Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvrije directe redeEen van de vormen waarmee een spreker (bijv. de verteller) de woorden of gedachten van zichzelf of iemand anders (bijv. een personage) kan citeren. Als zodanig moet de vrije directe rede afgebakend worden ten opzichte van andere vormen van redeweergave of bewustzijnsrepresentatie, zoals de directe rede, indirecte rede en vrije indirecte rede. Zoals de naam aangeeft betreft het een bepaalde variatie op de directe rede. Het verschil ligt in de afwezigheid van inleidende zinnetjes als ‘hij zei’ of ‘ze vroeg’ evenals van de dubbele punt en de aanhalingstekens, en van eventuele typografische middelen (zoals kleinere druk, insprong, omgevende witregels) waarmee we normaal in directe rede de citerende tekst netjes onderscheiden van het geciteerde. Bij vrije directe rede is er m.a.w. geen enkel signaal in de tekst dat er een verschuiving van spreker optreedt. Doordat de geciteerde stem ‘ongevraagd’ het woord neemt – zonder te wachten op toestemming van en een inleidende frase door de citerende stem – kan men zeggen dat de geciteerde spreker zich ‘bevrijd’ heeft van de controle van degene die citeert. Bijv.: Hij stond op de bus te wachten terwijl het flink begon te regenen. Ook dat nog. Zonder paraplu natuurlijk. Dan bel ik maar een taxi. In dit voorbeeld begint het citaat na het eerste zinnetje; de overgang van vertellerstekst naar aangehaalde personagetekst is nergens aangegeven. Dergelijke niet gesignaleerde wisselingen van spreker vragen een zekere alertheid van de lezer. Daarom is vrije directe rede minder courant dan de andere vermelde vormen van redeweergave. Joyce maakt er in zijn Ulysses (1922) veelvuldig gebruik van om de lezer toegang te geven tot de monologue intérieur van zijn hoofdpersonages. Lit: L. Rosier, Le discours rapporté: histoire, théories, pratiques (1999), p. 266-297.
|
|