Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpolymetrieEtym: Gr. polus = veel; metron = maat. Term uit de prosodie voor het feit dat in een vers-1, strofe of gedicht verschillende versvoeten of andere ritmische (ritme) eenheden naast elkaar voorkomen. Zo in de viervoetige regels:
(H. van Alphen, Bloemlezing, ed. P.J. Buijnsters, 1967, p. 39) De eerste, tweede en vierde regel hebben een dalend metrum, de derde regel heeft een stijgend metrum. Binnen de regels 1, 2 en 4 wisselen dactylus en trochee elkaar af; vs. 3 is jambisch (jambe). In de klassieke Latijnse literatuur ligt het iets anders. Het gaat dan over een bepaald soort gedicht of onderdeel van een toneelstuk. De versregels ervan vertonen geen stichische (bijv. opeenvolgende dactylische hexameters), distichische (bijv. opeenvolgende elegische disticha), of strofische (bijv. alcaeïsche strofen bestaande uit vier regels waarvan een en twee identiek zijn, drie verschillend en vier nogmaals verschillend) regelmaat, maar variëren in lengte om een bepaald effect te bereiken (bijv. in de omstreden 'Cantica' van de toneelstukken van Plautus), of om de vorm van een visueel object op te roepen (figuurgedicht). Zo schrijft Publius Optatianus Porfyrius een polymetrisch gedicht waarin hij een orgel of een pijp van een orgel visueel nabootst. Het genre van het figuurgedicht was overigens ook in de Middeleeuwen bekend, en werd erg populair in de neolatijnse litatuur. Lit: M. Vitse, 'Polymétrie et rythmes de la Commedia' in Europe 90 (2012) 1002, p. 82-94.
|
|