Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdinbeddingEtym: Term afkomstig uit de taalkunde, waar hij wijst op het invoegen van een zin in een andere zin d.m.v. onderschikking (hypotaxis, tegenover parataxis). In de narratologie duidt inbedding het courante vertelprocedé aan waarbij een verteller iemands woorden (of verwoorde gedachten) door citaat opneemt in het eigen discours. Dit gebeurt bijv. telkens wanneer een dialoog tussen personages door de verteller wordt weergegeven d.m.v. directe rede. De verteller heeft ook andere technieken ter beschikking voor het inbedden van de woorden of gedachten van iemand anders - eventueel zichzelf - in het eigen discours: vrije directe rede, indirecte rede en vrije indirecte rede. Als een ingebedde tekst door zijn omvang of samenhang zelf tot een verhaal uitgroeit, wordt de spreker ervan ook tot verteller en maken we een onderscheid tussen de primaire (citerende) en de secundaire (geciteerde) woordvoerder (vgl. kaderverhaal). Overigens kan deze laatste, op zijn beurt, citerende verteller worden ten opzichte van een tertiaire verteller, enz. (vgl. een nest in elkaar passende dozen; Eng. nesting). Een verteller van een hoger vertelniveau is niet noodzakelijk ‘belangrijker’ of ‘betrouwbaarder'’, maar hij is het wel die ‘beslist’ of er hoe dan ook geciteerd wordt, wie aan het woord mag komen, wanneer, en met welk soort van begeleidend commentaar (afhankelijkheidsrelatie). Anderzijds kunnen afzonderlijke deelvertellingen zich ook op hetzelfde vertelniveau bevinden, in een niet-hiërarchische relatie. In Bram Stokers Dracula (1897) bijv. citeert eenzelfde primaire woordvoerder een hele reeks secundaire vertellers, tussen wier verhalen dan een nevenschikkend (juxtapositie, parataxis), eerder dan onderschikkend (subordinatie, hypotaxis) verband bestaat. Dracula bevat trouwens door verdere inbedding ook vertellers van het derde en het vierde niveau. Zo blijkt hoe verhalende teksten geanalyseerd kunnen worden als een georchestreerd geheel van individuele ‘stemmen’ (polyfonie). Daarbij kan men nagaan of de relaties tussen geciteerde en citerende tekst bijv. een herhalende (mise-en-abyme) of bevestigende, dan wel een contrasterende of ironische werking hebben. Zie ook narratieve communicatieniveaus. Lit: M. Bal, ‘Notes on narrative embedding’ in Poetics today 2 (1981) 2, p. 41-59.
|
|