Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvrije indirecte redeSoms ook aangeduid als erlebte Rede of verschleierte Rede (Du.), of als style indirect libre (Fr.). Wijze van tekstrapportage (zowel voor gesproken woorden als voor onuitgesproken gedachten) die beschreven kan worden als een tussenvorm of mengvorm van de directe rede en de indirecte rede. De auteur geeft de woorden of gedachten van een personage weer zonder een inleidende zin (als ‘hij zei...’) en in de woordvolgorde van de directe rede, maar in de derde persoon en vaak in een verleden tijd. Hier volgt een voorbeeld: Hij legde zijn pen neer en stak een sigaret op. Hij zou haar maar niet meer schrijven. Eigenlijk had hij er gewoon genoeg van. Net toen ging de telefoon. Hetzelfde met gebruik van directe rede: Hij legde zijn pen neer en stak een sigaret op. Hij dacht: ‘Ik zal haar maar niet meer schrijven. Eigenlijk heb ik er gewoon genoeg van’. Net toen ging de telefoon. In de vrije indirecte rede spreekt het personage door de stem van de verteller en de twee instanties versmelten a.h.w. (‘dual voice’); dit effect wordt soms als tekstinterferentie beschreven. Bij de interpretatie van een zin als ‘hij zou haar maar niet meer schrijven’ moet de lezer uitmaken wie eigenlijk echt aan het woord is (de verteller dan wel het personage: vertellerstekst of persoonstekst?) en waar de eventuele wisselingen optreden. Dit kan wel eens tot een vorm van ambiguïteit leiden en tot verwarring bij de lezer. Aanduidingen dat we met vrije indirecte rede te maken hebben, moeten gehaald worden uit de omgevende context en uit specifieke signalen zoals eigenaardige combinaties van heden en verleden (nu was het winter), tijdloze preterita (een ongeluk kwam nooit alleen) en spreektaalelementen zoals interjecties, retorische vragen, e.d. (was hij dan toch ziek?). Wanneer de weergave met vrije indirecte rede een vrij lang tekstgedeelte beslaat (met gedachten, gevoelens, herinneringen, associaties, enz.) spreekt men van monologue intérieur. Zie ook vrije directe rede. Lit: R. Pascal, The dual voice: free indirect speech and its functioning in the 19th-century European novel (1977) W.J.M. Bronzwaer, ‘Over het lezen van narratieve teksten’ in W.J.M. Bronzwaer, D.W. Fokkema & Elrud Kunne-Ibsch (red.), Tekstboek algemene literatuurwetenschap (1977), p. 229-254 D. Cohn, Transparant minds. Narrative modes for presenting consciousness in fiction (1978) J. van Gunsteren-Viersen, ‘De vrije indirecte rede. Theorie en ontwikkeling’ in Forum der letteren 21 (1980), p. 266-282 A. Banfield, Unspeakable sentences: narration and representation in the language of fiction (1982) M.J. Toolan, Narrative: a critical linguistic introduction (1988), p. 119-137 L. Salvato, Polyphones Erzählen. Zum Phänomen der Erlebten Rede in deutschen Romanen der Jahrhundertwende (2005) Kr. Taivalkoski-Shilov, La tierce main. Le discours rapporté dans les traductions françaises de Fielding au XVIIIe siècle (2006) L. Vandelanotte, Speech and thought representation in English: a cognitive-functional approach (2009) E. Rundquist, Free Indirect Style in Modernism. Representations of consciousness (2017) L. Vandelanotte, 'Clearer contours: The stylization of free indirect speech in nineteenth-century fiction' in P.J. Grund & T. Walker (red.), Speech representation in the history of English (2021), p. 131-155.
|