Een geestelijck liedt-boecxken(1972)–David Joris– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Een Geestelijck Liedt-Boecxken: [Ach kranckelijcke Vleysch, noyt heb Ick u beth bedacht] [Myn sinnekens, heb Ick, O Godt, op u gheleydt] [Die Salichmaecker pleyn, is gheborn kleyn] [Wel op wacker alle Menschen] [Ontwaeckt ghy wtvercoren droevighe Geesten kleyne] [Den Dach mach niet verborgen sijn] [Nu holdt aen wel] Op die wyse van, Languir me fais. [Hoort alle die ooren hebt om hooren] [Die tijt van onsen Jaren] [Ick hoorden huyden wayen] [Waer sach oyt Mensch dusdanighe banghe tyden] [Alle vleysch is hoy, alsoo men siet] [Onse Vader in die Hemelen claer] [Hoort alle ghy Nacomelinghen] [O Christen Gheesten wilt hier op achten] [Onse handen wy mit onschult wasschen] [Al voor des Werlts grondt Ick stondt] [Die Heer is Coninck in Israel] [Maeckt u op in Godes Namen] [Wt der diepten roep ick O Heere tot dy] [O Heer waerom treedt ghy soo verd' unde swijcht] Op de Voys: Fy der valscher Jalousien, &c. Op die Voyse,Voor Munster staet een steenen Huys, &c. Op die wyse: Een vasten Burch is onser Godt, &c. Of Die Heere is Coninck in Israel, &c. Volgens hier na drie Liedekens, waeraf het eerste ghemaeckt is by Jacob Symonss. unde die twee andere navolghende by Michael Janssen. Noch een ander Liedt gemaeckt by Anneken N. Op de Wyse, Na Oostlandt wil ick varen, &c. Refereyn tot Lof des Nederlandts unde der Duytscher Spraecke, met sijn Liedeken. Refereyn. Van die duydelijcke Duytsche Spraecke. Ballade. Register van alle die Liederen in dit tegenwoordich Liedt-Boecxken begrepen.