Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdrepliekEtym: Fr. réplique = antwoord, verweer, tegenwerping < Lat. re-plicare = terugvouwen, terugbuigen. In het script of scenario van een toneeltekst: de woorden of zinnen die volgen op de naam van het personage en die door dat personage in een opvoering als een geheel worden uitgesproken, na de spreekbeurt van een ander personage en voor een ander personage het woord weer overneemt. De op elkaar volgende replieken zijn aldus essentiële bouwstenen in de dialoogvoering. De studie van replieken en hoe ze bijdragen tot de dramatische interactie heeft een belangrijke plaats in de theaterwetenschap. Daarbij maakt men dankbaar gebruik van analytische instrumenten uit taalkundige studiedomeinen als de pragmatiek en vooral de zgn. conversatie-analyse, die het hoe en waarom onderzoekt van de structuur en afwisseling van spreekbeurten in een gesprek (verandering van spreker, verandering van topic, lengte van de beurten, stiltes en overlappingen tussen beurten, onderbrekingen, vraag/antwoord structuren, enz.). Daarbij moet opgemerkt worden dat de dialogen in een toneeltekst (ook in films, romans, enz.) uiteraard niet spontaan zijn maar gestuurd worden door allerlei retorische strategieën en artistieke doelstellingen, zoals de opbouw van conflict, humor, spanning, thema’s, enz. Bovendien zijn ze onderhevig aan een aantal conventies, vooral in minder ‘realistische’ toneelvormen. Zo kent men in het klassieke theater de altercatio, distichomythie, hemistichomythie en stichomythie, waarbij de alternerende replieken telkens een bepaalde lengte en opbouw moeten vertonen. Zie ook asteismus. Lit: L. Magnusson, ‘The dynamics of Shakespearean dialogue’ in L. Magnusson & D. Schalkwyk (red.), The Cambridge companion to Shakespeare’s language (2019), p. 72-92 O. Morgan, Turn-taking in Shakespeare (2019).
|