eenige de minste deeltgens, waar uijt dese grootmakinge geschiede konde bekennen, maar daar het water op eenige plaatsen begonde weg te wasemen, vernam ik veel figuirtgens, welkers grondGa naar voetnoot29) uijt vier sijden bestonde, die piramidaals opliepen, in gedaante als off wij viersijdige puntige diamanten sagen, als ook mede lagen daar wel figuirtgens, die maar drie sijden hadden, dog dese laatste waren seer weijnigh, dog daar het water wat dik lagh, wierden gemaakt seer nette figuirtgens als off het vierkante stokgens geweest waren, die ik soo als deselve mij voor het oog quamen heb afgeteijkent als C.D.E. welke laatste figuirtgens met malkanderen, geen grooter plaats en besloegen, off een groff sant soude die konnen bedekt hebben, maar op een andere plaats waren die wel hondertmaal kleijnder. Dese lange deeltgens salpeter, heb ik veel maal met vermaak aanschout, en dat om de meenigvuldige seer nette Cristalline figuirtgens, die soo overhoop door malkanderen lagen als off het uijt den Hemel Cristalline vierkante balkjens van verscheijde langte en dickte geregent hadde.
Vitriool de Cipres off Blaauw Vitriool. Ga naar margenoot+Ik heb Blaauw Vitriool of Vitriool de CipresGa naar voetnoot30), in schoon regenwater geleijt, en dit water door een Microscope voor het gesigt gebragt, ende eenigen tijt hetselvige beschout hebbende, sag ik boven op het water komen figuirtgens, die soo helder en doorschijnende waren als off het Cristal hadde geweest, aan dewelke ik geen dikte konde bekennen, om dat deselve alsGa naar voetnoot31) met de | |||||||
Ga naar margenoot+as I could discover (No. 4, fig. AGa naar voetnoot16)), and visibly growing before my eyes, though I could find no trace of any small particles whose coalescence might account for this growth. Here and there, however, where the water was beginning to evaporate, I saw many particles consisting of a pyramid on a four-sided base resembling four-sided pointed diamonds, among which there also lay - though very few in number - some particles with only three sides. Very clearly defined figures were formed in places where there was a slightly thicker layer of water; they were like little square sticks, and I have drawn them just as they appeared to me in C D E. All these latter minute figures together occupied no more space than could be covered by a coarse grain of sand; but in another place they were at least a hundred times smaller. I have often contemplated with pleasure these long particles of saltpetre, the jumble of manifold very pure crystalline figures looking for all the world as if the Heavens had rained tiny crystalline square beams of different lengths and thicknesses.
Blue vitriol. Ga naar margenoot+I placed blue vitriolGa naar voetnoot17) in clean rain-water and examined this water under a microscope. After having watched it for some time I saw small particles appearing on top of the water, as clear and transparent as if they had been crystals, and apparently having no thickness, because they were floating, as it were, on the surface | |||||||
superfitie van het water gelijk dreven, hebbende meest alle deGa naar margenoot+ eijnden scheuijns als No 5 fig: A.Ga naar voetnoot32). Dese figuirtgens namen in korten tijt, in groote seer toe, ja sodanig dat deselve in 2 a 3 minuten tijts wel 100 maal grooter wierden, behoudende nogtans deselve gedaante: want sij namen soo wel in langte als in breete toe. Maar als verscheijde deeltgens malkanderen op sij dreven, en soo d'een de andere quamen aan te raken, wierden deselve ongeschikte groote figuiren die dan haar Cristalline wesen verlooren, en een blaauwe Couleur aannamen, andere waren korter, ende hadden de figuiren van B. Ik heb van dese figuirtgens, eenige soo kleijn gesien dat ik oordeelde na de calculatie die ik daar van quam te maken, dat die meer dan 28000 maal dunder waren als een Hair dat ik uijt mijn hooft trokGa naar voetnoot33). Maar als ik dit water daar de vitriool in gesmolten was, heel dun gespreijt voor mijn gesigt bragt, maakten het soo wondere figuiren, dat daar geen de minste staat op te maken wasGa naar voetnoot34). Ook mede is mij meest doorgaans te voren gekomen, dat dese Vitriool met water vermengt, schoon ik die in het suijverste glas hadde gedaan, dat deselve soo van een separeerde, en in globulagtige deelen als tesamen stremden, als of men Olij onder Water vermengt hadde ende dat het water vande olij separeerde, maar als de verhaalde figuiren langsaam in veel waters voortquamen, namen deselve in groote met trappen toe, als bij exempel, daar was gemaakt een viersijdig figuirtge, welk figuirtge als opgeheven wierde, met het stremmen ofte te samen voegen vande vitriool die een rand maakte om het eerste figuirtge, ende dit wiert niet eens, maar bij wijlen wel tot 15 a 16 maal gecontinueert, schoon het vitriool deeltge niet grooter was als een santje, in somma het scheen een net verhevenGa naar voetnoot35) geschaaft lijstwerk | |||||||
Ga naar margenoot+of the water, the ends of all of them, with very few exceptions, slanting as in No. 5, fig. AGa naar voetnoot18). They grew enormously in a short space of time, so much, in fact, that within two to three minutes they had become quite a hundred times larger, yet retaining their shape, for they grew both in length and in width. When, however, several particles jostled each other, one thus touching the other, they became large, irregular particles which, while losing their crystalline character, became blue in colour; others were shorter, and shaped as shown in fig. B. Some of these particles were so small that, from calculations I made, I found that they were more than 28,000 times thinner than a hair I pulled out of my headGa naar voetnoot19). When, however, I inspected a very thin layer of this water in which the vitriol was dissolved, the particles I saw were so extraordinary that it was impossible to come to any conclusion about them. Another fact which I generally noted was that, although I had been careful to place this vitriol mixed with water in scrupulously cleaned glass, it separated out and collected into globular particles, just as if one had mixed oil and water and the water had separated from the oil. If, however, these same particles emerged gradually from plenty of water, they grew in stages; for example, where a four-sided figure was formed it was, as it were, lifted up as a result of the coalescence of the vitriol which formed a border around the original figure. And this happened not once, but sometimes was continued fifteen to sixteen times, although the particle of vitriol was no larger than a small grain of sand. In a word, it had the appearance of a neatly profiled, ground and polished frame, in most cases | |||||||
behoudende meest doorgaans de grond, de gedaante vande ommetrek, die het figuirtge hadde, doen het kleijn was, en soodanige figuiren, als ook de heele kleijne, stelde ik vast, dat een holligheijt hadden; want sodanige figuiren wierden niet gemaakt midden in 't water, maar met haar gront aan het glas, daar deselve vast tegen aan saten.
Liquor Tartari. Ga naar margenoot+Ik heb Liquor Tartari int water geleijtGa naar voetnoot36), off met het selve vermengt, en dit vermengde eenige tijt laten staan, op dat de vuijle materie, die onder de Liquor Tartari was, soude sincken. Dit vermengde water observerende, sag ik dat daar aanstonts kleijne lange deeltgens gemaakt wierden, seer na gelijkende door een gemeen vergrootglas, als off het afgeraseerde Hairen van eenGa naar margenoot+ baard waren als No 6 fig: A.Ga naar voetnoot37). Dese dreven tegen de superfitie van het water, waar van eenige in langte breete en dikte toenamen, als fig: B. ende ook wel als fig: C hebbende veele van deselve twee scheuijnse eijnden, dog andere hadden een scheuijns eijnd, ende het andere eijnde liep spits toe, als fig: D. Dese figuiren namen op eenige plaatsen in sodanige groote toe, dat deselve door een vergrootglas als boven geseijt, wel een vinger lang scheenen, dog deselve waren dan gantsch ongeschikt te samen gestremt, en nog meer, wanneer veel sodanige groote deelen in een weijnig spatie bij malkanderen lagen. | |||||||
retaining the original outline of the particle when it was small. I also discovered that there was a cavity in such particles, even the very small ones, for these figures were not formed in the middle of the water, but with their bases firmly attached to the glass.
Liquor tartari. Ga naar margenoot+I put liquor tartariGa naar voetnoot20) into, or mixed it with, water and allowed the mixture to stand for some time to allow impurities contained in the liquor tartari to settle down. Examining this mixture, I saw that small long particles were immediately being formed, which, seen through an ordinary magnifying glass, closely resembled the cropped hairs of a beard, as in No. 6, fig. AGa naar voetnoot21). These floated up against the surface of the water, some of them increasing in length, widthGa naar margenoot+ and thickness, as in fig. B; others again as in fig. C, many of them slanting at both ends, but some slanting at one end and tapering to a point at the other, as in fig. D. In some places these particles grew so large that, if viewed through a magnifying glass as stated above, they seemed to be as long as a finger, but these were jumbled together in a disorderly fashion, especially if many of such large particles lay together within a small space. | |||||||
Moscovische Potas. Ga naar margenoot+Ik heb Moscovische potasGa naar voetnoot38) in regenwater geleijt, ende na dat die soo eenige weijnige uijren gestaan hadde, dit water geobserveert, en hebbe gesien, dat daar aanstonts gemaakt wierden Langwerpige figuirtgens, seer na de gedaante hebbende als offGa naar margenoot+ wij ons inbeelden te sien kleijne weversspoeltgens als No 7 fig: A. Dese deeltgens waren soo kleijn, dat ik oordeelde dat deselve wel duijsent maal dunder waren, dan een hair van mijn hooftGa naar voetnoot39), dog als deselve wat grooter wierden, namen die de figuir van B. aan. Alsmede sag ik wel een figuirtge voortkomen, dat ses sijden hadde, die piramidaals opliepen, als off wij ons selven inbeelden te sien, een sessijdige puntige diamant, als fig: C. dog dese waren seer weijnig int getal, soo datter vande eerste soort wel 1000 waren, daar vande fig: C. maar een was. Ook sag ik verscheijde figuirtgens drijven, die langwerpig [waren], en vier effene off gladde sijden hadden als fig: D. ende eenige seer weijnige figuirtgens die een nette quadraat uijtmaakten als fig: E. Des anderendaags heb ik nog meerder potas bij het water gedaan, om het water starcker te | |||||||
Muscovite potash. Ga naar margenoot+Having placed Muscovite potashGa naar voetnoot22) in rain-water and allowed it to stand for a few hours, I examined this water and saw that oblong particles were immediately being formed, looking very much like tiny weaver's shuttles (No. 7, fig. A). These particles were so minute that I judged them to be quite a thousand times thinner than a hair of my headGa naar voetnoot23), but as they grew a little in size theyGa naar margenoot+ assumed the shape of B. I also saw a particle with six sides rising pyramidically, which may best be visualized by imagining a six-sided pointed diamond, as in fig. C; but they were very few in number, there being one of these to every thousand of the former. I also saw several oblong floating figures with four even or smooth sides, as in fig. D, and a very few forming a perfect square (fig. E). Next day I added more potash to the water to make it stronger and, | |||||||
hebben, en dit water (dat ontrent 10 uijren gestaan hadde op dat het klaar soude werden) observerende, heb ik aanstonts een overgroote meenigte van uijtstekende kleijne figuiren te voorschijn sien komen, als E. die een vierkant uijtmaakten, als ook die sessijdig waren als fig: F. dog de meeste alle geen nette sessijdige figuiren, maar de meeste waren wat langagtig. Dese twee laatste deeltgens sag ik soo kleijn dat ijder van deselve geen 1/1.000.000.000 van een groff santGa naar voetnoot40) souden konnen halen, ende daar beneffens de hier voren eerst geseijde figuiren, als ook eenige seer weijnige die de fig: van G hadden. Dit was mede voor mij geen kleijn vermaak omme te beschouwen, (hoewel mijn oogen wel moede wierden van soo lang te sien) want daar ik de eene tijt niet anders sag, als een helder Cristallijn water, sag ik eenige minuten daar naar een onbegrijpelijke seer groote meenigte vande verhaalde figuirtgens te voorschijn komen, die inden beginne soo kleijn waren, datter gantsch geen figuir aan te bekennen was, en om soo te spreeken een ogenblik daar na begon ik aande fig: te twijffelen, en weder een ogenblik daar na konde ik al een nette figuir bekennen. Dog wanneer ik dit water off Loogh, daar in de potas hadde gelegen, dik op een liet leggen, stremden uijt het selvige soo veelderhande bijsondereGa naar voetnoot41) figuiren, die niet alleen lengte en breete, maar ook dikte hadden, dat deselve alteveel waren, om die af te teijkenen; als vierkant, langwerpig vierkant, anders geseijt parallellogram, ruijt, driehoek, verscheijde seshoeken, scheeffhoeken, in somma sij en sijn niet alle te noemen, waaronder veele soo dik, als die lang off breet waren. En gelijk dese verhaalde figuiren seer schielijk in droog en helder weder gemaakt wierden, schoon het water niet al te stark van sout was, soo ligt veranderde deselve in vogtig off dampig weder, wederom in een waterige Materie. Dog als het seer helder off droog weder was off dat ik eenige warmte bij het water bragt, wierden bij na geen andere figuiren gemaakt, als die hiervoren met A. sijn aangewesen; en wel voornamentlijk daar het water wat dun was. Seeker Doctor over eenige jaren met mijn sprekende, seijde onder anderen, dat hij somtijts int gebruijk van sijne medicamenten | |||||||
on examining this water (which I had left standing for about ten hours so that it should become clear), I saw at once an enormous quantity of infinitesimal square figures appearing, as in E, and also some with six sides, as in fig. F, though the majority of these had not six equal sides, being somewhat oblong. Not one of the particles of either group would have equalled in size 1/1,000,000,000 of a coarse grain of sandGa naar voetnoot24). Together with them were the figures mentioned above, and also a very few shaped as shown in fig. G. All this afforded me no little entertainment (though the prolonged watching did tire my eyes), for at a given moment there might be nothing before me but clear crystalline water, whereas a minute or two later an incredibly large number of the figures described would appear, so small at first as to have no distinguishable shape; in another minute, so to speak, just as I might be having my doubts about the particle, it would assume a distinct, recognizable shape. Yet, while observing a thick layer of this water, or solution, in which the potash had lain, I could see such a great variety of different figures appearing in it, possessing not only length and breadth, but also thickness, that I should be hard put to it to draw them all. There were squares, rectangles, parallelograms, diamonds, triangles, various hexagons and some with oblique angles; in short, too great a variety to be enumerated, many of them being as thick as they were long or broad. Rapidly as the said figures were formed in dry, clear weather, even though the water contained only a moderate concentration of salt, as speedily did they change again into a watery substance in damp or misty weather. Yet in very clear or dry weather, or if I exposed the water to a little warmth, hardly any figures were formed, other than those indicated above by A; and this chiefly where the water was spread rather thin. Some years ago a certain doctor told me in the course of conversation that, in the application of his remedies, he had been | |||||||
verstelt stont, dat hij met een goet overleg een medicament op d'eene tijt tot een siekte met seer goet succes hadde geappliceert; ende dat hij wederom op een ander tijt op het selve Medicament, in een ende deselve siekte gansch geen succes hadde vernomen. Hier op voerde ik denselven tegemoet dat te gelijkGa naar voetnoot42) het Lichaam vanden eenen mensch veel warmer is, als vanden anderen mensch, dat na advenant de warmte, de souten (die in de Medicinen sijn) een bijsondere figuir konnen aannemen, en niet alleen dat die van figuir veranderen, maar dat deselve ook konnen door de warmte stijver worden; gelijk wij sien dat ons gemeen sout doet. Ten anderen kan de maag vanden eenen Mensch sodanig gestelt sijn dat het sout dat in eenig Medicament of spijs is, aanstonts van figuir verandert, off veele deelen te samen stremmen, ende in een ander Mensch konnen de scharpe deelen haar figuir behouden; gelijk wij sien dat daar Menschen sijn, die geen wijn asijn en sullen gebruijken, off sullen daar aanstonts rood van werden, en het sweet sal haar uijtbreeken, en wanneer dit geschiet, laten wij denckenGa naar voetnoot43), dat de scharpe deelen inden asijn, nog inde Maag vande sodanige niet en sijn te samen gestremt ofte van figuir verandert, en wanneer wij als vooren geseijt de verschillentheijt tusschen het eene, ende het andere Lichaam in minder en meerder hitte stellenGa naar voetnoot44); ende daar beneffens dat eenige souten in een meerder hitte konnen stijver worden, soo en is de verwondering soo groot niet, waarom dat een ende het selve Medicament, in een ende deselve siekte, sijne werkinge niet op een, ende deselvige manier doet. | |||||||
astonished to find that, whereas a medicine he had used after careful forethought for some disease would be entirely successful at one time, at another it would be wholly without effect upon the same disease. I thereupon suggested to him that, since the temperature of the body varies greatly as between one individual and another, the salts contained in the medicine may assume a different shape, all according to that temperature, and that, moreover, the particles may not only change their shape, but also become more rigid when warmed, just as our common salt does. Again, the stomach of one person may be so constituted as to cause the salt contained in a given medicine or food to change its shape at once, or to make many particles coalesce, whereas in another person the sharp particles may retain their shape; just as we see that there are some people who go red in the face and break into a sweat, the moment they ingest wine vinegar. We might account for that by assuming that the sharp particles in the vinegar had not coalesced in the stomach or had not changed in shape. And if, as said before, we consider the difference in the body-temperature as between one person and anotherGa naar voetnoot25) and, besides, that some salts are liable to become more rigid in increased heat, we shall not be so surprised to find that a given remedy does not have precisely the same effect upon all cases of the same disease. | |||||||
Ik heb ook de Potas, die hier te Lande van de Potas vaten gebrant wortGa naar voetnoot45), als ook de Witte duijtse Potas, ende ook eenige weedassenGa naar voetnoot46) op de hier voren verhaalde manier geobserveert, maar geen verschil (dat noterens waardig was) in derselver soutdeelen gesien. Ik heb ook de Potas geobserveert, soo als die tot ons komt, sonder dat ik eenig het minste water daar hadde bijgedaan en gesien, dat het selvige voor een gedeelte bestont uijt seer uijtnemendeGa naar voetnoot47)Ga naar margenoot+ veel van de kleijne deeltgens als No 7 fig: A ende DGa naar voetnoot48). Vorders waren daar een groote meenigte van deelen, daar ik geen figuir aan konde bekennen, eensdeels om derselver ongeschiktheijt; ende ten anderen om de menigvuldige as, dat geen soutdeelen waren, waar mede dese stoffe vermengt was. Naderhant heb ik dese waterige materie, daar de potas in gesmolten was, eenige dagen laten staan, ende gesien, dat alsdoen daar int water dreven verscheijde sessijdige platte figuiren hier voren met fig: F. aangewesen; en schoon wat vogtig off nat weder dat het was, soo behielden deselve haar figuir. | |||||||
I also examined the potash which is produced in this country by burning potash vatsGa naar voetnoot26), as well as white German potash and some woad ashesGa naar voetnoot27) in the manner described above, but discovered no difference worthy of note in their constituent particles of salt. I also examined potash just as we receive it, without adding any water at all, and noticed that a portion of it consisted of an enormous number of the small particles reproduced in No. 7, figures A and DGa naar voetnoot28). There were, moreover, multitudes of particles to which I could assign no shape, partly because of their irregularity, partly on account of the abundance of ash, containing no particles of salt, with which this material was mixed. Later on this watery substance, to which the potash had liquefied, was put aside for several days, after which I saw floating in the water some of the hexagonal flat particles already shown in fig. F, which retained their shape despite the damp or wet weather. | |||||||
Campher. Ga naar margenoot+Ik heb de CampherGa naar voetnoot49), soo als deselve tot ons komtGa naar voetnoot50) geobserveert, maar alsdoen daarinne nietGa naar voetnoot51) noterens waardig konnen vinden; dog als ik deselve naukeurig ondersogt, sonder dat ik daar iets toe ofte afdede, heb ik menigmaal met vermaak beschout, de Cristalline figuirtgens, die vande afwaseminge uijt veele deelen waren te samen gestremt. Dese Cristalline figuirtgens, wanneer deselve niet te na aan andere lagen bestonden uijt nette sessijden, ende dat van verscheijde grootheden, dog veele wat langer als die breet waren als No 8 fig: A. Deselve bestonden niet alleen uijtGa naar margenoot+ lengte en breete, maar veele waren bij na soo dik als breet, ende andere bestonden wel uijt ses sijden maar waren langer als breet, als fig: B. ende veele hadden mede wel ses sijden, maar die waren ongeschikt als fig: C. andere wederom dog seer weijnige geleken wel na de gedaante van een viersteen, die wij op een SnaphaanGa naar voetnoot52) setten als fig: D. en alhoewel de meeste figuiren, die ik quam te sien, seer irregulier waren; soo oordeelde ik egter dat bij aldien de figuiren niet al te digt bij den anderenGa naar voetnoot53) hadden gelegen, dat deselve geen ander maaksel souden gehad hebben dan die van fig: A. Want als veele van de geseijde deeltgens Campher, inden beginne off seer kleijn sijnde, seer digt bij een leggen, soo beneemt den eenen den anderen niet alleen de toevloeijing ende stoffe van groot makinge, maar sij worden ook veeltijts soo groot, dat deselve Campher deeltgens aan malkanderen met haar sijden komen te raken, en maken alsdan ongeschikte groote figuiren. | |||||||
Camphor. Ga naar margenoot+I have examined camphorGa naar voetnoot29), just as we received itGa naar voetnoot30), without at first finding anything worthy of note, but while examining it more closely, without interfering with it in any way, I was interested to see the little crystalline figures formed by the coalescence of numerous various particles. If not packed too closely together, these crystalline particles consisted of wellmade hexagons of various sizes, though many were a little longer than they were broad, as in No. 8, fig. A. These had not only length and breadth, but many of them were nearly as thick as they wereGa naar margenoot+ broad. Others again, though having six sides, were longer than they were broad, as in fig. B. There were many which, although six-sided, were of irregular shape (fig. C); and a very few reminded one of the flint we place in a matchlockGa naar voetnoot31) (fig. D). Although most of the figures I saw were very irregular, they would, I think, have been no different in structure from those of fig. A if they had not lain so close together; for, if many of the said particles of camphor, which are very small at first, lie very close together, not only do they deprive each other of material for growth, but they often grow so big that the sides of the particles touch and together become large particles of indeterminate shape. | |||||||
Sout of AsGa naar voetnoot54) uijt den Oven van een Canon offGa naar margenoot+ geschutgieterieGa naar voetnoot55). Aan ende boven de ijsere deuren vande mont van een Oven, daar kanon gegoten wert, sit een witte asagtige stoff die daar gemaakt wert, door de stoffe die vant koper, tin, ende de vlam van het hout uijt den Oven wert gedreven, ende aldaar als aankleeft ofte stremtGa naar voetnoot56); van dese as heb ik genomen, ende deselve met water vermengt, dit water wanneer het eenigen tijt stil gestaan, totdat de geseijde stoffe gesoncken, ende het water klaar geworden was observerende, sag ik daar uijt voortkomen een onbegrijpelijk groot getal van seer kleijne, seer heldere, seer dunne pijpjens, die meest alle seer kleijn, en boven gemeen dun waren ja eenige soo dun, dat ik die niet dan met de aldernaukeurigste opmerkinge konde bekennen, en wanneer deselvige in sodanigen groote waren toegenomen dat die ontrent 1/25 vande dikte van een hairGa naar voetnoot57) hadden gekregen, konde ik sien dat de meeste van deselve hare eijnden | |||||||
Salt or ashGa naar voetnoot32) from the furnace of a cannon or gun foundryGa naar voetnoot33). Ga naar margenoot+ On and above the iron doors at the mouth of the furnace in which cannons are cast, there is a white, ash-like substance which is formed there from the matter ejected from the furnace by the copper, the tin and the flame of the wood and there adheres or collectsGa naar voetnoot34). I took some of this ash, mixed it with water, and left it standing for some time until the said substance had settled to the bottom and the water had become clear. Then, examining this, I saw an innumerable quantity of very minute, very clear, very thin pipes emerging, the majority being extremely small and extraordinarily thin; some of them so thin, indeed, that it was only by the very closest examination that I was able to perceive them at all; and when these had grown to about 1/25 of the thickness of a hairGa naar voetnoot35) I saw that the extremities of the majority | |||||||
Ga naar margenoot+scheuijns waren toelopende als No 9 fig: AGa naar voetnoot58): dese soutdeeltgens waren daar in sulcken overgrooten menigte dat ik oordeelde eenige duijsenden te sien, en dat in een kleijn droppeltge water: ook mede wierden daar gemaakt off dreven mede door het water eenige weijnige deeltgens als fig: B, ende schoon ik niet distinct aande eerste figuirtgens konde sien, hoe dik dat deselve waren, soo konde ik aan dese laatste bekennen, dat die seer dun naar advenant haar breete waren. Ook sijn mijn wel op een ander tijt soutdeeltgens te voren gekomen die de fig: van C hadden. Wanneer ik het boven geseijde gemengde water op een schoon glas uijtspreijde, omdat het opde eene plaats wat dicker soude leggen, als op een ander plaats, soo en wilde dit water aan het glas niet aankleven, maar het liep sodanig bij malkanderen als off wij een tinne schotel off ander Lichaam met Olij hadden bestreeken, en dat wij daar na een weijnig water over dese olijagtige schotel lieten loopenGa naar voetnoot59), ja het lag op eenige plaatsen als off het olij hadde geweest, seer na overeenkomende met het water waarin ik Vitriool de cipres hadde geleijt, dog mijn gedenckt dat ik over eenige jaren, wanneer ik dese asagtige substantie, eerst vanden Oven hadde afgeschrabt, ende alsdoen daar sodanigh mede hadde gehandelt, als ik hier | |||||||
Ga naar margenoot+of them were slanted, as in No. 9, fig. AGa naar voetnoot36). I estimated that there were some thousands of these particles of salt in one droplet of water, so numerous were they. Together with these, a few particles as reproduced in fig. B were being formed or were floating in the water; and, whereas I could not distinctly see the thickness of the former particles, I observed that the latter were very thin in proportion to their width. On another occasion I discerned particles of salt of the shape shown in fig. C. When I spread the above mentioned mixed water on a clean glass plate, so that it should lie thicker in one place than in another, this water did not adhere to the glass, but spread evenly, as if we had smeared a tin dish or other body with oil, and then poured a little water over this oily dishGa naar voetnoot37). Nay, in some places it behaved just as though it were really oil, very like the water in which I had put blue vitriol. I remember, however, that when some years ago I first scraped this ash-like substance from the furnace, and then | |||||||
voren hebbe geseijt, dat mijn doe eens is te voren gekomen, dat uijt het sout sodanige wonderbare figuiren gemaakt wierden, als off het planten van kruijden met haar Wortelen warenGa naar voetnoot60).
Sout of As van een Tin off Loot Oven. Ga naar margenoot+Onse porceleijnbackers gebruijken veel Tin en Loot, hetwelke sij in Ovens tot as verbrandenGa naar voetnoot61). Dit branden dat sij bijwijlen 10 a 12 dagen agter een doen, om voor een Langen tijt versien te sijn, en niet genootsaakt om alle maanden, een dag twee a drie daar mede door te brengen is soo schadelijk voor de menschen die daar mede besig sijn, dat wanneer sij maar 24 uijren voorden Oven hebben gestaan, sij het niet langer konnen harden en sien daar alsdan uijt, off sij vergeven warenGa naar voetnoot62), soo dat sij ieder dag een | |||||||
proceeded as I have now described, I noticed that figures were produced by the salt which were of such a wondrous shape as to resemble plants of herbs with their rootsGa naar voetnoot38).
Salt or ash from a tin- or lead-furnace. Ga naar margenoot+Our potters use much tin and lead which they burn, in furnaces, to ashesGa naar voetnoot39). This process of burning, which they sometimes continue for ten to twelve days on end, so as to lay up a stock that will last them a long time, and avoid having to spend two or three days at it every month, is so injurious to the health of those engaged on the work that they are overcome after no more than 24 hours' attendance at the furnace, and then look as though they had been poisonedGa naar voetnoot40). This means that a different man has to be put every | |||||||
vers man moeten hebben, omme de Ovens waar te nemen en doorgaansGa naar voetnoot63) de as die boven op de superfitie van het gesmolten Loot en tin vergadert wert af te strijken, en ook uijt den Oven te scheppen. Dit heeft mijn bewogen de asagtige stoff die aan de steenen digte bij de mont van den Oven sat, en waar tegen de vlam, die continueel uijt den mond vanden Oven komt, speelde, int water te leggen, ende als dan dit water wanneer het klaar geworden was te examineren, en hebbe gesien datter verscheijde deelen waren die een langwerpig vierkant hadde als No 10 fig:Ga naar margenoot+ A.Ga naar voetnoot64) ende dat van verscheijde grootheden ende andere veel grooter als fig: B. alsmede figuiren die aande eijnden spits toeliepen als fig: C. alle welke figuiren schoon deselvige inde waterige materie dreven ofte daar buijten lagen, waren soo extraordinarie dun, dat ik om soo te spreeken geen dikte (van meest alle) daar aan konde bekennen, ende daar bij soo helder, als off het 't alderhelderste water hadde geweest. Onder andere observatien is mijn te voren gekomen dat ik drie figuirtgens twee van die geene die de fig: van C. en een die de fig: van B hadde sag leggen, in de quantiteijt water dat geen Sant groot was, bij dit water bragt ik een seer weijnig warmte en hielt het selvige continueel voor mijn gesigt uijt die insigte om te sien, off het vordere sout dat in het water was, de verhaalde figuiren soude grooter maken, maar ik sag uijt het water niet te voren komen, als uijtstekende kleijne viersijdige off quadraatges sout, lopende haar sijden piramidaals op, als off wij viersijdige puntige diamantges sagen, die in groote toenamen; sonder dat int minste de verhaalde figuiren B en C. grooter wierden. Dog hoe grooter dat dese wierden, hoe ongeschikter die viersijdige soutdeeltgens haar vertoonden, welke ongeschiktheijt veroorsaakt wiert, om dat andere veel kleijnder soutdeeltgens die | |||||||
day on the job of watching the furnaces and continually skimming off the ashes which accumulate on the surface of the molten lead and tin, and scooping it out of the furnace. This led me to collect the ash-like substance on the bricks close to the mouth of the furnace, licked by the flame which constantly spurts through the mouth of the furnace, and to put it in water and examine the latter when it had become clear. I then sawGa naar margenoot+ several oblong particles like those shown in No. 10, fig. AGa naar voetnoot41), of different sizes, and others which were far larger, as in fig. B, as well as some figures tapering to a point, as in fig. C. All these figures, whether floating in the watery substance or lying outside it, were so extraordinarily thin that I could not, so to speak, detect any thickness at all (in the majority of them), in addition to which they were as transparent as the clearest water. Among other things I noticed three figures, two of the shape shown in fig. C, and one like fig. B, in a quantity of water smaller than a grain of sand. I warmed this water very slightly, watching it closely all the time, in order to find out whether the remainder of the salt which was in the water would increase the size of these figures, but I saw nothing emerge save exceedingly small four-sided figures or squares of salt with sides inclining pyramidically, like foursided pointed diamonds, which were increasing in size, whereas the figures B and C referred to did not grow bigger at all. Yet the larger the four-sided particles of salt grew, the more irregular in shape they became, this irregularity being caused by other, far smaller salt particles of the same shape | |||||||
deselvige figuir hadden, daar tegen aan dreven, off als aangetrocken wierden, en omdat het water wat scheuijns voor mijn gesigt stond, sakten deselve meest alle na omlaag, en wanneer als sodanige soutdeeltgens malkanderen na bij quamen, nam het bovenste deeltge soo een vaardige voortgangh, als of hetselve met gewelt na onderen wiert gestooten, en vereenigde alsoo met den anderenGa naar voetnoot65), makende alsoo een groot irregulier soutdeeltge uijtGa naar voetnoot66), en sodanige soutdeeltgens lagen daar wel 50 bij malkanderen, behalven nog wel andere 50 die apart lagen, ende die alle uijt de geseijde kleijne quantiteijt water gemaakt wierden. Uijt dese observatien, beeld ik mijn selven in, dat alle de waterige vogt, die mijn in dese beschouwingen te voren quam, ende waarinne meest alle de eerst geseijde figuiren inlagen voor het merendeel van ons gemeen sout waren, en dat dit sout om dat het geen warm weder was, in geen soutdelen en konde stremmen, die soo groot waren, dat die door een Microscope te bekennen waren, en dus in 't oog een helder water vertoonde. Na verloop van ontrent 1 ½ uijr meende ik weder alle de soutdeelen van het water te besien, maar ik sag tot mijn verwondering (alsoo het geen regenagtig weder was) dat alle de soutdeelen, die ik oordeelde dat gemeen sout waren, weder in een helder water waren verandertGa naar voetnoot67). Ik stelde datGa naar voetnoot68) hetselve water (dat ik geseijt heb dat ontrent een Sand groote was) weder voor mijn gesigt, en binnen den tijt van ontrent ¼ uijre, sag ik niet aleen weder soo een groote menigte vande verhaalde soutdeelen te voren komen, maar wanneer ik nog wat langer daar op mijn oog hielde, om datGa naar voetnoot69) de soutdeelen gantsch droog souden leggen, openbaarde hem doorgaansGa naar voetnoot70) een overgroote menigte van uijtstekende kleijne deeltgens, dog meest ende dikst op een leggende rondom de | |||||||
colliding with them or being attracted by them; and, the vessel leaning over somewhat, nearly all the particles sank and, when they approached each other, the upper one began to move at such a speed, as though impelled downwards by force, until it was united with the lower one, thus forming one large irregular particle of saltGa naar voetnoot42). Of such particles there was a collection of at least 50, in addition to another 50 lying apart, all of them having been produced in this small quantity of water. These observations lead me to believe that all the said figures contained in the watery substance before me, consnsted for the most part of our common salt; and since the weather was not warm, this salt was unable to collect into particles large enough to be visible through a microscope and that therefore the water appeared to be clear. After about 1 ½ hours had elapsed, I again wanted to see all the particles of salt in the water, but to my surprise I saw (it not being rainy weather) that all the particles of salt I had judged to be common salt had changed back into clear waterGa naar voetnoot43). I then re-examined the water (which, as I have said, was in quantity no larger than a grain of sand) and within about a quarter of an hour there reappeared an equally large number of the particles of salt already described; but, in addition to these, when I kept looking at them to give them time to dry completely, I discovered everywhere a very large multitude of exceedingly minute particles, but mostly, and most thickly, lying around the salt particles. | |||||||
soutdeelen, welke uijtstekende kleijne deelen een bruijne Couleur hadde seer na gelijkende, als off wij swartagtig of Muscus couleurtGa naar voetnoot71) sant met onse bloote oogen sagen, dog het geene dat mijn meest verwonderde was, dat ik dese soutdeelen niet voor mijn gesigt van daan bragt (te weten inde vrije lugt, sonder datter eenige de minste warmte van hand of aangesigt bij was) off alle dese Muscuscouleurde deeltgens (die ik omme haar kleijnheijt geen andere fadsoen als globulen kan geven) waren uijt het gesigt weg, sonder dat ik nog water nog eenige de minste stoffe konde bekennen, ja geen 1/10 van een Minuit en ging daar voorbij, off sij waren wegGa naar voetnoot72). Vorders waren de soutdeeltgens wanneer sij kleijn waren, gantsch helder als off het Cristal hadde geweest, maar wanneer die in groote toenamen, scheenen deselve mede beset te sijn, met de verhaalde Muscuscouleurde deelen: want deselve kregen een duijster bruijnGa naar voetnoot73) wesen, en voornamentlijk als het water gantsch weggewasemt was. Hier na heb ik dese soutdeelen voor mijn mond gehouden, en mijn adem daar 30 maal tegen aan laten speelen (alsoo ik niet vergenoegt was met 1 à 2 observatien) in welke tijt de soutdeelen weder (in het oog) in een seer kristallijn water waren verandert, ende alsdoen hetselve weder voor mijn gesigt gebragt, niet alleen om het vermaak dat ik schepte in te sien voortkomen de soutdeelen maar omme dat ik te meermaal de muscuscouleurde deelen soude sien komen, ende weggaan. Ik heb dan niet een maar veel maal, de geseijde kleijne muscuscouleurde deelen sien voor mijn gesigt komen, welke deeltgens soo dik en soo veel in mijn oog scheenen te sijn, als of wij met ons bloote oogen kleijne sanden, soo dik op een sagen leggen, als een kleijne spelt dik is. Dog wat verre vande soutdeelen, lagen die veel dunder, en wanneer ik deze Muscuscouleurde deelen maar soo lang voor mijn mond bragt, dat mijn uijtgaanden adem maar eens, ja somtijts maar de helft van deselve daar tegen liet gaan waren alle de gesijde deelen wegh. Ik heb ook soo gehandelt met het wegwasemen vande vogtigheijt vande potas, en heb insgelijks gesien, dat daar soo een overgroote | |||||||
These infinitesimal particles were dark, very like black or dark-grey sand seen by the naked eye, but what astonished me most was that, no sooner had I moved these particles of salt away from me (that is to say, to the free air, without a touch of warmth from the hand or face) than all the dark-grey particles - which, because of their smallness, I can only describe as globules - vanished from my sight, and I was unable to detect the slightest trace of either water or matter; in fact, within 1/10 of a minute they had disappearedGa naar voetnoot44). Furthermore the particles of salt, when small, were as transparent as if they had been crystal, but as they grew they apparently had these small grey particles clinging to them, for they became dark brownGa naar voetnoot45), especially when all the water had evaporated. I then placed this salt before my mouth and breathed upon it 30 times (not being satisfied with only one or two observations), during which interval the particles again (apparently) changed into very crystalline water. I next looked at this again, not only for the pleasure of seeing the particles of salt appear, but also to watch the repeated emergence and disappearance of the dark-hued particles. Thus, not once but many times the said small, dark particles came into my vision, seeming to me as numerous and thick as might be compared to small grains of sand seen with the naked eye, and packed together to the thickness of a small pin. But at a little distance from the salt, these dark-hued particles were far more dispersed and I had only to hold them before my mouth long enough to breathe upon them once - indeed, sometimes for only half the expiration - for all of them to disappear. In like manner I examined the evaporation of the potash fluid and again observed a multitude of minute particles (likewise | |||||||
meenigte van kleijne deelen (die mede een bruijneGa naar voetnoot73) Couleur aannamen) gemaakt wierden, ende dat deselve ook mede in seer korten tijt daar na weder niet alleen haar couleur verlooren, maar dat deselvige uijt het gesigt weg waren, en alleen maar overlieten, een soo weijnige dunne vogt die qualijk te bekennen was. Vorders heb ik ontrent twee voet vande mond vande Tin en Loot oven genomen uijt de schoorsteen, daar de vlam van het vuijr niet bij konde komen, een swarte materie als off het rookGa naar voetnoot74) hadde geweest, dese stoffe heb ik mede met schoon regenwater vermengt, ende dat soo eenigen tijt laten staan, opdat ik eenige klare waterige stoffe, daar van soude konnen bekomen: welke observerende sag ik dat daar gemaakt wierden veel irreguliere figuiren, welke irreguliere figuiren ik oordeelde alleen veroorsaakt wierden, door geen genoegsame stoffe; ende ten anderen door een schielijke wegwaseminge vande vogtigheijt, daar nevens sag ik ook veele platte nette seer heldere figuirtgens hebbende ijder vier puntige off uijtstekende hoeken ende twee inwendige hoeken alsGa naar margenoot+ No 11 fig: A.Ga naar voetnoot75) van dese soort lagen daar, die soo kleijn waren, dat ik die niet dan met mijn alderscharpsienste ende meest vergrotende glasen konde bekennen; alsmede figuiren die de gedaante van een ruijt hadden, ende andere weder bij na met vier gelijke sijden als met fig: B aangewesen werd. | |||||||
brownGa naar voetnoot45)) being formed, which also very shortly afterwards not only lost their colour, but vanished from my sight, leaving behind so small a quantity of thin liquid as to be scarcely visible. From the chimney of the tin- and lead-furnace, about two feet from its mouth, out of reach of the flame of the fire, I next took some black material like smokeGa naar voetnoot46), which I also mixed with clean rainwater and allowed to stand for some time, in order to obtain some clear watery substance from it. On examining this, I saw many irregular figures being formed, which, I believe, was due partly to an insufficiency of material and partly to rapid evaporation of the fluid. Besides these, I also saw many flat, well-defined and very transparent little figures, each with four pointed or projectingGa naar margenoot+ corners and two interior angles as in No. 11, fig. AGa naar voetnoot47). Some of this kind were so small that they were invisible under all except my most powerful and most strongly magnifying lenses. There were also diamond-shaped figures; and others, again, with four almost equal sides, as shown in fig. B. | |||||||
Sout in Steenkalk. Ga naar margenoot+Ik heb de SteenkalkGa naar voetnoot76) die van Luijk tot ons komtGa naar voetnoot77) int water geleijt, ende dit water geobserveert, en daarinne soo een groote meenigte van soutdeeltgens ontdekt, dat het te verwonderen was, en om derselver soo uijtstekende kleijnheijt, soo heb ik aan deselve geen volkomen figuir konnen toeschrijven, maar ik beelde mij veelteijts in, dat derselver sijden, die voor mijn gesigt lagen vierkant waren, ende dat deselve bij na soo dik sijn, als die lang waren, en ten wareGa naar voetnoot78) de menigvuldige veel kleijnder deeltgens, waarmede de soutdeeltgens omset waren geweest, ik soude deselve veel distincter gesien hebben. Vorders waren daarmede seer kleijneGa naar margenoot+ figuirtges die aan beijde de eijnden spits toeliepen als No 12 fig: AGa naar voetnoot79) als ook mede figuirtgens die aan beijde de eijnden bot waren als fig: B. en daarenboven lagen daar veel seer nette sessijdige figuirenGa naar voetnoot80) als fig: C. waaronder een uijtstekende groot getal soo kleijn waren, dat een globule van ons bloed, die hetselve root maakt, soude konnen bedeckenGa naar voetnoot81). Dese laatste figuiren waren soo extraordinarie helder, als off het t'aldersuijverste glas hadde geweest, ende daar bij soo extraordinarie dun, dat ik aan eenige om soo te spreeken geen dikte bekennen konde: ja ik oordeelde dat bij aldien men van het alderdunste postpapier sessijdige | |||||||
Salt in limestone. Ga naar margenoot+I placed some of the limestoneGa naar voetnoot48) which comes to us from LiègeGa naar voetnoot49), in water. On examining this, I saw a surprisingly large quantity of particles of salt, so minute that I could not with certainty ascribe any particular shape to them, though it often seemed to me that the sides facing me were square, and that they were nearly as broad as they were long. Had it not been for the numerous far smaller particles surrounding the particles of salt, I should have seen the latter far more distinctly. There were also very smallGa naar margenoot+ figures tapering to a point at both ends, as in fig. A in No. 12Ga naar voetnoot50); others blunt at both ends like fig. B, and, in addition, there were many perfect hexagonal figuresGa naar voetnoot51), as in fig. C, including an exceedingly large number so small that they could be covered by one of the globules which redden our bloodGa naar voetnoot52). These latter were as transparent as the very purest glass and, moreover, so extraordinarily thin that I could, so to speak, discern no thickness at all. In fact, were one to cut up the very thinnest note paper into | |||||||
papiertgens snede, soo groot als een groote nagel van ons hand, dat dese papiertgens dicker naGa naar voetnoot82) haar groote soude wesen, als de verhaalde sessijdige soutdeeltgens haar dikte tegen haar platte Lighaam haddenGa naar voetnoot83). Ook sijn mijn de geseijde deeltgens wel te voren gekomen dat die ongeschikt wel 5, 6, en meer op malkanderen lagen, en nogtans weijnig dikte uijtmaakten. Ook lagen daar eenige weijnige figuirtgens die de gedaante van D. en E hadden; en ook eenige weijnige als Fig: F: daarenboven dreeff in dat kalkwater, seer veel platte dunne deeltgens, als off wij ons verbeelden een vliesje op het water te sien drijvenGa naar voetnoot84): dese vliesagtige deelen waren tesamen gestremt van een uijtnemende groot getal van sodanige kleijne deelen door mijn naaukeurigste vergroot glasen te aanschouwen, als off wij met onse bloote oogen inbeelden te sien vande alderkleijnste Santgens; welke kleijne deeltgens, ik mijn imagineerde dat selfs soutdeelen waren; en dat hoewel ik gantsch geen de minste figuir daar aan bekennen konde deselveGa naar voetnoot85) egter geloofde dat deselve de figuir hadden vande boven geseijde soutdeelenGa naar voetnoot86); alleen moet ik zeggen, dat ik sien konde, datter veele in groote uijtstaken: Maar gelijk alle de souten uijt de potassen, en andere met het minste vogtig weder, wederom in een dunne heldere waterige (in 't oog) materie veranderen, soo behielden nogtans soo wel de eerst geseijde kleijne soutdeelen, als dese dunne sessijdige figuirtges haar volkomen figuir, hoewel | |||||||
six-sided patterns the size of a thumb nail, I do believe that such pieces of paper would be thicker in proportion to their length and width than the said six-sided particles as compared to their flat bodyGa naar voetnoot53). I have, moreover, sometimes seen 5, 6 and more of the said particles lying haphazardly one upon the other, notwithstanding which their collective thickness was negligible. There were also a few figures shaped like D and E; here and there others like fig. F and, in addition, very many flat thin particles floated in that lime-water, making it appear to be carrying a thin filmGa naar voetnoot54). This film was composed of a conglomeration of an enormous number of particles so small as to be distinguishable only through my most powerful magnifying glasses and comparable to the smallest grains of sand seen by the naked eye. It seemed to me that these themselves were particles of salt and, although I could not actually discern any definite shape, I believed they were of the same form as the particles of salt mentioned aboveGa naar voetnoot55). I must add, however, that many were visibly larger than others. Like all the salts from potash, and others when the weather is in the slightest degree damp, these again changed into a thin, (apparently) watery substance, yet both the small particles of salt first mentioned, and these thin, six-sided figures retained their shape, although in very | |||||||
deselve rontom in seer vogtig weder als in 't water lagen welk water ik mijn selven inbeelde, dat eensdeels veroorsaakt wiert, van het gemeen sout dat gesmolten was welk gemeen sout ik vast stel, dat niet alleen is geweest inde steen, waar vande kalk gebrand was, maar dat het gemeen sout, in groote menigteGa naar voetnoot87) in alle potassen is, ja selff ook in vitriool, salpeter, en meest in alle saaken die ons voorkomenGa naar voetnoot88). Ten anderen weten wij dat hoe vaster Lichamen, dat men in vogtig weder heeft hoe meerder de vogtige off waterige deelen die inde Lugt sweven, daar tegen aanstremmen: dese soutdeelen dan hebben een vast Lichaam, hoe kleijn dat deselve ook sijn waar aan dan ook stremt de vogt die in de Lugt is. Dese mijne observatien versterkten mijn gevoelen ontrent deGa naar margenoot+ redenenGa naar voetnoot89) vande smaak, ende de beweginge vande souten op onse LighamenGa naar voetnoot90), ende de oorsaak vande smaak op onse tonge namentlijk dat schoon wij sien in tienderleij sappen van kruijden, een ende | |||||||
damp weather it was as though they were surrounded by, and lay in, water. This water, I imagined, consisted partly of common salt that had dissolved. I am persuaded that not only did the stone from which the lime was burned contain this common salt, but that the latter is present in large quantities in all potash; nay, also in vitriol, saltpetre and almost all substances we knowGa naar voetnoot56). On the other hand we know that the more solid are the bodies we have in damp weather, the more readily do the moist or watery particles floating in the air attach themselves to those bodies. Now, these particles of salt are solid, be they never so small, and so the moisture in the air settles upon them. Ga naar margenoot+These observations strengthened my opinion as to the causes of taste and the motions of salts upon our bodiesGa naar voetnoot57), and why we become aware of taste on our tongue: for, although we may see one | |||||||
deselve figuir, die de souten die in deselve sijn maken, dat egter daar uijt tienderleij bijsondereGa naar voetnoot91) smaken ende bewegingen konnen voortkomen, namentlijk dat de figuir van het sout uijt het eerste kruijd (t'sij desselfs basis, een triangel off quadrangel is) sodanige stijfte off starkte sal hebben, als het inde warmte dat is op onse tonge komt, dat het aan de gevoeligste deelen vande tonge, sodanigen beweginge aanbrengt, die wij smaak noemen. Het tweede kruijd sal een sout in hem hebben dat een graad of trap stijver sal sijn, en bij gevolgh ook een starcker en gevoeligerGa naar voetnoot92) beweginge, aan de gevoeligste deelen van onse tonge aanbrengen, het sij dan dat wij hetselve scharper, suijrder, bitterder, of heeter noemen; ende het derde, vierde, ja het tiende, ijder sout sal met een trap off graad in stijfte toenemen ende oversulks tienderleij kruijden, sullen tienderleij smaken, en ook tienderleij beweginge off werkinge op onse lichamen te weeg brengen, ende alle de souten van deselve sullen eene figuir hebben, en nog meerderleij werkinge, als wij gedencken aande meerder, ende minder hitte die onse Lichamen onderworpen sijn. Hiervan breder ontrent mijne consideratienGa naar voetnoot93). van de Smaak voor desen aan UE Hoog: Edelen geschrevenGa naar voetnoot94). | |||||||
and the same pattern being formed in ten different juices of herbs by the salts these contain, yet the result may be ten different tastes and motions. For example, in contact with warmth - that is, on our tongue - the salt particles in the first herb (whether its base be a triangle or a quadrangle) may become so stiff or firm that it induces a motion in the most sensitive parts of our tongue which we call taste. The second herb will contain a salt which is one degree or stage stiffer and consequently imparts a stronger or more perceptible motion to the most sensitive parts of our tongue, which we then interpret as either sharper, more acid, more bitter or hotter. And thus it will be with the third, fourth, in fact the tenth herb; each salt will exceed the former by one step or degree in rigidity, so that with ten different herbs there will be ten different tastes and also ten different motions or actions upon our bodies; yet all these salts will have only one shape, and we have only to recollect the different temperatures to which our bodies are subject, to realize that the effects will vary even more than I have indicated. On a former occasion I wrote to your Honours at greater length on my views respecting tasteGa naar voetnoot58). | |||||||
Sout van Schulp kalk. Ga naar margenoot+De kalk die hier te lande valtGa naar voetnoot95), wort van Schulpen die de Zee aan onse Zeestranden opwerpt gebrandGa naar voetnoot96); dese kalk heb ik mede met water vermengt, sodanig dat de kalk ontrent drie vingeren dik stont, ende het klaar water (wanneer de kalk gesoncken was) stont seer na een vinger breet boven de kalk. Van dit water heb ik uijt het midden van het selfde opdatGa naar voetnoot97) het aldaar alderklaarst soude wesen, een droppel genomen welke soo klaar als Cristal was, maar ik en hadde hetselvige soo ras niet voor mijn gesigt gebragt, off ik sag daarin een groote meenigte figuiren drijven, die uijtbeelden dunne takjens van Boomen sonder bladerenGa naar voetnoot98), ja soo veel dat het water daar door gantsch troubel off witagtig was: aan welke takagtige figuiren ik int eerst gantsch geen bijsondere figuir en konde bekennen: dog mijne observatien verscheijde malen hervattende sag ik eijndelijk dat dese takagtige figuiren waren te samen gestelt uijt soo veel uijtstekende kleijne soutdeeltgens waar van ik alleen maar een seer kleijn taksgewijs deeltge metGa naar margenoot+ No 13 fig: ABCDE aanwijseGa naar voetnoot99) t'welcke geen grooter plaats en beslaat, off een hair van ons hooft soude de breedte vande geseijde figuir konnen bedecken. Dese soutdeelen waaruijt dat de takagtige figuiren bestonden waren sessijdigh, en wanneer deselve met het platGa naar voetnoot100) na mijn gesigt lagen, scheen het mij toe als of die in een bruijneGa naar voetnoot101) schaduwe lagen, dat alleen veroorzaakt wiert, omdat | |||||||
Salt of shell-lime. Ga naar margenoot+The lime which is found in this country is burned from shells thrown up by the sea on to our shoresGa naar voetnoot59). I also mixed this lime with water so that the thickness of the lime should be equivalent to about three fingers, and the clear water (after the lime had sunk to the bottom) stood very nearly the breadth of a finger above the lime. From the centre, where it was clearest, I took a drop of this water, which was as clear as crystal; yet an instant after, as I held it before my eyes, I saw floating in it an enormous number of figures resembling thin twigs of trees without leavesGa naar voetnoot60); indeed, so numerous were they that they made the water quite cloudy or whitish. At first I was quite unable to assign a particular structure to these twig-like patterns, but after repeated scrutiny I at last discovered that they were composed of innumerable minute particles of salt. In No. 13 I have indicated by ABCDEGa naar voetnoot61) only one of theseGa naar margenoot+ twig-like figures, which occupies so small a space that a hair of our head would cover its width. The particles of salt of which the twig-like figures were composed had six sides, and when the flat side of these was turned to my view it seemed to me as though they lay in a dark shadow, which was due only to the fact that all | |||||||
alle dese figuiren bij na soo dik als breet waren, want sij waren als blokjens; en wanneer ik deselve een weijnig op een sijde quam te sien, vertoonden deselve haar als fig: F. eenige andere waren haar bovenste gedeelte net viersijdigh dog eenige van dese laatste figuiren was haar basis alleen viersijdig, en liepen de sijden spits op, als puntige geslepen diamanten, even als ons gemeen sout, andere hadden de figuir van I. alsmede van K L. ende M. Dat dese figuiren wat grooter waren was alleen de oorsaak dat deselve gesepareert lagen van andere figuiren, en daarom ook distincter te bekennen, dog andere waren irregulier, en aande meeste en konde ik geen figuir bekennen, ende dat niet alleen om haar dikte die (als boven geseijt is) een bruijne schaduwe rontom eenige figuiren aanbracht; maar ook om dat seer veel vande soutfiguiren met haar sijden soo naauw, aan een waren vereenigt, ende ten derde om haar uijtnemende kleijnte. Na veel observatien heb ik geoordeelt dat het begin ofte regte maakselGa naar voetnoot102) van dese soutfiguiren was een dunne platte sessijdig ofte viersijdige figuir, ende dat deselve soo lang als sij in 't water dreven ende nog soutdeelen int water waren, in dikte en groote nog eenigsints toenamen. En als ik bij mijn selven overweeg de groote meenigte van soutfiguiren, die in een kleijne quantiteijt dreven, off wanneer het water weggewasemt was, daar bleven leggen, soo sta ik selven daar over verstelt en het is mijn niet doenlijk daar van een getal te begrooten. Ook stremden soo nu en dan wel grooter figuiren, waarvan eenige doorschijnende waren, ende andere weder een duijster wesen hadden, waar van ik er al hier maar twee vande laatste sal aanwijsen als G ende H. aan dewelke ik seer klaar konde bekennen, dat weder uijt kleijne figuirtgens waren te samen gestremt, daar beneffens konde ik inde breete ofte inde sijden van de fig: G meer dan 30 figuiren tellen, soo wij nu stellen dat de geseijde fig: G soo dik als breet is, comt dan dat deselve figuir uijt ontrent 30 duijsent sout figuiren bestaat, en na het afmeten van mijn oog, moet ik seggen, dat een vande sijden vandeselve figuir, geen veertigste deel vande diameter van een groff Sant kan uijtmakenGa naar voetnoot103). | |||||||
these figures were nearly as thick as they were broad, for they were like little blocks. When I looked at these slightly on one side, their appearance was as shown in fig. F. The top of some others was exactly four-sided, but among this group there were figures of which only the base was four-sided, their sides running up to a point like polished pointed diamonds, resembling our common salt. Other figures, again, were shaped like I, also like K, L and M. That these figures were somewhat larger was only due to the fact that they lay apart from the other figures, and were therefore easier to distinguish; but others were irregular, and I was unable to recognize any definite shape in most of them, not only because of their thickness which, as stated above, cast a dark shadow round some of them, but also because a great many of the salt figures were so closely packed side by side, and, thirdly, on account of their extreme minuteness. After many repeated examinations, I came to the conclusion that the origin or intrinsic form of these salt figures was a thin, flat, six-sided or four-sided figure, and that as long as they floated in the water and this still contained particles of salt, they grew to some extent in thickness and size. When I consider how great was the multitude of salt particles floating in a small quantity of water, or lying there when the water had evaporated, I feel quite amazed; and it is altogether beyond me to give an estimate of their number. Now and again larger figures coagulated, some of which were transparent, others opaque. I here reproduce only two of the latter, as G and H. These, I saw quite distinctly, had also been formed by coalescence of small particles; moreover, I was able to count more than 30 figures in the width or sides of fig. G. If, then, we assume that the said fig. G is as thick as it is broad, this means that it consists of approximately thirty thousand particles of salt; and by visual measurement I should say that one of the sides of the same figure would hardly amount to the fortieth part of the diameter of a coarse grain of sandGa naar voetnoot62). From this one may conclude how small the salt-particles | |||||||
Hier uijt kan men nu wel besluijten, hoe kleijn de soutdeeltgens sijn, en wie weet uijt hoe veel deeltgens weder soo een kleijn deeltge is te samen gestelt, en hoe kleijn de soutdeeltgens sijn, als die aan onse Lichamen smert aanbrengen; ende voornamentlijk als een seer weijnig kalk in onse oogen komt en nog meer als wij gedencken aande stijfte die dese soutdeelen boven andere deelen hebben. Want gelijk verscheijde soutdeelen, die uijt de verbrande kruijden en assen gemaakt werden meest alle met de minste vogtigheijt ontdaan werden, off in een waterige stoffe veranderen, soo worden dese soutdeelen die uijt de kalk voortkomen ter contrarie inde grootste vogtigheijt stijff, sonder dat ik gesien heb dat deselve weder in een waterige vogt veranderen: dog ik heb wel gesien, dat in seer vogtig weder, de verhaalde soutdeeltgens (int kalkwater) met een weijnig vogt omsetGa naar voetnoot104) waren; welke vogtigheijt ik mij mede imagineerde dat veroorsaakt wierd, uijt het gemeen sout, dat inde kalk is, gelijk het ook gelegen is met het sout dat selfs int regenwater isGa naar voetnoot105); want ik heb te meermalen suijver uijt de Lugt vallende regenwater dat maar een droppel groot was gevangen, ende het water laten wegwasemen omme de groftste deelen die int water sijn, soo veel mogelijk was te sien, ende hebbe altijts onder die overgeblevene deelen, soutdeelen ontdekt die met droog weder stijff wierden maar wanneer het regende veranderde dese soutdeelen in een waterige stoffe. | |||||||
are; and who knows how many particles, again, go to make up one such minute particle and how small those particles of salt are which inflict pain upon our bodies, especially if but a very little chalk gets into our eyes; all the more so when we consider how much more rigid these particles of salt are than others. For, whereas various particles of salt produced by the burned herbs and ashes mostly decompose or change into liquid matter when in contact with the least moisture, these particles of salt which separate out of the lime become, on the contrary, rigid in the greatest moisture, and I have never seen them change back into a watery substance, though in very wet weather I have noticed that these particles of salt (in the lime water) were surrounded by a small amount of moisture, which moisture, I imagine, was caused by the common salt contained in the lime, just as in the case of the salt in rain-waterGa naar voetnoot63). For I have often collected pure rain-water as it fell from the sky, and, taking but a single drop, have allowed the water to evaporate in order to observe as best I might the coarsest particles it contains, and I have always discovered, in the remains, certain particles of salt which in dry weather became rigid, but liquefied again when it rained. | |||||||
Sout van EngelseGa naar voetnoot*) SoudaGa naar voetnoot106). Ga naar margenoot+Ik heb de Souda aan kleijne stucken geslagen, ende deselve in schoon regenwater geleijtGa naar voetnoot110), ende dit water eenige uijren laten staan, opdat het bovenste water klaar soude werden. Dit klare water observerende heb ik aanstont daar in sien voortkomen lange dunne figuirtges, welkers eijnden, ik de eene tijd oordeelde dat plat waren, en op een andere tijt oordeelde ik dat deselve aande | |||||||
Salt of EnglishGa naar voetnoot*) sodaGa naar voetnoot64). Ga naar margenoot+I broke the soda into small fragments and put them in clean rain-waterGa naar voetnoot66), letting this water stand for several hours so that itGa naar margenoot+ should become clear on top. On examining this clear water, I at once saw long, thin figures appear, the ends of which I at one moment thought to be flat, at another to be rounded as in No. 14, | |||||||
Ga naar margenoot+eijnden rondagtig waren als No 14 fig: AGa naar voetnoot111), maar als die in groote waren toegenomen konde ik er veele bekennen, die aande eijnden plat waren, ende dat deselve geen enkelde platte figuir uijtmaakten, maar dat die meest alle verheven waren als fig: B. Andere waren wel mede verheven, dog haar eijnden bestonden uijt drie sijden, ende eenige hadden aan haar eene eijnde een platte sijde, en haar andere eijnde bestont uijt drie sijden, als hier met fig: C. is aangewesen, ook lagen daarmede sessijdige kleijne figuirtgens als fig: D. Dog wanneer ik naaukeuriger observatien dede, ontdekten ik een seer groote meenigte van dese figuiren, die seer net sessijdig waren, ende daar bij seer dun, ende van sodanige kleijnte, dat aan deselve met mijn eerste glasen geen figuir te bekennen was, en daar beneffens waren deselve meest alle soo helder als off het Cristal hadden geweest, daarGa naar voetnoot112) meest alle de andere figuiren soo een doncker wesen hadden als off die met swartagtig sand bestroijt waren; maar als ik de geseijde figuiren grooter sag hadden deselve mede een duijster wesen. Nog sag ik mede figuirtgens die int midden breet ende aande eijnden scheenen spits toe te loopen als fig: E maar als ik die nader besag, soo bevond ik, dat haar eijnden niet spits maar plat waren als hier met fig: E is aangewesen, als ook viersijdige of quadraatges als fig. F. Dog mijn is ook wel te vooren gekomen, dat voor mijn gesigt uijt de Souda bij na geen andere soutdeelen en quamen, dan die geene welkers basis een vierkant was, lopende haar sijden piramidaals op, gelijk ons gemeen sout van figuir is. Naderhant heb ik nog verscheijde observatien gedaan omme was het mogelijk te ontdekken uijt wat deelen de grootste figuiren die met B.C.D. en E. sijn aangewesen mogte sijn te samen gestelt; dog ik heb mijn selven niet volkomen konnen versekerenGa naar voetnoot113), maar | |||||||
Ga naar margenoot+fig. AGa naar voetnoot67). When they had increased in size, however, I was able to see that many were flat at the ends and that those were not merely a simple flat figure, but that the majority showed some elevation, as in fig. B. While others were likewise raised, their extremities consisted of three sides, and some had a flat side at one end and three sides at the other, as here shown in fig. C. There were also some small six-sided figures such as represented by fig. D. Upon closer examination, however, I discovered a very large number of these figures which were very perfectly hexagonal and at the same time very thin and so minute that I could not observe their shape through the glasses I first used. Moreover, nearly all of them were as clear as crystal, whereas the majority of the other figures were dark, as though black sand had been strewn over them. But observing those figures through a stronger glass, I noticed that these too had a dark colour. Then there was another set of figures which appeared to be broad in the middle and to taper at the ends (fig. E), but on closer scrutiny I found that the ends were not pointed but were flat, as shown in fig. E. There were also quadrilaterals or squares as in fig. F. Yet there were times when scarcely any other particles of salt appeared to me to come out of the soda than those with a square base and pyramidal sides, resembling the shape of our common salt. I made several subsequent observations for the purpose of discovering, if possible, of what particles the largest figures - namely, those represented by B, C, D and E - were composed. Although I was unable to satisfy myself on this point beyond any doubt, I | |||||||
meermaal bij mijn vastgestelt, dat deselve meest doorgaans uijt sodanige kleijne figuiren waren te samen gestelt, als haar groote figuiren waren, hoewel mijn wel te voren is gekomen, dat een seer kleijne sessijdige figuir als D sig hadde geplaatst aan een fig: als E. dog dat door een goet vergrootglas geen mismaaktheijt daaraan te bekennen was; maar als ik mijn aldernaaukeurigste vergrootglas daar toe gebruijkte, konde ik sien dat het kleijn figuirtge D. bij geval aan een groote fig: E was vereenigt: en hoe meer observatien ik dede, hoe meer ik mijn selven versekerde, dat alle de figuiren die van sout voortkwamen, en in groote toenamen, haare grootheijtGa naar voetnoot114) niet anders en was, dan dat veel kleijne figuiren waren te samen gestelt ofte gestremt en wie weet uijt hoe veel deelen een kleijn deeltge (hoewel ik het getal hier voren heb afgemeten) sout, dat ik kome te sien bestaat, maar wanneer dit water wat lang op de Souda hadde gestaan, waardoor het water seer stark van sout was geworden, wiert in 't water een groote quantiteijt van sodanige doorschijnende figuiren gemaakt, als off het, het schoonste Cristal hadde geweest, soo dat het een vermaak was deselve te beschouwen, want sij waren soo net van sijden, en veele soo dik als breet, ende de meeste hadden de figuir van B.C. ende D.
Sout van Brittannische Souda. Ga naar margenoot+Ik hebbe insgelijks met de Brittannische SoudaGa naar voetnoot106) gehandelt als ik hier voren met de engelse hebbe geseijt, ende hebbe gesien, dat int water dreven een ongelooffelijke groote meenigte vanGa naar margenoot+ uijtstekende seer kleijne sessijdige figuiren als No 15 fig: A. die seer dun waren, ja veele soo kleijn dat het voor mijn onmogelijk soude hebbe geweest haar figuir regt te kennen, ten ware dat daarnevens hadde gelegen van deselve figuiren, die wat grooter waren, en dan weder op een andere plaats sag ik groote sessijdige figuiren leggen, dat die mij toescheenen als kleijne sessijdige spiegelglasen, op ofte in dewelke ik wel weder een kleijn sessijdig figuirtge sag leggen als fig: B. Ook sag ik eenige weijnige figuiren leggen die de gedaante van C hadden ook mede nette viersijdige off quadraatgens als fig: D. waar van eenige mijn maar plat scheenen, ende van andere weder liepen de sijden punctigh off piramidaals gewijse op als fig: E. Dog als ik van dit laast geseijde, ende de hier voren verhaalde souten kome te seggen, dat deselve piramidaals oploopen, soo moeten wij ons niet inbeelden, dat die boven seer puntig sijn, | |||||||
repeatedly established the fact that they usually consisted of small figures of the same shape as the big ones, though occasionally I did find that a very small six-sided figure like D had attached itself to one like E; yet, seen through a magnifying glass, I could detect no malformation. Using my most perfect magnifying glass, however, I could see that the small figure D had united itself accidentally to a large figure E; and the longer I observed these, the more convinced did I become that the magnitude of all the figures produced by salt which grow in size is solely due to an accumulation or conglomeration of many small particles. Who can tell how many still smaller figures go to the making of a small particle of salt which I succeeded in detecting (though I have determined their number previously)? Yet, when this water had stood for some considerable time on the soda, thus containing a strong concentration of salt, a large quantity of figures was formed of a transparency equal to that of the most beautiful crystal, so that they were a feast to the eye, having neatly formed sides and many being as thick as they were broad. The shapes of the majority were as shown by figures B, C and D.
Salt of Britannic soda. Ga naar margenoot+With Britannic sodaGa naar voetnoot64) I followed the same procedure as that described for English soda, and found floating in it an incredible multitude of exceedingly minute, very thin, six-sided figures suchGa naar margenoot+ as fig. A in No. 15. Some, indeed, were so small that it would have been impossible for me to discern their shape, had it not been that others lay beside them of the same shape but slightly bigger. Then again, in another place I saw large six-sided figures resembling small hexagonal mirrors, on or in which I perceived a tiny six-sided figure as in fig. B. I also saw a few figures shaped like C and, in addition, neat quadrilaterals or squares, like fig. D, some of which at least appeared to me to be flat, while the sides of others rose to a point or pyramid as in fig. E. Be it noted, however, that when I say that these salts and those previously referred to have sides rising pyramidically, this should not be taken to imply that they | |||||||
maar wij moeten vast stellen dat haar bovenste eijnde altijt die figuir heeft, die de basis ofte grond heeft, schoon wij om derselver kleijnte aan het opperste geen figuir en konnen bekennen, als bij exempel, ik stel vast dat bij aldien de fig: E door een vergroot glas, soo groot quam te sien als fig: F. dat dan de figuir E mijn soude vertoonen te hebben in plaats van een scharp oplopende soutdeeltge, een soutfiguir diens basis ende oppervlak een vierkant is als in fig: F aangewesen, als sijnde het bovenste vierkant het regteGa naar voetnoot102) ende eerste maaksel van sodanige soutdeelen, ende dat de rest van desselfs groote alleen maar is, een te samen stremminge van veele kleijne vier sijdige soutdeelen; ende soo wij een soutdeeltge als fig: G soo groot quamen te sien als fig: H. soo stel ik vast dat derselver oppervlak een kleijn langwerpig fig: (als derselver eerste maaksel) soude vertoonen als hier in fig: H aangewesen.
Sout van Alicantse Souda. Ga naar margenoot+Ik heb met de alicantse soudaGa naar voetnoot115) gehandelt als hier voren vande andere souten is geseijt, en hebbe in seer veele observatien niet anders kunnen bespeuren, als dat int water dreven seer kleijne figuirtgens, verbeeldendeGa naar voetnoot116) dorre takjens van boomen, bestaande off te samen gestelt sijnde uijt sodanige kleijne deelen, daaraan ik gantsch geen figuir konde bekennen, als dat ik mijn somtijts wel inbeelde te sien, eenige viersijdige figuirtgens, dog nadat ik verscheijde malen, op bijsondereGa naar voetnoot117) dagen mijne observatien hebbe hervat, sijn mijn dese takagtige deelen, ende de figuiren daar uijt deselve bestonden soo groot te voren gekomen, dat ik sien konde dat daar platte dunne viersijdige ende sessijdige figuirtgens waren als | |||||||
are sharply pointed on top. Rather we should assume that the summit always has the same shape as the base or ground, though, because of its smallness, we are unable to distinguish any particular shape at the top. For example, were fig. E to be magnified by a glass to the size of F, I hold that the former, instead of being a particle of salt with sharply rising sides, would turn out to have a square base and top such as is shown in fig. F, the uppermost square being the intrinsic original form of such particles of salt, all the rest of the body being made up of an agglomeration of many small four-sided particles of salt. Similarly, were a particle of salt like that represented by fig. G to be magnified to the size of fig. H, I maintain that its top (being its origin) would be a small oblong shape such as here indicated by fig. H.
Salt of Alicante soda. Ga naar margenoot+I treated Alicante sodaGa naar voetnoot68) in the same way as described above for the others, and in the course of many observations was unable to detect anything save very small figures floating in the water, resembling dry twigs of trees and consisting or composed of particles so minute that I could discern no shape at all; except that I sometimes imagined seeing a few four-sided figures. After resuming my observations several times on different days, however, I found that these branch-like particles, as also the particles of which they were composed, appeared so large that I was able to distinguish flat, thin, four-sided and six-sided figures like A and B | |||||||
Ga naar margenoot+No. 16 fig: A ende B, ende ook langwerpige figuiren als C. welkers laatste sijden spits opliepen. Dese soutdeelen waren mede boven gemeen sagt, want sij veranderde inGa naar voetnoot118) het minste vogtig weder, in een waterige materie. Na dese observatien heb ik gaan spreeken met twee seepsieders, omme het gebruijk ofte nuttigheijt vande potassen, ende souda int maken van haar Zeep te verstaan, deselve seijden, dat het haar onmogelijk is, met de kragtGa naar voetnoot119) ofte het sout uijt de potassen ofte souda alleen Zeep te konnen maken, die stijff of dik is, maar dat sij het kalkwater daar onder moesten gebruijken, ende dat dit laatste water alleen een stijfte off dikte aande seep aanbrengtGa naar voetnoot120), ook dat het water ofte sout, dat vande kalk die van steen gebrand is, daar toe bequaamst is, sonder dat sij verdere redenen wisten te gevenGa naar voetnoot121). Dog uijt de verhaalde observatien konnen wij nu wel redenen vinden, waarom het sout vande kalk | |||||||
Ga naar margenoot+in No. 16, and elongated figures like C, these latter having sides running to a point. These particles of salt were exceedingly soft, for they changed into watery substance as soon as the weather became damp, however slightly. After making these observations I went to visit two soap boilers so that I might understand what use or purpose the potashes and soda serve in soap-making. They told me that it was impossible to make solid or thick soap from the strengthGa naar voetnoot69) or salt of potash or soda alone, but that it was necessary to mix lime-water with it and that only the latter solidifies or stiffens the soapGa naar voetnoot70). They also told me that the water or salt of lime burned from stone is best for the purpose, though they did not know whyGa naar voetnoot71). From the observations I have reported, however, we may well find reasons why | |||||||
de seep dik en stijff maakt, namentlijk dat de soutdeelen vande kalk soo stijf sijn, dat als deselve te samen gestremt sijn, niet weder int water ontdaan werden ende dat dese te samenstremminge seer ligt geschieden kan, door de hitte int kooken vande seep; daar beneffens kan het ook wel sijn, dat de soutdeelen uijt de kalk met de soutdeelen uijt de potas en souda konnen verenigen ende dat daar door alle de soutdeelen een stijfte behouden welke stijfte vande soutdeelen, een dikte en stijfte aande seep moet veroorsaken.
Sal armoniac. Ga naar margenoot+Ik heb seer veel devoiren aangewent om de figuir van het sout vande SalarmoniacGa naar voetnoot122) te sien, maar op wat manieren ik daar mede gehandelt heb, soo is mij meest doorgaans het sout te voren gekomen (als ik het int water hadde te smelten geleijt) als off wij een takge van een boom sagen, beset met irreguliere bladeren, hetGa naar margenoot+ eene blad grooter als het andere als hier met No 17 fig: AEGa naar voetnoot123) aangewesen; op een andere plaats lagen sodanige taksgewijseGa naar margenoot+ figuirtgens alwaar E het centrum was uijt welk centrum 5 a 6 sodanige takgens quamen als fig: A. Ook mede sijn mijn de soutdeelen wel te voren gekomen als de figuiren B en C. en als ik een plaats quam aan te treffen, daar geen taksgewijse figuiren gemaakt wierden, soo scheenen mijn de soutdeelen toe, als off ik een meenigte van kleijne keijsteenen bij malkanderen hadde sien leggen, die niet alleen in groote malkanderen verschilden, maar ik zag 'er selden een, die na een volkomen rond geleek, welke ongeschikte ronde deelen ik hier met fig: D. heb aangewesen. | |||||||
the salt of lime makes soap thick and solid, namely, the salt particles of the lime are so rigid that, when they are merged together, they do not disintegrate when re-immersed in water; and such coalescence may very easily occur as the result of the heat during the boiling of the soap. Alternatively, it might be that the particles of salt from the lime unite with those from the potash and soda, and that, therefore, all the particles of salt retain a rigidity which, in turn, makes the soap thick and stiff.
Sal ammoniac. Ga naar margenoot+I made many attempts to see the shape of the salt of sal ammoniacGa naar voetnoot72), but, no matter how I went to work, I almost invariably saw the salt appearing (after it had dissolved in water) in a pattern which I may best describe as being like the twig of a treeGa naar margenoot+ carrying irregular leaves of varying sizes, as here shown in No. 17, fig. AEGa naar voetnoot73). Elsewhere there were these twig-like figures with E as the centre, from which five or six of such twigs sprouted, as shown in fig. A. Apart from these I also saw particles of salt like figures B and C; and when I chanced on a place where no twig-like figures were being formed, the salt particles looked to me like a multitude of small cobblestones in a heap. Not only were these of different sizes, but I seldom saw one which was perfectly round. I have sketched these irregular round particles in fig. D. | |||||||
Sedert weijnige dagen heb ik weder een spilligeGa naar voetnoot124) Hond bekomen, die men mij seijde, dat t'sedert drie dagen, drie a vier maal was versameltGa naar voetnoot125) geweest; deselve heb ik gedoot, ende de Baarmoeder examinerende, heb ik mede doorgaansGa naar voetnoot126) in deselve (daar die een redelijke wijte hadde) gevonden, een overgroot getal van Levende dierkens, sijnde het Mannelijk Saat vanden Hond. Ik sal dese mijne observatien vervolgen, ende in toecomende mijne aanteijkeningen daar van laten toecomen ende onder des BlijveGa naar voetnoot127).
Hoog Edele, Hoog Geleerde, ende seer vermaarde Heeren
U E Hoog Ed: alderonderdanigste Dienaar
Antoni Leeuwenhoek | |||||||
A few days ago I again acquired a bitch on heat which, I was told, had mated three or four times three days previously. I killed it and examined the womb, which was reasonably wide, and there found everywhere an enormous number of living animalcules, the male seed of the dog. I shall pursue these observations of mine and send you my notesGa naar voetnoot74) thereon at a future date.
Meanwhile I remainGa naar voetnoot75),
Very noble, very learned and illustrious Sirs,
Your Honours' most Humble Servant,
Antoni Leeuwenhoek |
|