Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdgedichtEtym: Middelned. dichten < Lat. dictare = met nadruk zeggen, voorzeggen, een werk samenstellen (zowel in proza als in poëzie). Term uit de genreleer voor een tekst in verzen (vers-1) die een afgerond geheel vormt. Door de ongelijke lengte van de regels (wit) verschilt het gedicht van het proza. De omvang ervan kan variëren; de term kan zowel het kleinste gedicht (bijv. het distichon) als een dichtwerk van grote omvang (Van den vos Reynaerde) aanduiden. Het gedicht geldt in ons huidig literatuurbestel als de ‘normale’ teksteenheid in de lyriek. In ruimere zin of in historische zin kan de term 'gedicht' ook slaan op teksten van het dramatische, het epische of het didactische genre. Zo omschreef Lessing zijn toneelstuk Nathan der Weise (1779) als "ein dramatisches Gedicht". Daarbij kunnen, naast het in verzen geschreven zijn, ook de doordachte compositie (harmonie, eenheid van structuur) of bepaalde ‘lyrische’ kwaliteiten (zie bijv. prozagedicht) het gebruik van de term bepalen. De verkorte term ‘dicht’ voor gedicht gebruikt men meestal in samenstellingen (zoals leerdicht). Sinds de 19de eeuw heeft dicht de betekenis van poëzie. Etymologisch is het woord 'gedicht' te beschouwen als een afleiding van het werkwoord ‘dichten’ dat zou teruggaan op het Latijnse ‘dictare’ (met nadruk zeggen, voorzeggen). Het is dus te onderscheiden van ‘dicht’ in de betekenissen 'gesloten', 'toe', 'nabij', enz., dat op Germaanse wortels teruggaat. De bestaande homonymie heeft tot tal van woordspelingen geleid (‘schuif wat dichtersbij’, ‘gedicht geopend’, enz.) die vaak berusten op de gangbare opvatting dat de term 'gedicht' zijn oorsprong vindt in het ‘dichte’ karakter van poëtisch taalgebruik, dat door metaforiek, ambiguïteit, allusie, enz. een hoge ‘densiteit’ van betekenis heeft. Lit: Lamping, Das lyrische Gedicht: Definitionen zu Theorie und Geschichte der Gattung (1989) H. Brems, De dichter is een koe. Over poëzie (1991) D. Ducros, Lecture et analyse du poème (1996) T. Eagleton, How to read a poem (2006) W. Harmon, The poetry toolkit for readers and writers (2012) M. Thain (red.), The lyric poem. Formations and transformations (2013) # J. Gera & J. Kleemans, Handboek poëzieanalyse voor de internationale neerlandistiek (2022).
|
|